Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Advertorial – KPN

Het Nieuwe Werken: beter voor medewerkers en milieu  

Mensen staan centraal in Het Nieuwe Werken. Dankzij deze nieuwe manier van werken zitten medewerkers beter in hun vel, werken ze efficiënter en zijn ze productiever. Dat gaat niet vanzelf. Zo zijn bijvoorbeeld ICT-middelen en ondersteuning van het management nodig.

 

Moderne technologieën zorgen voor aanzienlijke veranderingen bij bedrijven en in het privéleven van mensen. In het geval van Het Nieuwe Werken, waarover ondernemingen en organisaties zich momenteel buigen, speelt een aantal zaken een rol. “Het gaat niet alleen om het inzetten van technologische middelen of een andere huisvesting, als je medewerkers de mogelijkheid geeft om waar en wanneer dan ook te kunnen werken”, zegt Esther van Zeggeren, directeur marketing, strategie en innovatie bij de Zakelijke Markt van KPN. “De mens staat centraal in Het Nieuwe Werken. Het belangrijkste is dat wordt nagedacht over de manier waarop mensen samenwerken als ze niet meer dagelijks van negen tot vijf in een gezamenlijk kantoor hun arbeid verrichten. Er zijn natuurlijk voordelen. Wanneer medewerkers bijvoorbeeld een deel van de week vanuit huis werken, zitten ze minder in de auto, zijn ze minder tijd kwijt in de file, of kunnen ze eventueel eerst hun kinderen naar school brengen. Bijzonder is dat dit resulteert in een hogere productiviteit. Mensen delen hun tijd beter in en werken veel effectiever. Ze zijn namelijk geconcentreerd op het resultaat.”

Vitaliteit

Een niet te onderschatten extra voordeel is dat mensen beter in hun vel zitten als ze de mogelijkheid krijgen om hun tijd en werkplek zelf in te delen. De vitaliteit van medewerkers neemt toe. Uit het medewerkerbetrokkenheidsonderzoek van KPN blijkt dat medewerkers die meedoen aan Het Nieuwe Werken bijvoorbeeld significant meer betrokken zijn. Ook zien ze meer mogelijkheden voor persoonlijke groei en loopbaanontwikkeling. De overgang naar een andere manier van werken gaat echter niet altijd zonder slag of stoot. “Er bestaat geen vast stramien waar organisaties zich aan kunnen conformeren”, zegt Van Zeggeren. “Verschillende medewerkers zullen verschillend reageren op de veranderende omstandigheden. Waar de een zich met gemak aanpast aan flexibele werktijden en werkplekken, zal de ander meer moeite hebben om te wennen. Er gaat een leer- en gewenningsproces aan vooraf.”

Managementattitude en eigen ervaring

Het management moet zorgen dat duidelijke afspraken over productiviteit, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid worden gemaakt en nagekomen. Er verandert op zich niets aan de werkrelatie van werknemers met de organisatie, en ook de verstandhouding tussen het bedrijf en zijn leveranciers blijft hetzelfde; wat anders wordt zijn de werkomstandigheden. “Als manager word je geacht jouw teamleden te faciliteren”, legt Van Zeggeren uit. “Je kunt niet langer meer sturen op aanwezigheid van medewerkers – wat als je erover nadenkt geen enkele garantie biedt voor output en productiviteit. Het vraagt om een andere managementattitude. Je moet sturen en toetsen op resultaat.” KPN ondersteunt zijn eigen medewerkers hierbij door bijvoorbeeld workshops te organiseren over het onderwerp, door ruimten te creëren waar collega’s elkaar informeel kunnen ontmoeten als ze op kantoor zijn en ook door middel van een intern socialmediaplatform, waarop medewerkers ook als ze op andere locaties werken informeel contact kunnen houden. Van Zeggeren: “Ruwweg zie ik dat sommige collega’s direct vanaf dag één overstappen op Het Nieuwe Werken en daar heel gelukkig mee zijn. Anderen doen er iets langer over om te wennen, terwijl een derde groep er om verschillende redenen helemaal niets mee heeft. Ze hebben bijvoorbeeld geen mogelijkheid om thuis te werken. En soms laten specifieke werkzaamheden van een bedrijf Het Nieuwe Werken niet toe.”

