Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

Opkomst van een r&d-reus

China is bezig het innovatiefste land ter wereld te worden. Het imago van goedkope productieschuur is achterhaald. Nederlandse bedrijven zien kansen.
 

 

Angstwekkende cijfers? Sinds 1999 groeien China’s investeringen in onderzoek en ontwikkeling met 20 procent per jaar. Nu al gaat er zo’n 80 miljard euro naartoe. Onlangs publiceerde de regering de doelstelling om de investeringen te verhogen naar 2,5 procent van het bbp in 2020 (dat was 1,45 procent in 2006). Het zijn duizelingwekkende bedragen, zeker als je je realiseert dat het bbp zelf nu nog met zo’n 10 procent per jaar groeit.

De nationale geldsluizen, kortom, staan open naar innovatie. En de resultaten zijn nu al zichtbaar. China is ‘met stip’ doorgestoten naar de mondiale tweede plaats als het gaat om de hoeveelheid gepubliceerde wetenschappelijke artikelen. In het huidige groeitempo zal de nr. 1 op de lijst (de VS) in enkele jaren zijn ingehaald.

Spookbeeld

Voorlopig lijken Nederlandse bedrijven de ontwikkelingen vooral als kans te zien. Nederland is een handelsnatie en China is met 1,3 miljard consumenten een afzetmarkt waar ondernemers van dromen. De Nederlandse industrie is vooral complementair aan de Chinese: wij zijn sterk in chemie, watermanagement, landbouw en de baggerindustrie, allemaal hard nodig om het veranderende China vorm te geven. Nederlandse bedrijven kunnen profiteren van kennisuitwisseling met China. Multinationals als AkzoNobel, Philips en DSM maken dankbaar gebruik van de in het land aanwezige knowhow door het openen van grote research & development-centra in het land. Buitenlandse bedrijven hebben liefst 1.500 r&d-centra in China opgezet.

Burgemeester van Nederland

Kennisuitwisseling vindt op talloze niveaus plaats: in bedrijven, bij universiteiten, door overheden – landelijk, regionaal, lokaal. Zoveel, dat enige coördinatie inmiddels wenselijk wordt. Voor de Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid werkt Marcel Kleijn aan een regeringsadvies over de rol van de overheid in het optimaliseren van de samenwerking tussen Nederland en China op het gebied van kennis en innovatie. Kleijn onderzoekt of de kennisuitwisseling ook slimmer kan, meer gecoördineerd, doeltreffender. Wildwest wil Kleijn het niet noemen, zoals het nu gaat, maar toch, al die China-initiatieven maken bij elkaar een wat lukrake indruk. Een bekende anekdote onder Chinagangers is die van de burgemeesters van Amsterdam en Rotterdam, die een week na elkaar bij dezelfde hoogwaardigheidsbekleders op de stoep stonden, de gastheren in verwarring en verlegenheid brengend. De burgemeester van Nederland was toch vorige week al geweest?

Kansen

Iedereen probeert individueel een graantje mee te pikken van booming China, ook in Europees verband. Het lijkt ieder voor zich. Het enthousiasme van handel ruikende Hollanders is begrijpelijk en billijk, maar het kan geen kwaad het allemaal wat slimmer te organiseren. De tijd van China als goedkope fabriek is voorbij, zegt Kleijn. Voor de prijs alleen moet je niet meer naar China, ze zijn niet meer de goedkoopste. De kwaliteit stijgt met de prijzen mee. Dat biedt kansen. “China leidt veel mensen op in de bètavakken”, zegt Kleijn. Dat wil zeggen in de ‘hardere’ technische kanten, en juist niet in de zachte, creatieve. De Nederlandse selling points zijn complementair aan de Chinese: wij hebben juist een tekort aan de hardere, technische kant, terwijl we wél creatief zijn.

