Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Zo moet het dus niet: leren van falende manager

Monique (38) werd twee jaar geleden aangenomen als marketeer bij een klein IT-bedrijf. In april stopte ze ermee, overwerkt en teleurgesteld.

falende manager
Foto: Getty Images

Wat ging er mis? MT gaat op zoek naar managementfalen, én onderzoekt met een leiderschapscoach wat we ervan kunnen leren.

Zo moet het dus niet

‘Ik werkte er een half jaar toen ons bedrijf genomineerd werd voor een prijs van een regionaal bedrijvennetwerk. Voor de uitreiking zou een heel theater vol zitten met klanten en potentiële klanten, een mooi podium om onszelf te laten zien.

Het idee was om snoepjes te laten maken, in een leuke verpakking met ons logo erop en een tekstje, die we daar zouden uitdelen. Kosten zeshonderd euro. Toen ik met deze baan begon, kreeg ik een budget van 20.000 euro. In de begroting die ik had gemaakt, waren deze uitgaven voorzien. Toch zei de baas ineens dat er geen budget meer beschikbaar was.

Als je iemand aanneemt op een nieuwe functie in een groeiend bedrijf, dan snap ik wel dat het lastig is om diegene zijn gang te laten gaan. Maar als je een commercieel type neerzet en budget geeft, dan moet je het uit durven zingen. Als het resultaat niet direct is wat je verwacht, dan kun je iemand daarop aanspreken, maar je zegt niet halverwege ‘er is niks meer’.

Ik had misschien moeten zeggen ‘dit is het budget dat je me hebt gegeven’, maar ja, misschien ging het even moeilijk met het bedrijf. Ik liet me in ieder geval niet kennen en probeerde met heel weinig toch leuke dingen te doen. Ik ging me meer richten op sales en op het beheer van de website en sociale media. Voor die prijsuitreiking hebben we toen zelf maar iets geknutseld. Daar zijn we ik weet niet hoe lang mee bezig geweest. In uren kostte het veel meer dan 600 euro, maar ja. Je moet roeien met riemen die je hebt.’

Als de kat van huis is

‘Hij ging ruim vier weken op reis. Dat was voor het personeel hèt moment om te laten zien dat we de toko draaiende konden houden, ook zonder hem. Dat lukte, het team wist elkaar te vinden. Maar toen hij terugkwam, zag hij alleen de dingen die niet waren afgerond of in zijn ogen niet goed waren gegaan. Hij liet duidelijk blijken dat hij het nooit zover had laten komen. Dat klanten met andere eisen waren gekomen en dat wij daar met man en macht op hadden gereageerd, deed er niet toe. Zonder na te vragen hoe het zit ervan uit gaan dat iedereen heeft lopen lanterfanten, dat kan echt niet. Dan laat je geen vertrouwen zien. Dat is verdrietig.

Zo ging het steeds. Als iets niet gaat zoals hij het voor ogen heeft, dan pakt hij het terug. Dat moet je niet te vaak doen, want op een gegeven moment denkt een werknemer ‘zoek het maar uit’. Ik heb een paar keer gezegd ‘blijf ervan af, laat ons dit nou uitzoeken, dan komen we daarna bij je terug’. Hij zei dan ‘ja dan is het niet op tijd af en kan ik het weer oplossen’. Hij zou gewoon tussentijds moeten vragen hoe het ermee gaat en dan eventueel adviseren. Dat is managen. Niet meteen weggraaien en ‘laat mij het maar doen’.

Er moest een keer een offerte met technische toelichting komen. Ik heb geen technische achtergrond, maar een offerte kan ik in grote lijnen wel opstellen. Die had ik dus voorbereid, met geel gearceerd waar het technische verhaal verder aangevuld moest worden. Kreeg ik het terug met de opmerking ‘zo kan het niet naar de klant’. Nee, dat begreep ik ook. Ik had hem tenslotte gevraagd inhoudelijk te reageren. Vervolgens moest ik er als een typiste naast zitten terwijl hij het document ging bespreken. En alleen maar ‘dat staat fout, dit klopt niet’. Toen heb ik gezegd ‘als de dyslect zich nou even met de inhoud bezighoudt, dan zorg ik wel dat het er straks foutloos uit komt te zien’. Het was eruit voordat ik er erg in had. Ik was toen ook al niet meer heel zakelijk. Hij werd boos en ging kinderachtig doen. Jengelen, echt het niveau van een driejarige.

Dit voorjaar ben ik opgehouden daar te werken, na twee jaar. Ik was er echt klaar mee. Hij vroeg of ik langer wilde blijven. Ineens vond hij dat ik de projectcoördinatie zo goed deed. Uiteindelijk ben ik een maand langer gebleven, uit liefde voor de zaak, maar eigenlijk zat ik er toen al helemaal doorheen.
Ik vind het heel sneu en jammer. Hij heeft enorm technisch inzicht en briljante ideeën, maar is ook totaal ongeorganiseerd. Hij ziet niet in dat hij echt dingen door anderen moet laten uitvoeren. Zo zit hij zichzelf en het bedrijf de hele tijd in de weg.’

Zo moet het dus wel

Leiderschapscoach en organisatieadviseur Bas Arends:

‘Het komt vaak voor dat een oprichter van een bedrijf zijn kindje niet los kan laten en alles onder controle wil houden. Deze man moet beseffen dat hij van rol is gewisseld, van oprichter en technisch expert naar manager. Dat is een ander vak – in plaats van zelf resultaten behalen moet je mensen in beweging zetten, zodat zij de resultaten gaan behalen.

Hij moet zich realiseren dat professionals van nature intrinsiek gemotiveerd zijn. Je kunt dat verder versterken met een glasheldere gezamenlijke ambitie, hen te waarderen als ze de goede dingen doen en op concrete wijze aan te spreken als het beter kan. Binnen dat kader moet de vrijheid voor medewerkers zo groot mogelijk zijn – dan voed je hun trots en blijven mensen proactief. Waar Monique naar verlangt is vertrouwen. Je ziet die betrokkenheid, maar ze wordt klein gehouden door de focus op wat er niet goed gaat. Als je na een paar weken vakantie terugkomt, kun je ook je waardering erover uitspreken dat ze hun schouders eronder hebben gezet.

Als je verantwoordelijkheden delegeert naar anderen, is het weer gaan overnemen doodzonde nummer één. De consequentie daarvan is dat hij enthousiaste mensen met veel zelfinitiatief verandert in brave volgzame schapen of dat talenten weglopen. Hierdoor maakt hij niet volledig gebruik van het potentieel van zijn mensen. Dat kost hem geld en werkplezier.

Mocht deze man zelf niet warm lopen voor het begeleiden van mensen, dan zou ik hem adviseren om een people manager aan te stellen die die competenties wel in huis heeft en het leuk vindt om te doen.

Mijn tip voor Monique is dat ze nog eerder haar grenzen aangeeft. Mensen vinden het vaak lastig om dat te doen, omdat ze te loyaal en te betrokken zijn. Als je bij jezelf merkt dat er daardoor venijn en bitterheid ontstaat, en dat je in een gevecht terechtkomt ondanks dat je er alles aan hebt gedaan om de situatie verbeteren, dan moet je voor jezelf conclusies trekken voordat het te laat is en je er echt last van krijgt.’

Moniques naam is gefingeerd omdat ze graag anoniem haar verhaal wilde doen.

Wekelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dit artikel is een herplaatsing van een artikel dat eerder bij MT verscheen.