Milieu en maatschappij

“De meeste mensen passen zich toch snel aan de nieuwe omstandigheden aan, zien de voordelen en maken daar ook gebruik van”, zegt Van Zeggeren. “Tijd- en plaatsonafhankelijk werken biedt ook een bedrijf voordeel. De huisvestingskosten en reisvergoedingen zijn bijvoorbeeld veel lager. Bovendien draagt het bij aan het maatschappelijk en sociaal belang. Het is onderdeel van de oplossing voor bijvoorbeeld de mobiliteitsproblematiek. Als er minder woon-werkverkeer is, zijn er ook minder files, zodat het milieu en de economie er wel bij varen. Vergeet niet dat er ook sprake is van een nieuwe generatie werknemers voor wie laptops, smartphones en internet doodgewoon zijn. Duurzaamheid, milieubewustzijn, een betere balans van werk en privé, en eigen verantwoordelijkheid staan voor hen voorop. Zij hechten net zo veel waarde aan welzijn als aan welstand. Als organisatie moet je hen daarin ondersteunen. Nu noemen we dat nog Het Nieuwe Werken, maar over een aantal jaar is het volledig ingeburgerd.”
KPN is niet alleen zelf bezig met het implementeren van Het Nieuwe Werken in de eigen organisatie. “Wij beschikken ook over de infrastructuur, de technologie en de knowhow om onze klanten te ondersteunen bij Het Nieuwe Werken. Verschillende bedrijven hebben uiteraard verschillende behoeften, al naar gelang hun grootte, branche en vorm van dienstverlening. Als toonaangevende leverancier van ICT-diensten, vooral door de samenwerking met Getronics, kan KPN er met de juiste ICT-oplossingen aan bijdragen om Het Nieuwe Werken tot een succes te maken.”

KPN

Zakelijke Markt
Postbus 30000, 2500 GA Den Haag
Telefoon: (070) 343 43 43
E-mail: [email protected]
www.kpn.com/zakelijk
 

IT-schaarste? 7 redenen waarom remote teams een logische oplossing zijn

In samenwerking met Gapstars - Terwijl de vraag naar IT-talent stijgt, blijft het aanbod nog altijd schaars. Daarin wint het samenstellen van remote teams als oplossing steeds meer terrein. 'Je moet het zien als het inhuren van een team aan nieuwe IT-collega's die fulltime op afstand werken', zegt Hugo Hemmen, ceo en oprichter van Gapstars.

gapstars hugo hemmen ceo it schaarste remote werken
Hugo Hemmen is ceo van Gapstars. Foto: Getty Images / Gapstars

1. IT’ers zijn schaars

Het is bepaald geen breaking news, maar mocht je het toch hebben gemist: IT’ers zijn extreem schaars. Momenteel zijn er zo’n 580.000 Nederlanders werkzaam in IT-functies. Van deze groep heeft slechts 6,8 procent een actieve positie op de arbeidsmarkt, significant lager dan het landelijk gemiddelde van 11,5 procent voor de hele Nederlandse beroepsbevolking.

‘Die schaarste zal de komende jaren verder uitbreiden’, zegt Hugo Hemmen, oprichter en ceo van Gapstars, dat bedrijven helpt met het bouwen, onderhouden en ontwikkelen van remote IT-teams. ‘Je ziet dat het gebrek aan IT-talent nog steeds invloed heeft op de beslissingen van bedrijven én de businessplannen die eraan hangen. Ik heb in de acht jaar dat wij zelf bezig zijn de schaarste alleen maar nijpender zien worden.’

2. Groei van IT houdt aan

Terwijl het aantal IT’ers op de arbeidsmarkt dus bovenal schaar is, zit er geen rem op de groei van de techindustrie. Nederland heeft er recent met Mews en DataSnipper weer twee nieuwe tech-unicorns bijgekregen. ‘Je ziet steeds meer bedrijven, groot of klein, inzetten op automatisering, digitalisering en robotisering’, zegt Hemmen. ‘Dat zorgt alleen maar voor meer vraag naar talentvolle IT’ers.’