Landbouw en water

In het jongste vijfjarenplan wijst China de sectoren aan waarvan ontwikkeling prioriteit heeft. Het zijn heel veel sectoren, alles lijkt belangrijk: telecom, IT, luchtvaart, energie, auto’s, de wetenschap. China, waar de smerigste kolencentrales staan, loopt paradoxaal genoeg voorop op het gebied van schone energie, zon, wind, hernieuwbare energie, gebieden waarop het land de wereldmarkt nu al domineert. Mogelijkheden voor Nederland tot samenwerking met China liggen er in de landbouw, hydrocultuur, schone energie, schone productie, zegt Kleijn. “China weet heel goed in welke landen ze welke kennis kunnen halen. Nederland hoort bij de wereldtop op het gebied van landbouw en watertechnologie.” Het is alleen nog wachten op de Chinese Apple, het Chinese Silicon Valley. Dat duurt nog even. Kleijn: “Ik heb niemand gesproken die denkt dat dat binnen een paar jaar gaat gebeuren.”

Minder stormachig

Volgens Peter Ho, hoogleraar Chinese economie in Leiden, hebben de ontwikkelingen een lange aanloop en zijn ze minder stormachtig dan wij denken. De échte ‘water shed’ was in 1978, zegt Ho, toen Deng Xiaoping het roer omgooide richting een markteconomie. De huidige Chinese regering heeft de ideologische veren afgeschud en opereert pragmatisch, zegt Ho. Het communisme fungeert nog als cement onder de samenleving, als ideologie die het land eenheid geeft. De innovatie in China was en is staatsgedreven, aldus Ho. De laatste jaren krijgen bedrijven en universiteiten ruimte voor eigen initiatieven. In het nieuwste vijfjarenplan, voor 2011-2015, wordt de nadruk verlegd van een exporteconomie naar een economie gedreven door de binnenlandse vraag. Dat stond overigens ook al in het vorige vijfjarenplan.

Patenten

China heeft hoge ambities. Het land meldt ongeveer 300.000 patenten per jaar aan. Dat is het dubbele van de EU. De VS zitten op 480.000 patenten. China wil in 2015 op 2 miljoen patenten zitten. Bedrijven die met China te maken krijgen moeten ermee rekening houden dat op een andere manier met innovatie wordt omgegaan dan bij ons. De Chinese innovatie is bijna open source-innovatie, zegt Ho. In de jaren tachtig en negentig zijn in China veel zaken uit het westen gekopieerd: technieken, producten, ideeën. Diefstal, in zekere zin, zegt Ho. Via die kopieën komt de techniek naar China, waar soms kleine wijzigingen worden doorgevoerd, waardoor een nieuw product ontstaat, geschikt voor een nieuwe markt.

Joint ventures

Maar ook via joint ventures komt Westerse techniek in China. Westerse hightechbedrijven verplaatsen hun productie, en daarmee hun kennis, naar China. Nu China kapitaalkrachtiger wordt en buitenlandse bedrijven overneemt, krijgt het daarmee ook de techniek in handen. Die techniek wordt in China gebruikt én verbeterd. Aan het Chinese kopieergedrag zitten twee kanten, zegt Ho. Het idee bestaat dat het westen en westerse bedrijven eronder lijden. “Maar wat vaak niet belicht wordt: er ontstaat een enorme innovatie in allerlei producten en technieken, die ook ten voordeel zijn van het Westen.”

Explosief

China’s ontwikkeling kan explosief worden genoemd, aldus Haico Ebbers, voorzitter van het Europe China Institute van de universiteit van Nyenrode. In 2001 waren alle voorwaarden voor de explosie aanwezig. China werd lid van de Wereldhandelsorganisatie, waarna bedrijven zelf activiteiten in China konden ontplooien, en niet slechts via een joint venture. Anno 2011 kan er alweer veel meer dan tien jaar geleden. De Chinese middenklasse is geëxplodeerd, zegt Ebbers, waarmee een enorme nieuwe afzetmarkt is ontstaan. De VS en de EU zijn op zoek naar nieuwe afzetmarkten, en de grootste markt ligt in China. Waren de kosten in het verleden de belangrijkste reden om naar China te gaan, nu is het de binnenlandse markt. Het perspectief op China is veranderd, zegt Ebbers.

