Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Hoe technologiebedrijf Priva werkt aan een groenere wereld

In deze tijden van klimaatverandering en explosief groeiende steden zoekt technologiebedrijf Priva naar duurzame oplossingen voor onze voedselvoorziening. ‘Het economische systeem van onze maatschappij is op termijn niet houdbaar.’

Meiny Prins, Priva
Meiny Prins, Priva Foto: Gerard-Jan Vlekke

Priva wordt opgericht in 1959. Onder de naam Valk en Prins begint het bedrijf in dat jaar met de import van heteluchtkachels voor de glastuinbouw. Anno 2020 is Priva uitgegroeid tot een wereldspeler op het gebied van geavanceerde automatiserings­oplossingen voor de beheersing van het binnenklimaat in gebouwen en kassen. Dat doet Priva wereldwijd, vanuit 16 lokale vestigingen, samen met zo’n 500 medewerkers en 450 installatiepartners.

Optimaal comfort

Uiteindelijk draait alles wat Priva doet om klimaat, water en energie, schetst Meiny Prins, sinds 2007 CEO van het bedrijf uit De Lier. ‘De onderliggende technologie wordt steeds geavanceerder, maar onze missie is eigenlijk al jaren onveranderd. Zo willen we de gebruikers van gebouwen zoveel mogelijk comfort bieden, bij een zo laag mogelijk energieverbruik. Dat doen we door alle apparatuur in een gebouw – van airco en warmte-koudeopslag tot vloerverwarming en zonnepanelen – te optimaliseren en met elkaar te laten communiceren.’

Maximaal rendement

Naast de utiliteitsbouw is de glastuinbouw een andere belangrijke sector voor Priva. Prins: ‘Ook hier dient de technologie een hoger doel: het behalen van een maximaal rendement per vierkante meter, tegen minimaal gebruik van energie, en met maximaal hergebruik van hulpbronnen als warmte en water. Al onze producten en diensten zijn erop gericht om het gebruik van natuurlijke bronnen zoveel mogelijk te beperken.’

Megasteden

De focus op duurzaamheid heeft volgens Prins altijd in het hart van Priva gezeten. Het leidde recent tot een gedetailleerde schets voor de zogenoemde Sustainable Urban Delta. De komende decennia zullen steeds meer mensen wereldwijd in steden wonen, schetst Prins. ‘Naar verwachting woont binnen 15 jaar meer dan 60 procent van de groeiende wereldbevolking in grootstedelijke gebieden. Voor een deel gaat het daarbij om megasteden, met soms wel tientallen miljoenen inwoners. Al die monden moeten gevoed worden.’

Export

Tegelijkertijd halen veel steden en regio’s hun voedsel nog altijd van ver, vervolgt Prins. ‘Neem de Salinas-vallei in Californië, de salad bowl of the US. Daar worden onder meer aardbeien, sla, tomaten en spinazie geproduceerd. Maar door de klimaatverandering wordt Californië steeds droger. Het is eigenlijk volstrekt inefficiënt om groente en fruit daar te telen en vervolgens naar de andere Amerikaanse staten te transporteren. Of neem een stad als Beijing. Die produceert slechts 10 procent van het benodigde voedsel zelf, de rest wordt geïmporteerd. Al deze transportbewegingen veroorzaken veel milieuschade.’

Duurzaamheid en hergebruik

Dat model is op termijn niet langer houdbaar, vervolgt Prins. ‘In de Sustainable Urban Delta draait alles om efficiënte energie- en waterstromen, duurzame en lokale voedselproductie, groene en schone wijken, en gedecentraliseerde, korte toeleveringsketens. Water uit de stad wordt zoveel mogelijk hergebruikt voor voedselproductie; voedselafval wordt onder meer hergebruikt als bouwmateriaal. Op die manier ontstaat er een duurzame, lokale, circulaire economie. Priva wil deze handschoen graag oppakken, samen met andere bedrijven die met ons het benodigde ecosysteem willen gaan bouwen.’

SDG’s

Volgens Prins daalt de laatste jaren langzaam het besef in, dat het klimaat daadwerkelijk verandert, en dat ons op vrije handel gebaseerde economische systeem niet houdbaar is. Ze juicht het dan ook toe dat de VN sustainable development goals heeft geformuleerd: 17 duurzaamheidsdoelen, gericht op onder meer een groene economie, schoon water en sanitair, en het uitroeien van extreme armoede en honger.

Climeworks

Vanuit deze SDG’s kijkt Priva ook kritisch naar haar eigen ecologische voetafdruk. Natuurlijk voegen onze producten en diensten heel veel toe aan het helpen verduurzamen van de wereld maar dat is niet genoeg. ‘Onze consultants en servicemensen vliegen relatief veel, want wij zijn een internationaal bedrijf. Ik vind het interessant om te kijken naar startups met nieuwe technologische mogelijkheden die de CO2 kunnen compenseren. Een mooi voorbeeld daarvan is het Zwitserse bedrijf Climeworks met een veelbelovende technologie om CO2 uit de lucht te halen waar je als onderneming ook een abonnement kunt afsluiten om je CO2 uitstoot te compenseren.

Duurzame winst

Het is ontzettend leuk en leerzaam om kritisch te kijken naar de eigen impact, kennis te nemen van de SDG’s en je afdruk te verkleinen. Uiteindelijk levert dat onder de streep altijd duurzame winst op.’