Arbeidsmarktdatabedrijf Intelligence Group verwacht dat het IT-vakgebied in 2030 zo’n 8,5 procent van de totale beroepsbevolking zal uitmaken. Op dit moment is dat nog 6 procent. ‘Trends als cloud computing, big data, cybersecurity, artificial intelligence (AI) en het Internet of Things (IoT) zijn de sleutelfactoren die deze groei ondersteunen. Het is een beetje wachten op de volgende techboom.’

3. Onvoldoende IT-personeel kost groei én omzet

En voor wie nog twijfelt aan de gevolgen van die schaarste: het beperkt uiteindelijk de omzetmarges én de groeimogelijkheden, zo stelt onderzoek van Linden-IT. In een onderzoek onder meer dan 1.000 hr-verantwoordelijken geeft 20 procent aan dat hun organisatie de afgelopen twee jaar een lagere winst heeft behaald vanwege een tekort aan IT-talent.

Dat treft voornamelijk grote organisaties, waar meer dan 35 procent van de ondervraagden aangeeft dat dit een negatieve impact heeft op de groei van hun bedrijf. In tegenstelling tot grote bedrijven ervaren kleine en middelgrote ondernemingen minder vaak dit probleem, met slechts 22 procent die dezelfde zorgen deelt. Bovendien missen grote organisaties door deze kwestie ook vaker winst, met een significant verschil van 35 procent tegenover 16 procent bij de kleinere bedrijven.

4. IT’ers werken liever remote

Terwijl IT’ers in de praktijk dus nog vaak een hide and seek-spelletje spelen met potentiële werkgevers, is het vrij duidelijk waar ze precies zijn: thuis. Bijna 68 procent van alle werknemers in de technologiesector wereldwijd werkt volledig remote. ‘Als je IT-talent zoekt, kun je niet van ze verlangen dat ze vijf dagen naar kantoor komen’, zegt Hemmen. ‘Je moet inspelen op hun wensen en behoeften.’

Thuiswerken is voor de IT’er al langer heel gewoon. Professionals in de IT-sector hebben al járen ervaring met het op afstand samenwerken en communiceren. Bovendien hebben IT-experts die samenwerken met teams verspreid over verschillende continenten, zich al vaker aangepast aan flexibele werkschema’s om rekening te houden met de tijdsverschillen.

5. Remote teams zijn productiever

Volledig of gedeeltelijk thuiswerken blijkt ook een positief effect te hebben op de productiviteit van medewerkers, zowel vanuit het perspectief van werknemers als werkgevers. Zo geeft 40 procent van werkend Nederland aan productiever te zijn vanuit huis. Onder IT-professionals ligt dit percentage zelfs nog iets hoger, op 45 procent.

6. Kostenbesparing

Door je IT te outsourcen, hoeven bedrijven geen kantoorruimte te huren, te investeren in dure apparatuur óf te voorzien in vergoedingen voor woon-werkverkeer. Maar dan heb je nog altijd twee opties, ziet Hemmen. Kies je voor een off-shore of een near-shore team? ‘Dat is voor ons letterlijk het verschil tussen Sri Lanka en Portugal.’

‘Off-shore is meer voor bedrijven die wat meer risico durven te nemen en overtuigd zijn van het idee dat de mensen écht niet om de hoek hoeven te zitten. Je krijgt daardoor een betere businesscase, omdat arbeid daar veel goedkoper is. De keerzijde is dat je te maken krijgt met grotere cultuurverschillen én tijdverschil.’

7. Een bredere talentpool

Door te werken met remote teams, gaat er letterlijk en figuurlijk een wervingswereld voor je open. Met een team op afstand zijn bedrijven niet langer beperkt tot de lokale talentenpool. Ze kunnen kandidaten uit de hele wereld aantrekken, waardoor de kans groter wordt dat ze de juiste vaardigheden en expertise vinden.

Dat betekent overigens niet dat je anders met talent moet omgaan, ziet Hemmen. ‘Als je ze eenmaal hebt, wil je ze behouden. Alle dingen die je normaliter voor je personeel in Nederland zou doen, blijven gelden. Je moet het zien als het inhuren van een team aan nieuwe IT-collega’s die fulltime op afstand werken. Dat is wat ons betreft ook de sleutel tot succes én een harde eis als we met nieuwe klanten gaan werken.’