Van plastic naar hightech

De Chinese export bestond uit plastic speelgoed, schoenen, textiel, laagwaardige elektronica. De dingen die je op de kermis kon winnen, en die al kapot gingen als je ernaar keek. Nu drijft de export op hightech producten, computers, tablets, telefoons. Producten die voor een groot deel door westerse bedrijven worden gemaakt. Statistisch is het Chinese export, maar het zijn westerse bedrijven die de spullen maken en verkopen. “Deels is de Chinese innovatie onze eigen innovatie”, zegt Ebbers. Philips maakt zijn flatscreen-televisies in China. Ook dat valt onder ‘Chinese export’. De iPhone wordt voor 100 procent in China gemaakt, maar slechts 4 procent van de toegevoegde waarde is Chinees. Walmart, de grootste supermarkt van Amerika, produceert alles in China en exporteert het naar de VS: Chinese export, waarvan je je kunt afvragen wat er Chinees aan is. 25 procent van het Amerikaanse handelstekort met China komt door Walmart.

Vooral de D uit R&D

Praten over exportstromen is ingewikkelder dan wat er inkomt of uitgaat, zegt Ebbers. In hoeverre is China een werkplaats, in hoeverre is de groei autonoom? “Die vermenging neemt alleen maar toe. Boeing, Unilever, Apple, Philips, allemaal maken ze hun spullen in China. En zij trekken weer andere bedrijven aan.” R&d heeft twee componenten, aldus Ebbers. Development kun je zien als het marktklaar maken van een product. Juist daar zijn de Chinezen goed in. “Denk bijvoorbeeld aan wereldwijd verkochte telefoontjes die, met een relatief kleine aanpassing, ineens wél geschikt zijn voor de Chinese markt. Het is geen fundamentele innovatie, maar wel een verandering met grote commerciële gevolgen.” Het overgrote deel van de Chinese r&d zit in de ‘d’, aldus Ebbers. “Door de aanpassing van een product ontstaat er bijvoorbeeld een massaproduct voor de Chinese binnenlandse markt. Geely, een Chinees autobedrijf, maakt een auto voor 3.500 euro. Daarvoor heb je alleen het casco. De dealer levert de auto af op basis van de wensen van de klant. Om deze kostenreducties te bereiken, heb je een totaal andere manier van produceren nodig.”

Koelkasten zijn een ander voorbeeld. Ebbers: “Buitenlanders verkochten ze in China. Inmiddels zijn ze van de markt gedrukt door een Chinees bedrijf. De Chinese koelkasten zijn kleiner, waardoor ze in de Chinese keukentjes passen, en ze zijn leverbaar in alle gewenste kleuren.” Symbool van het Chinese veranderingstempo is de hogesnelheidstrein. Siemens begon twee decennia geleden met de zweeftrein in Shanghai, maar inmiddels worden de hogesnelheidstreinen in China door Chinese bedrijven gemaakt. De volgende stap is dat dergelijke bedrijven ook bij ons de markt opgaan. Build Your Dream, de Chinese massafabrikant van elektrische auto’s en bussen, is klaar voor de sprong naar Europa.

Ontwikkelingen in tegenspraak

Bij alle mitsen en maren over innovatie in China, is er tegelijk een onoverkomelijke situatie. Westerse multinationals hebben weinig keus: ze moeten naar China. De marktomstandigheden en de groei van de economie dicteren dat nu eenmaal.
Nog geen tien jaar geleden was de Chinese railinfrastructuur ernstig inadequaat. Nu heeft het land al meer kilometer hogesnelheidstraject dan Europa. China heeft ’s werelds snelste treinen in de reguliere dienstregeling.

