Geen producten in de winkelwagen.
Wereldmanager René Bonvanie was er vanaf het begin bij, bij security-gigant Palo Alto Networks. Zijn laatste trucje, zegt hij nu.
Als 20-jarige VU-student kreeg hij de kans om voor een Amerikaans bedrijf de Europese strategie op te zetten. Het leidde tot een carrière die René Bonvanie (54) via Oracle, Veritas en SAP uiteindelijk naar de top van Silicon Valley bracht, als een van de eerste mensen bij Palo Alto Networks, een gigant in security. ‘Geen baan, maar een droom’, noemt hij het zelf
Wanneer ben je naar de States gegaan?
‘Ik was 20 jaar geleden bij Oracle verantwoordelijk voor de marketing voor Europa. Destijds nog in De Meern, bij Utrecht. Toen ben ik door Larry Ellison persoonlijk gevraagd om vanuit Silicon Valley de wereldwijde marketing te gaan doen.’
Wat is je kracht gebleken daar?
‘Ik ben een verhalenverteller. Ik kan goed neerzetten wat een bedrijf wil, waar het naartoe wil. Ik ben ook al 35 jaar bezig mensen te overtuigen. In Silicon Valley is het heel gebruikelijk dat je vanaf het begin niet alleen mensen aanneemt die een product kunnen ontwikkelen, maar dat je ook mensen zoekt die het verhaal kunnen vertellen. Dat is vaak mijn rol. Bij Palo Alto Networks zijn we met een klein multicultureel groepje begonnen onder wie een Israëliër, een Indiër, een Amerikaan en ik. In no-time hadden we daar 40 ontwikkelaars rondlopen. En ik dan. Weten waar je goed in bent, en waar ook niet in, dat is iets waar veel Amerikanen nog wel eens moeite mee hebben. Dat heb ik minder.’
Weten waar je goed in bent, en waar ook niet in, dat is iets waar veel Amerikanen nog wel eens moeite mee hebben'
Wat is typisch Nederlands aan je aanpak, denk je?
‘Eén van de dingen die mij uniek maakt, is dat ik niet alleen een theoretische achtergrond heb, maar ook praktijkervaring. Ik heb met m’n voeten in de klei gestaan. Ik heb wereldwijde verkoopervaring. Bij Palo Alto Networks besloten we meteen internationaal te gaan. Dan ben je als Nederlander in het voordeel. Als je hier een team samenstelt, zit je al snel met veel culturen. In Nederland zijn we gewend om daarmee om te gaan. Je hebt in Nederland natuurlijk héél veel buitenland, terwijl ze in Amerika bij wijze van spreken soms niet eens weten dat er ook een buitenland bestaat.’
En dat helpt?
‘Jazeker. Maar Nederlanders kunnen volgens mij niet alleen goed multicultureel opereren, ze zijn gemiddeld ook goed in onderhandelen, en ze kunnen goed relativeren. Hier in Silicon Valley ben ik goed bekend met Frank Slootman, de ceo van het ook al zo hard groeiende ServiceNow. Onze bedrijven zijn dankzij dezelfde investeerders begonnen, we zien elkaar ook wel eens in het kader van de Start-up Delta van Neelie Kroes. Ik denk dat ons beider succes hier wel te maken heeft met dat wij ruim kunnen denken als Nederlanders.’
Ik denk dat ons succes hier wel te maken heeft met dat wij ruim kunnen denken als Nederlanders’
De groei is er nog niet uit, bij Palo Alto Networks?
‘Het is een enorme droom die ik meemaak. We doen nu bijna 1,8 miljard dollar qua verkoop. Toen ik bij Oracle wegging, was ik verantwoordelijk voor een omzet van 7 miljard, dus de schaal die wij nastreven, daar heb ik al wel op gewerkt. Toen we begonnen bij Palo Alto Networks, hadden we een aantal doelen, deze hebben we tot nu toe allemaal overtroffen. Dat is bijzonder, hoor, in Silicon Valley, want ons plan was belachelijk agressief. Zoals alle plannen hier agressief zijn, omdat je anders geen investeerders meekrijgt. Maar we blijven tot nu toe 50 procent groeien, jaar op jaar.’
Ons plan was belachelijk agressief. Zoals alle plannen hier agressief zijn, omdat je anders geen investeerders meekrijgt'
Hoe lang ga je daar nog mee door?
‘Dat weet ik niet. Als je 20 bent, heb je geen angst, denk je dat je de hele wereld aankunt. Ik heb toen vanuit de VU een Amerikaans bedrijf opgezet in 13 landen. Dat is nu natuurlijk wel veranderd, nu ik 54 ben. Ik hoef me financieel geen zorgen meer te maken, dankzij zo’n lange loopbaan bij Oracle en het succes van Palo Alto Networks. Toen ik bij Oracle wegging, heb ik eerst even rust genomen, gedacht: wat kan ik nu doen dat uniek is, dat echt mijn baby is? Daar is Palo Alto Networks uit voortgekomen. Daar ben ik heel trots op, vooral omdat we slimme oplossingen bedenken die als doel hebben om inbreuken te voorkomen, in plaats van te leven met de gevolgen.
Maar als je dat eenmaal gedaan hebt, is het ook mooi geweest. Hierachter komt niet nog een keer zo’n avontuur. Na dit wil je ook nooit een baan meer. Dit is ook geen baan, dit is een droom.
Er zijn nog een aantal dingen die ik hier wil doen, nog een aantal fases waar ik bij wil zijn om ze samen met het team te vieren. We willen de grootste onafhankelijke speler in security worden, daar moeten we nog even verder aan werken. Maar je moet ook weten wanneer te wijken als er mensen opstaan die beter zijn voor een bepaalde fase in het bedrijf. Wanneer dat is, weet ik niet, hoor. Maar dan kan ik weer andere bedrijven gaan helpen met advies…’
>> Bekijk de complete lijst van 100 Wereldmanagers van 2016
Of lees de eerdere interviews:
- Johan Uittenbogaard: 'Om er te wonen vind ik Nederland nogal saai'
- Mark Venema (PepsiCo): 'New York kan transactioneel en koud zijn'
-
Anke Huiskes (PebbleWatch): 'Wees in Silicon Valley niet te bescheiden'
Foto: downtown Palo Alto
Vraag een gratis proefnummer aan
Dit interview verscheen (bewerkt) ook in de meest recente papieren editie van Management Team, die in het teken staat van de lijst van 100 'wereldmanagers', Nederlandse topmanagers in buitenlandse dienst. Ben je nog geen abonnee? Vraag deze editie dan hier aan als gratis proefnummer!