Gen Z wil niet werken? Bedrijven weigeren juist om te innoveren

Jonge werknemers willen liever een vierdaagse werkweek. Toch zijn veel werkgevers daar nog huiverig voor, ziet Gen Z-expert Laura Bas. Terwijl uit onderzoek na onderzoek blijkt dat het beter is voor iedereen. 'De data liegen er niet om.'

laura bas generatie z vierdaagse werkweek

Niet harder, maar slimmer werken: sinds we met de komst van AI in een digitale stroomversnelling terecht zijn gekomen, lijkt dit wel de nieuwe heilige graal te worden. Sprekers, consultants en AI-tools die deze belofte aanbieden, worden met veel bombarie binnengehaald bij organisaties.

Totdat het over het inkorten van onze werktijd gaat. Kritiek daarop hebben is uit den boze.

Vier dagen werken is beter

Ik zie dagelijks in de praktijk grote verbazing als generatie Z onder het mom van een goede werk-privébalans (niet harder maar slimmer werken, toch?!) voorstelt om vier dagen te werken. Vaak wordt er direct gewezen naar de arbeidskrapte die in veel sectoren nijpend is. Deze ‘werkethos’ wordt eerder gezien als een onderdeel van het probleem dan als een oplossing.

Maar het is juist een groot misverstand om te denken dat een vijfdaagse werkweek cruciaal is voor het behalen van goede prestaties of het oplossen van de arbeidskrapte. Sterker nog: met vier dagen werken ben je vaak net zo productief als met vijf, en het levert organisaties ook nog eens meer geld op.

Zo deed dr. Dale Whelehan, onderzoeker en ceo van 4 Day Week Global, in meer dan 300 organisaties wereldwijd pilots met een vierdaagse werkweek mét behoud van salaris. De resultaten waren verbluffend. Van de meer dan 300 organisaties zette 91 procent de vierdaagse werkweek voort. Medewerkers kregen in die vier dagen net zo veel voor elkaar, en ze waren ze ook nog eens energieker en creatiever. Ook namen de burn-outklachten en het ziekteverzuim af.

Lees ook: De mythe van fulltime werken: 4 tips om parttime aan de top te komen

Casus uit IJsland

Een mooi voorbeeld hiervan is een casus uit IJsland in de zorgsector. De zorg kampte ook daar met personeelstekorten, waardoor er sprake was van een hoge werkdruk. Dat leidde tot veel burn-outs en uiteindelijk een hoog verloop. Door het introduceren van de vierdaagse werkweek moest de zorginstelling meer personeel aannemen, maar hielden ze onder aan de streep toch meer geld over.

Dit kwam doordat de uitval, burn-outs en ziektegevallen aanzienlijk terugliepen, en de recruitmentkosten gelijktijdig drastisch daalden: nu mensen vier dagen konden werken met behoud van salaris werd de zorg ineens weer aantrekkelijk.

Als klap op de vuurpijl bespaarden ze ook nog veel geld op een van de grootste kostenposten: ze hoefden amper nog gebruik te maken van zzp’ers.

 Volg MT/Sprout nu ook op WhatsApp

Macho werkcultuur

Nu is de zorg een voorbeeld waarin er daadwerkelijk meer personeel moest worden geworven, maar op kantoren zou het invoeren hiervan toch een stuk makkelijker moeten gaan. Toch is er vanuit Nederlandse werkgevers nog weinig interesse.

Volgens expert Louis Goulmy heeft dit ermee te maken dat we in Nederland een macho werkcultuur hebben, waarbij lange dagen maken en veel werken wordt gelinkt aan motivatie, ambitie en betrokkenheid. Daarnaast focussen werkgevers zich te veel op het uurloon dat bij het behoud van salaris hoger wordt, in plaats van wat het de organisatie oplevert.

Het is volgens Goulmy dan ook een mythe om te denken dat tijd gelijk staat aan productiviteit. Het gaat er namelijk niet om wat je voor elkaar krijgt in een uur, maar om wat je voor elkaar krijgt in een week, maand of jaar.

Daarbij zien werkgevers vaak over het hoofd dat rust en herstel net zo cruciaal zijn voor het leveren van goede prestaties dan het daadwerkelijke werk zelf. Juist omdat we hier zo onterecht aan vastklampen gaan mensen zelfs 4 x 9 werken, om toch hun vereiste aantal uren te halen. Terwijl dat extra uur onder aan de streep juist verlies aan productiviteit oplevert, aldus Goulmy.