De ontwikkelingen gaan zo snel dat ze soms met elkaar in tegenspraak lijken. Het land is de grootste vervuiler ter wereld, maar ook de groenste investeerder. Het investeert 9 miljard dollar aan clean energy. Per maand. Biotechnologie, nanotechnologie, de farmaceutische industrie, China wil overal in voorop lopen. Groeit het land nu bijvoorbeeld nog vooral in generieke medicijnen; fundamentele medische innovaties worden binnenkort verwacht. Een kenmerk van de Chinese ambities van de laatste jaren is, dat ze bijna allemaal zijn gerealiseerd.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Waren het voorheen de Chinezen die hun producten aanpasten aan de onze, nu is het vaak andersom. AkzoNobel geeft ­bijvoorbeeld 11 tot 12 procent van zijn r&d-uitgaven in China uit. Daarmee worden vooral producten voor de Chinezen zelf ontwikkeld. Als de Chinezen een appartement kopen of huren, verven ze de muren, legt een woordvoerder van AkzoNobel uit. Daarna wachten ze drie of vier maanden voordat ze erin trekken, omdat ze de verf vinden stinken. Verflucht is niet gezond, geloven ze. Daarom ontwikkelde AkzoNobel geurloze dekverf voor de Chinese markt, zodat de Chinezen nu sneller in hun nieuwe huisjes kunnen. Er is ook verf met dennengeur of boslucht. Dat vinden ze wel lekker ruiken.

 

Peter Wennink neemt afscheid van ASML: ‘Ik zie in hem wel de nieuwe premier’

Hij geldt als de meest invloedrijke captain of industry van Nederland. Peter Wennink, de ceo van ASML, neemt vandaag afscheid van het bedrijf. Een profiel van de man die ooit stotterde, maar nu even makkelijk een gesprek aanknoopt met de receptioniste als met de president van Zuid-Korea.

peter wennink asml ceo afscheid
Onder leiding van Peter Wennink groeide ASML uit tot het grootste bedrijf van Nederland.

Een beetje kletsen. En dat de hele dag door. Toen de dochter van Peter Wennink ruim tien jaar geleden vroeg wat haar vader nu eigenlijk deed, was dit het antwoord dat ze kreeg. Haar reactie was er eentje om in te lijsten: ‘En daar krijg je zoveel geld voor?’

Natuurlijk was het antwoord van Wennink een simplistische weergave van de werkelijkheid. Maar mensen die dagelijks bij ASML op de werkvloer te vinden zijn, zullen hier toch een kern van waarheid in ontdekken.

Ontbijten in de bedrijfskantine

Hun aanvoerder geldt namelijk als een bruggenbouwer, iemand die graag over de verschillende afdelingen loopt en daar met willekeurige mensen een gesprek aanknoopt. Hij heeft lak aan rangen en standen. Als bestuurder wil hij vooral benaderbaar zijn.

Toegegeven, dat roepen wel meer ceo’s. Om zich vervolgens het grootste deel van de dag in hun eigen bunker te verschuilen, ver weg van de werkvloer. Maar Wennink voegt de daad bij het woord. Concreet voorbeeld? De topman ontbijt elke ochtend om half acht in de bedrijfskantine, tussen het personeel in. Croissantje op het bord, kopje koffie erbij en druk in gesprek met iemand die toevallig tegenover hem zit.

Het is zijn manier om de stemming te pijlen en de boel bij elkaar te houden. Wennink hekelt eilandjes. Dat mensen niet meer weten wat de ander aan het doen is, beschouwt hij als één van de grootste bedreigingen voor een organisatie waar het gaspedaal voortdurend wordt ingetrapt.

Lees ook: Waarom ze bij ASML innoveren met mensen met autisme en ADHD

Grootste beursbedrijf van Nederland

Want dat doen ze bij ASML. Onder leiding van Wennink groeide de marktwaarde van het bedrijf naar ruim 300 miljard euro. De afgelopen tien jaar werd het aandeel ruim veertien keer zoveel waard. Dat ziet Wennink overigens ook terug in zijn eigen portemonnee. Een deel van zijn salaris is namelijk in de vorm van aandelen.

Was de omzet tien jaar geleden nog 5,2 miljard euro, inmiddels is dat gestegen naar iets meer dan 27 miljard euro in 2023. Wie Wennink langs deze financiële meetlat beoordeelt, kan niet anders concluderen dat hij een uitstekende prestatie op de mat heeft gelegd.

