Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Het beste uit je team halen? Bestel dan geen pizza tijdens het overwerken

Het ontwikkelen van leidinggevenden gaat te veel om 'kop' en nog te weinig om het 'lijf', vindt Esther Teeuw. Met haar boek Fysiek Leiderschap wil ze daar verandering in brengen. 'Ik gun iedere leider een beetje vertraging.'

Dat ze in haar jonge jaren fanatiek had geturnd bleek een groot voordeel toen Esther Teeuw in 2002 voor het eerst op een yogamat lag. Ze merkte dat ze bij de lenigste van de klas hoorde. Haar competitieve aard kwam naar boven. ‘Ik wil altijd winnen’, zegt Teeuw. ‘Maar dat slaat bij yoga nergens op. Wil je beter zijn dan je lenigere buurvrouw, dan loop je het risico een spier te scheuren.’ De serie oefeningen gaat om zelfverbetering. Het uiterste uit je eigen lichaam halen.  Daarin zit volgens Teeuw een parallel met leiding geven. ‘Ook daar moet je iedere dag iets beter worden dan gisteren.’

De lessen die Teeuw leerde op de yogamat bleken waardevol voor haar carrière als manager. Momenteel geeft ze op interim-basis bij zorgorganisatie TalentCare leiding aan zes jonge managers. Daarnaast is ze yogadocente. De inzichten uit beide praktijken heeft ze gecombineerd in het boek Managers op het matje, met de ondertitel meer impact met fysiek leiderschap. In haar ogen is er te veel aandacht voor de ‘kop’ bij het ontwikkelen van leidinggevenden en te weinig voor het ‘lijf’.

Geen pizzameetings

In haar boek geeft ze dan ook tips hoe managers zichzelf kunnen verbeteren middels een goede lichaamshouding, stemgebruik, oogcontact, ademhaling en handdrukken. Daarnaast gelooft Teeuw dat je een betere manager wordt door regelmatig te mediteren, fysieke oefeningen te doen en gezond te eten. ‘Je kunt natuurlijk een prima leider zijn als je dagelijks een menu haalt bij McDonald’s, maar ik denk dat je een nog betere leidinggevende bent als je dat niet doet.’ De onderneemster hecht sterk aan individuele keuzevrijheid, maar vindt dat bedrijven op het gebied van voeding vaak nog beter voor hun mensen kunnen zorgen. ‘Vaak zie ik dat op momenten van overwerk pizza’s of Chinees wordt besteld’, zegt Teeuw. ‘Koolhydraten en suikers die snel energie geven, maar presteren mensen de ochtend erna daar ook beter van?” In haar boek pleit zij verder voor maximaal drie koppen koffie per dag, alternatieven voor koemelk en zo min mogelijk koken uit pakjes en zakjes. 

Yoga was voor Teeuw niet alleen onderdeel van een fysiek gezondere leefstijl, maar deed haar ook inzien dat je als leider geduldig moet zijn en beter moet luisteren naar degenen aan wie ze leiding geeft. Ze was ‘duwerig’ in leiderschap. Hiermee bedoelt ze dat ze doelstellingen van bovenaf probeerde op te leggen. ‘Organisatiedoelen knipte ik op in kleine doelen. Moesten we met een team van zes man een omzet van 1 miljoen halen, dan verdeelde ik dat simpelweg over de teamleden’, vertelt ze. Inmiddels draait ze het om. ‘Ik vraag teamleden wat ze kunnen bijdragen aan de doelstellingen.’ Deze strategie leidt er volgens haar toe dat medewerkers intrinsiek gemotiveerd blijven.

Ruimte voor reflectie

Maar wat als de gezamenlijke toezeggingen op acht ton blijven steken? Dan zijn er volgens Teeuw twee opties. ‘Je gaat met je team in gesprek over hoe gezamenlijk toch die twee ton extra binnengehaald kan worden. En als dat niet gaat, dan moet ook een middenmanager de ruimte hebben om zich tegen onrealistische doelen van hogeraf te verzetten. Dat duwen heeft geen zin.’ 

Wekelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Volgens Teeuw is het cruciaal dat leidinggevenden de ruimte nemen om af en toe te reflecteren. Met het boek hoopt zij hier aan bij te dragen. ‘Ik gun iedere leidinggevende dat hij of zij af en toe vertraagt en verdiept. Dat leiders meer aandacht voor zichzelf hebben.’ Managers kennen volgens haar vaak maar één oplossingsrichting bij problemen. ‘Het moet harder en hoger.’ Met vertragen doelt Teeuw niet op langzamer of minder werken, maar dat men de tijd neemt voor verdieping. ‘Vraag door tijdens een vergadering en verifieer aan het einde of alles goed begrepen is, lunch niet achter de pc en praat tijdens de lunch niet over werk, maar over persoonlijke interesses van collega’s.’ Zelf reflecteert ze tijdens reizen van en naar werk op haar arbeidsleven. ‘Wat wil ik vandaag? Waar kwam ik in de knel? Waar heb ik plezier uit gehaald?’

Niet alles in regels vangen

Uiteindelijk moet werk energie opleveren, meent Teeuw. Vakbond CNV pleit momenteel voor een 30-urige werkweek als norm. Dit zou een positief effect hebben op de inzetbaarheid en medewerkers in staat stellen om een betere werk-privébalans te bereiken. In de optiek van Teeuw draait het niet zozeer om het aantal uur dat we afspreken te werken. ‘Waarom zou je een ambitieus iemand die 60 à 70 uur wil werken dwingen om minder te werken?’ Het aantal uren dat iemand wil werken hangt volgens haar sterk samen met de levensfase waarin iemand zit. ‘Korter werken is niet per se de oplossing. Zorg dat je scherp hebt waar iemand energie van krijgt. Geen enkele baan is altijd leuk. Er zijn altijd klusjes die als corvee voelen. Maar 75 tot 80 procent van de werkzaamheden moet fantastisch zijn. Praat daarom met medewerkers: waar krijg je energie van? Wat kost je energie? En nodig mensen uit om hun grenzen aan te geven. Dat is belangrijker dan wat je in regels vangt.