Beter voor alle generaties

Toch is er nog hoop voor Nederland. Volgens Whelehan bevindt iedere organisatie zich in drie verschillende fases van ontkenning. Dat begint met: dit is niet mogelijk. Gevolgd door: dit kan wel, maar niet in mijn sector. En het eindigt met: dit kan wel in mijn sector, maar niet in mijn organisatie.

Dat terwijl de data en onderzoeken er niet om liegen. Hoogste tijd dus om in plaats van afkeurend te reageren op de wens van de jongste generatie om vier dagen te werken en hen als lui te bestempelen, juist organisatiebreed en generatiebreed de handen ineen te slaan. Uiteindelijk is de vierdaagse werkweek niet alleen beter voor generatie Z, maar voor alle generaties.

Lees ook deze columns van Laura Bas over generatie Z:

Natuurlijk overwicht is aan te leren: zo ga je van chihuahua naar olifant

Jij bent de expert, maar in vergaderingen kom je er amper tussen. Je begint met je uitleg, maar je wordt onderbroken of zelfs gekleineerd. Wat jij mist is natuurlijk overwicht. Het goede nieuws: dat is aan te leren.

natuurlijk overwicht marinda hall still ze gaat wat zeggen

De knop van Marinda Hall gaat om wanneer ze als 15-jarige een bijbaantje krijgt in een subtropisch zwemparadijs. Het is haar taak om op te letten: wie leegt zijn fles shampoo in het bubbelbad? Wie smeert zich in met mayonaise om sneller van de glijbaan te gaan?

Ze doet eerst haar mannelijke collega’s na, maakt zich groot en schreeuwt tegen bezoekers dat ze moeten ophouden. Het gevolg: ze wordt totaal genegeerd of ze krijgt een grote bek terug. Soms wordt ze zelfs in het water gesmeten. Afdruipen, maar dan letterlijk.

Zo leert Hall dat ze voor meer natuurlijk overwicht gewoon haar eigen stijl moet ontwikkelen. Ze zoekt voortaan oogcontact en geeft subtiele nee-knikjes aan jongens die de fout in dreigen te gaan. Dat werkt, ook omdat niemand gezichtsverlies lijdt.

Natuurlijk overwicht is niet zo natuurlijk

Natuurlijk overwicht is dus niet zo natuurlijk. Het vereist zelfkennis, het goed kunnen inschatten van situaties en het publiek. En de flexibiliteit om gedrag en de boodschap aan te passen om het doel te bereiken. Maar die mix moet wel authentiek blijven; kopiëren en acteren werkt niet.

Vandaag staat Hall als dagvoorzitter op vele podia in Nederland, werkt ze als communicatiedeskundige en expert in natuurlijk gezag. Op 15 mei wordt haar eerste boek Stil, ze gaat wat zeggen gelanceerd. Daarin vertelt ze over dat bijbaantje in het zwembad, maar er staan meer eigen ervaringen in.

Ze helpen allemaal om uit te leggen hoe je van binnen en van buiten meer natuurlijk gezag kweekt. Hall koppelt aan de lancering van haar boek een symposium en de oprichting van een nieuw genootschap voor vrouwen.

Het spotlight-effect helpt

Voor MT/Sprout focussen we op een aantal tips uit haar boek die werken voor iedereen: m/v/x. Wat doe je niet en wat doe je wel om je natuurlijk gezag te versterken?

Niet doen: je publiek vertellen hoe bloednerveus je bent voor die presentatie. Zelfs al staan de rode vlekken in je nek en het zweet in je handen, schrijft Hall. Door je zenuwen te delen, geef je je toehoorders een ongemakkelijk gevoel. Ze kunnen je namelijk op dat moment niet helpen.

Lees ook: Dit is de grootste blunder bij presentaties (die bijna iedereen maakt)

Wel doen: vertel iemand die je vertrouwt hoe nerveus je bent. Vraag hem of haar om een bemoedigende knik, glimlach of duim omhoog tijdens je presentatie. En als die collega niet aanwezig is, vertrouw dan wat meer op het spotlight-effect.