Of beter gezegd: zij. Want een profiel over Wennink is eigenlijk niet compleet zonder de rol van Martin van den Brink te benoemen. Ook hij neemt op 24 april afscheid tijdens de aandeelhoudersvergadering. Van den Brink was er al bij toen ASML in 1984 werd opgericht en geldt al heel lang als het technische brein van de organisatie. Wennink is weliswaar het uithangbord, maar in werkelijkheid runnen ze de tent samen.

asml martin van den brink peter wennink
Cto Martin van den Brink (l) en ceo Peter Wennink nemen op 24 april afscheid van ASML. Foto’s: ASML

Een katholieke opvoeding

Peter Wennink groeide op in Huizen, een oud-vissersdorp aan het Markermeer, niet ver van Hilversum. Zijn vader was technisch tekenaar bij Philips. Saillant detail: uit dat bedrijf zou later ASML als spin-off ontstaan. Wenninks moeder zorgde voor het gezin, dat bestond uit zes kinderen.

Het geloof speelde een prominente rol thuis. Maar dat is inmiddels niet meer het geval, zo vertelde Wennink vorig jaar nog in een podcast tegen Roelof Hemmen. Wat hij wél uit zijn jeugd meenam? De waarden en normen die er met de paplepel werden ingegoten.

‘Dat gaat vooral over verantwoordelijkheid. Niet alleen voor jezelf, maar ook voor wat er om je heen gebeurt. Het is zaliger te geven dan te ontvangen’, zo zei de ASML-topman tegen Hemmen.

‘t Gooi heeft Wennink inmiddels ingeruild voor Brabant. Hij is getrouwd, heeft twee kinderen en woont al lange tijd in Oerle, een dorpje aan de westkant van Veldhoven.

De stotterende accountant

Communiceren gaat Wennink makkelijk af. Bij de presentatie van nieuwe kwartaalcijfers is hij de man die feilloos de pers te woord staat. De volgende dag is hij alweer bij klanten over de vloer in Taiwan, waarna hij diezelfde avond nog uitgebreid dineert met de president van Zuid-Korea.

‘Weinig mensen komen op zoveel plekken als hij’, vertelt Rianne Letschert. Zij is bestuursvoorzitter van Maastricht University en sinds september 2022 aanvoerder van het Nationaal Groeifonds. Wennink staat haar bij als vicevoorzitter, een rol die hij volgens haar uiterst serieus neemt.

‘Ik had hem gistermiddag nog even aan de lijn. Meestal begin ik het gesprek met de vraag waar hij deze keer nou weer beland is. Wat daarbij opvalt, is dat hij bijna altijd meteen opneemt of snel reageert. Of hij nu in de Verenigde Staten of Zuidoost-Azië is. Gesprekken met hem zijn in ieder geval altijd boeiend.’

Dat is best opmerkelijk te noemen, als je bedenkt dat Wennink lang heeft gestotterd. Tegenover het FD zei hij daarover twee jaar geleden nog: ‘Ik weet nog heel goed dat een mede-partner bij Deloitte zich hardop afvroeg of ze iemand die stottert wel partner konden maken. Terwijl ik naast hem stond. Toen ik later cfo werd bij ASML, vonden ze dat natuurlijk geweldig bij Deloitte. Maar ik wist dat nog wel.’

peter wennink ceo asml
Peter Wennink. Foto: ASML

Speelbal in handelsoorlog

Toen Wennink in 1999 bij ASML aan de slag ging, had het gros van Nederland nog nooit van dit bedrijf uit Veldhoven gehoord. Hoe anders is dat vandaag de dag. De voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, noemde de chipmachinebouwer tijdens een werkbezoek zelfs één van de belangrijkste bedrijven in de wereld.

In de mondiale markt voor halfgeleiders spelen de Veldhovenaren een cruciale rol. Negen van de tien nieuwe chipmachines komen hier vandaan. Ze worden gebruikt om de meest geavanceerde chips te produceren die wij nodig hebben voor onze smartphones, elektrische auto’s en laptops.

Deze prominente positie zorgt inmiddels voor spanningen op het wereldtoneel. De Amerikaanse overheid legde zelfs exportrestricties op voor China, nota bene de markt waar voor ASML de meeste groei te vinden is. Zo is Peter Wennink, de tweede zoon uit een naoorlogs gezin waar nooit ruimte was voor al te veel luxe, het middelpunt geworden van een handelsoorlog op het allerhoogste niveau.

Lees ook: ASML: van spin-off van Philips naar speelbal in chipoorlog met China

Zo laveert hij continu tussen grote belangen. Die van aandeelhouders, klanten, leveranciers en – in dit geval – twee grootmachten. Het is een ingewikkeld schaakspel, maar Wennink voelt zich daarbij als een vis in het water.

Zorgen over de toekomst

Het bewaren van de harmonie vindt hij belangrijk. Toch weerhoudt hem dat niet om zo af en toe flink uit te halen. In september waarschuwde hij nog dat Europa achterop dreigt te raken in de wereld. ‘We hebben veel losse oplossingen, maar die zijn niet met elkaar verbonden. De overheid moet een langetermijnvisie geven. Die is er niet, het ontbreekt aan focus.’

Letschert ziet een man met zorgen over de toekomst van Nederland. ‘Hij snapt niet dat politici standpunten innemen die niet goed zijn voor de economie en onze maatschappij. Daar kan hij heel fel in zijn.’ Als voorbeelden noemt ze het strengere beleid voor buitenlandse studenten en kenniswerkers.

Peter Wennink: nieuwe premier van Nederland?

Op 24 april is de jaarvergadering bij ASML. Dan zal Christophe Fouqet worden voorgedragen als nieuwe topman van het bedrijf. Diezelfde dag nog leggen Wennink en zijn co-president Van den Brink hun taken neer.

Lees ook: Nieuwe ASML-ceo Christophe Fouquet krijgt een riante erfenis mee, maar ook een paar hoofdpijndossiers

En dan, tijd voor een welverdiend pensioen zou je denken. Rianne Letschert denkt niet dat het daar al van komen gaat. ‘Peter is enorm bevlogen. Hij is nog veel te scherp en fit om achter de geraniums te gaan zitten. Die gaat geheid snel een andere functie bekleden.’

Die van bewindsman wellicht? Letschert vindt het geen slecht idee. ‘Hij is de ideale minister van Economische Zaken, iemand die zich bekommert om het toekomstig verdienvermogen van Nederland en belangrijke integrale vraagstukken als talentontwikkeling, digitalisering en de arbeidsmarkt. Er zijn bovendien weinig mensen met zo’n wereldse blik als hij. Weet je, eigenlijk zou ik in hem zelfs de nieuwe premier zien.’

Minister-president Peter Wennink. Wie kan het de onderhandelaars in Den Haag influisteren?

De burgemeester van Veldhoven over Peter Wennink

marcel delhez burgemeester veldhoven
Marcel Delhez. Foto: Brigit Strijbos

Als burgemeester van Veldhoven heeft Marcel Delhez met enige regelmaat contact met Peter Wennink. ‘Niet om vergunningsaanvragen erdoorheen te krijgen hoor, dat loopt gewoon via de reguliere afdeling. Maar we praten natuurlijk wel over de toekomst van ASML en de impact daarvan op onze gemeente’, aldus Delhez.

Daarmee doelt hij onder meer op woningbouw, openbaar vervoer en het vastlopende wegennet rondom Veldhoven. Delhez heeft met Wennink een bestuurder die zeer betrokken is bij zijn omgeving. Ook als het niet om niet-ASML gerelateerde kwesties gaat trouwens. ‘Zo heeft hij me ooit gebeld over een noodgebouwtje voor de basisschool in Oerle. Ook met dit soort dingen is hij in zijn hoofd dan bezig dus.’

Delhez typeert hem als iemand die nooit een rookgordijn optrekt. What you see is what you get. ‘Peter is doorgaans zeer uitgesproken en tegelijkertijd heel no-nonsense. Als we elkaar rond lunchtijd treffen in de toren van ASML, dan staat er geen uitgebreid buffet op tafel. Gewoon was broodjes met ham en kaas, dat vindt hij voldoende.’

.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

.

Lees ook: Hoe deze drie blinde vlekken ASML pijn hebben gedaan