Mensen denken vooral aan zichzelf, niet aan jou. Je bent niet het centrum van de aandacht, de wereld draait echt niet om jou. Zelfs wanneer je op het podium staat, zitten mensen vaak niet op te letten.

Tem die bewijsdrang

Niet doen: overcompenseren wanneer je je onzekerheid wil verbloemen. Je bent jezelf dan groter aan het maken dan je bent. Je bezig met hoe deskundig je overkomt. Hoe je slim kunt inhaken met je opmerkingen.

Juist omdat je zo met jezelf bezig bent, legt Hall uit, mis je de connectie met je gesprekspartner en sla je de plank mis.

marinda hall
Marinda Hall is een expert in natuurlijk overwicht. Foto: Peter Roelofs

Bewijsdrang gaat ook over kilo’s aan woorden gebruiken om een zo compleet mogelijk beeld te schetsen. Vooral in online vergaderingen is dat een valkuil, omdat je de reacties van de luisteraars niet goed kunt zien, vooral de non-verbale niet.

Zie dat niet als een signaal om jouw punt op een andere manier uit te gaan leggen, meer voorbeelden te geven, of verder te gaan verdiepen. Betrouwbaar overkomen is niet alles wat jij weet of belangrijk vindt in de hoofden van anderen te persen.

Wel doen: Gun jezelf de rust in je hoofd om te focussen op je werk in plaats van je imago. Maak je opmerkingen, wanneer ze relevant zijn, niet wanneer je onzekerheid oplaait.

Betrap je jezelf erop dat je maar aan het doorratelen bent? Stop, zegt Hall. Onderbreek jezelf, zeg dat het wel genoeg is geweest van jouw kant. Vraag liever hoe je collega’s ertegen aankijken.

Lees ook: Waarom assertief zijn niet helpt bij grenzen stellen

Loop niet op de troepen vooruit

Niet doen: de oplossing in de groep gooien, zelfs al zie jij die van mijlenver aankomen. Dat zal alleen maar tot weerstand en frustratie leiden. Jij hebt al de kans gehad om over risico’s, stakeholders en andere zaken na te denken.

De anderen niet en dus word je genegeerd of wordt jouw oplossing meteen aan de kant geschoven.

Wel doen: Natuurlijk overwicht gaat niet over op de troepen vooruitlopen. Het gaat over ze meekrijgen en over invloed hebben. Geef je collega’s de tijd en de ruimte om zelf tot een conclusie te komen.

Breng eerst het probleem in de groep. Laat de anderen er even over nadenken. Wanneer ze er klaar voor zijn, breek je in op het gesprek met de oplossing. Formuleer die oplossing niet als een vraag, wees stellig, kort en krachtig en kom met duidelijke argumenten.

Maak van die chihuahua een olifant

Niet doen: bewegen als een chihuahua. Druk doen, zigzaggend door de kamer gaan, snel afgeleid zijn, onrustige blikken werpen, zo beschrijft Hall jouw gejaagde gedrag. Daarmee wek je alleen maar de indruk dat je zenuwachtig bent.

Zo maak je de mensen om je heen onrustig. Je laat ze namelijk onbewust denken aan gevaar, ze worden alert.

Wel doen: gecontroleerd en bewust bewegen, levert meer aanzien op. Laat je inspireren door de bewegingen van de olifant, is de tip van Hall. Doelbewust, kalm, jij laat je niet gek maken en door niets intimideren.

Sta rechtop, zo straal je meer kracht uit. Houd je hoofd stil in plaats van schuin en knik niet te vaak om iets te bevestigen. Let ook even op je gezicht wanneer je geconcentreerd bent. Frons je je wenkbrauwen en knijp je je ogen dicht?

Lees ook: Nerveus? Zo krijg je je zenuwen onder controle

Let op je resting bitch face

Met zo’n resting bitch face lijk je chagrijnig, afwijzend, veroordelend, waarschuwt Hall. Mensen worden dan bang van je. Voeg iets toe aan je uitdrukking. Hou je duim en wijsvinger bij je kin, zodat je een meer denkende houding aanneemt.

Loop je altijd met een Barbie-glimlach rond? Dan vragen de mensen zich af of die wel echt is. Maskeer je hiermee je onzekerheid? Wil je soms aardig worden gevonden? Je komt met een brede glimlach wel warm over, maar ook minder competent. Zet die glimlach dus niet vast op je gezicht, wees selectiever voor meer natuurlijk overwicht.

marinda hall stil ze gaat wat zeggen

Stil, ze gaat wat zeggen – Iedereen overtuigen met natuurlijk gezag is geschreven door Marinda Hall. Het boek is onder meer te bestellen via managementboek.nl.

.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

.

 

Voor jonge werknemers zijn ontmoetingen op kantoor cruciaal voor hun ontwikkeling

Hybride werken heeft voordelen, maar vooral voor de oude garde die al een netwerk heeft opgebouwd binnen een bedrijf. Voor jongere werknemers zijn fysieke ontmoetingen van groot belang, zegt onderzoeker Marco van Gelder in de nieuwste aflevering van podcast De Werkprofessor.

de werkprofessor marco van gelder

Van Gelder is een expert in workplace innovation. Hij is verbonden aan Tilburg University en werkzaam bij Veldhoen + Company. Hij doet onderzoek naar technologische innovatie op de werkvloer, bijvoorbeeld op het gebied van hybride werken.

Deels op kantoor en deels thuis werken heeft veel voordelen. Zo kan het de productiviteit van werknemers verhogen. Maar fysieke ontmoetingen blijven belangrijk, zeker als het gaat om het leggen van contacten.

Voor oudere werknemers is dat minder van belang. Die hebben al een netwerk opgebouwd binnen een bedrijf en kunnen prima op dezelfde voet doorgaan.

Maar mensen die nog aan het begin van hun carrière staan, hebben dat netwerk niet. Directe interactie met collega’s is voor hen essentieel voor hun professionele ontwikkeling en integratie in de bedrijfscultuur.

‘Oudere werknemers drijven op sociaal kapitaal uit het verleden’, zegt Van Gelder in de podcast. ‘Ze hebben een morele verantwoordelijkheid om terug te geven aan een nieuwe generatie.’

Beluister de nieuwste aflevering van de podcast ‘De Werkprofessor’. Of abonneer je via de podcast-app van jouw keuze. Nieuwe afleveringen verschijnen elke twee weken op maandag.

.

Heb je vragen of input? Neem dan contact op met Wendy van Ierschot via [email protected]. Benieuwd naar de volgende gast in ‘De Werkprofessor’ of wil jij als eerste de teaser van de volgende aflevering horen? Volg dan ‘De Werkprofessor’ op LinkedIn.

Ja, Gen Z verwacht een hoog salaris – en dat is niet meer dan terecht

De salariseisen van Gen Z lijken op papier fors. Toch valt het mee als je dat in perspectief plaatst, schrijft Gen Z-expert Laura Bas. De echte winst is te behalen in de communicatie. Want waarom is het vaak zo onduidelijk wat je moet doen om salarisverhoging te krijgen?

generatie z salaris

‘Net uit de luiers, fris uit de schoolbanken, maar wel een salaris vragen waar ik bijna tien jaar voor heb moeten werken!’, brieste een manager tijdens een consultancyklus.

Ook ik kan dit beamen: de salariseisen van de nieuwste generatie werknemers zijn fors. Toch zijn er veel misverstanden over Gen Z’ers en het loon dat ze vragen. Want als je het in perspectief plaatst, valt de buitensporigheid wel mee. En de echte winst is bij veel organisaties niet altijd te halen bij het salaris zelf, maar vooral bij de communicatie hierover.

Het leven is stukken duurder geworden

Om te beginnen met de salariseis: een koophuis is anno 2024 iets voor de elite. Zo constateerde taxatiebedrijf Calcasa vorige maand dat je met een modaal inkomen volslagen kansloos bent om een gemiddeld koophuis te kunnen kopen. Het verkrijgen van een sociale huurwoning lijkt eveneens een lot uit de loterij; in 2022 wisten 22 mensen zonder voorrangsregeling zo’n woning in Amsterdam te bemachtigen.

Maar het zijn niet alleen de (huur)woningen die flink duurder zijn geworden: de inflatie in datzelfde jaar piekte op 14,5 procent. Een moeilijke tijd voor iedereen zou je denken, maar niets is minder waar. Zo concludeerde het CBS al dat de (operationele) winsten van grote ondernemingen met 60 procent zijn toegenomen en de dividenduitkeringen met 107 procent. De medewerkers van deze winstgevende bedrijven zagen hier, ondanks hun oplopende kosten, weinig van terug: de lonen stegen met slechts 7 procent.

Lees ook: Generatie Z lui? Nergens zijn zoveel jonge mensen aan het werk als in Nederland

Ook de jeugd wordt door deze ontwikkelingen sterk geraakt in haar portemonnee: uit onderzoek van Deloitte blijkt dat 40 procent van Gen Z’ers van salarisstrook tot salarisstrook leeft, en dat een van hun grootste zorgen de kosten van levensonderhoud zijn. Om nog maar te zwijgen over hun fikse studieschuld door het ruim achterhaalde leenstelsel. Niet gek dus dat ze naast stijgende kosten ook meer salaris beginnen te vragen.

Wees transparant over het salaris

Aan de ‘hoge’ salariseisen kun je als organisatie weinig veranderen, maar aan de communicatie hieromtrent wel. Een pijnpunt van veel organisaties is dat het sollicitatieproces regelmatig stukloopt op de salarisonderhandeling, waarbij de verwachtingen niet helemaal op één lijn blijken te liggen.

Een klein onderzoek wijst uit dat het salaris vaak onvindbaar is in de vacature en is vervangen door de term ‘marktconform’. Maar als het salaris daadwerkelijk zo ‘marktconform’ is, waarom zet je het dan niet in de vacature?

 Volg MT/Sprout nu ook op WhatsApp

De frustratie is aan de andere kant net zo groot. Ik hoor vaak van jonge mensen dat ze niet weten hoe ze op een ‘professionele’ manier vooraf naar het salaris kunnen vragen. Uit angst om als ‘geldwolf’ over te komen, slaan velen deze stap over. En als ze het wel doen, krijgen ze vaak te horen dat het ‘van hun ervaring afhangt’, waardoor het lastig is om hierover concrete uitspraken te doen.

Uiteindelijk zijn zij net zo teleurgesteld als ze na het doorlopen van de hele sollicitatieprocedure ontdekken dat ze met die salarisindicatie nooit aan het proces waren begonnen. Door proactief een salarisrange in de vacature op te nemen, bespaar je de organisatie niet alleen een hoop teleurstellingen, maar ook vooral veel tijd.

Duidelijke criteria voor salarisverhoging

Hetzelfde geldt voor de vraag om salarisverhoging, die bij de jongste generatie vaak op een ietwat onverwacht – lees: vooral snel – moment blijkt te komen.

Hoewel ik het ermee eens ben dat de vaart hierin best mag worden verminderd, verwonder ik me er tegelijkertijd over dat in veel bureaucratische organisaties, waar van alles is vastgelegd en overal protocollen voor zijn, vrij weinig mensen je kunnen vertellen wat je concreet moet doen om bijvoorbeeld manager te worden of hoe je een salarisverhoging krijgt.

Een van de dingen waarin Gen Z erg goed is, is het stellen van de ‘waarom’-vraag: ‘waarom krijg ik dan geen salarisverhoging?’ Probeer dit niet te zien als een ordinaire vraag om meer geld, maar als een roep om verduidelijking.

Als organisatie kun je hierop inspelen door vooraf duidelijke en ambitieuze doelstellingen te koppelen aan een salarisverhoging of promotie. Laat een salarisstijging in ieder geval niet alleen afhangen van een jaarlijkse beoordeling, die vaak relatief abstract is en lang niet altijd meetbaar zijn.

Het goede nieuws

Dat het leven duurder wordt als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen en politieke keuzes is een gegeven waar beide partijen niet directe invloed op hebben, maar wel mee moeten omgaan.

Het goede nieuws is dat de omgang met de salarissen uiteindelijk neerkomt op het creëren van transparantie en duidelijkheid. Maar dat iets simpel klinkt, betekent nog niet dat het eenvoudig is.

Lees ook ons interview met Laura Bas over generatie Z: ‘Hiërarchie is echt een pijnpunt’