Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Dit zijn de beste adviesbureaus van 2014

Brown Paper Company en Boston Consulting Group zijn winnaars van de MT100. Alles over MT's jaarlijkse barometer van de adviesmarkt.

The Brown Paper Company en Boston Consulting Group (BCG) hebben veel tevreden klanten. De Nederlandse en Amerikaanse adviesbureaus eindigen bovenaan in respectievelijk Organisatie en Strategie, twee van de 10 categorieën van de MT100. Scenter wint de nieuwe categorie Supply chain & logistiek, in het onderzoek dat dit jaar voor het eerst niet om het aantal aanbevelingen, maar de aanbevelingsscore draaide. Bekijk alle winnaars van het jaarlijkse onderzoek:

Grammetje overtolligheid

Veel bedrijven leven op een streng dieet. Met veel zorg wordt elk grammetje overtolligheid weggewerkt, om zo lean & mean mogelijk het concurrentiestrijdperk te betreden. Computersystemen worden binnengehaald om de processen op te voeren, totdat de grootste mogelijke efficiëntie is bereikt. Maar, zegt The Brown Paper Company, unieke kenmerken worden daarmee weggesneden en uiteindelijk lijken de bedrijven op elkaar. Terwijl het vaak juist de onderscheidende kenmerken zijn die maken dat klanten voor een bepaald bedrijf kiezen.

Identificeren van onderscheid

The Brown Paper Company is zelf een goed voorbeeld van deze gedachte, want het organisatieadviesbureau heeft bewust gekozen voor zijn eigen aanpak, in plaats van zoals veel bureaus ‘alles’ te willen doen. De aanpak is het identificeren van het onderscheidend vermogen van organisaties, met behulp van de befaamde bruine vellen behangpapier als communicatiemiddel. Dat deze eigenheid van The Brown Paper Company door de klanten wordt gewaardeerd, blijkt uit de eerste plaats voor het bureau in de MT100, categorie Organisatieadvies. Voor een middelgroot kantoor van slechts 15 jaar oud een opmerkelijke prestatie. Een prestatie die ook iets te maken heeft met de nieuwe onderzoeksopzet.

Aanbevelingsscore

De MT100 2014 is alweer de 13e editie. Sinds 2002 onderzoekt MT de adviesmarkt en vraagt managers welke bureaus zij zouden aanbevelen. Daar komen ranglijsten uit van adviesfirma’s die er bij hun klanten goed opstaan. Dit jaar is de onderzoeksopzet echter gewijzigd, en The Brown Paper Company kan worden gezien als een van de bureaus die daarvan hebben geprofiteerd. In het onderzoek (dat net als vorig jaar met behulp van MWM2 en met voorwerk door AAIM werd uitgevoerd) draait het niet meer – zoals voorheen – om het aantal aanbevelingen, maar om de aanbevelingsscore. Het is een getal dat uitdrukt wat managers die het bureau kennen, ervan vinden. Op deze manier zijn de verschillen tussen de consultancybedrijven beter in kaart te brengen. Het is bovendien een opzet waarbij middelgrote bureaus net zo veel kans hebben om in de top 10 te komen, als de grote en bekendste consultancykantoren. Lees de volledige onderzoeksverantwoording.

Minmumaantal respondenten

Het gaat als volgt in zijn werk. De managers die uitspraken over de bureaus kunnen doen, zijn uitsluitend leidinggevenden in commerciële sectoren die betrokken zijn bij het inhuren van adviseurs in bepaalde specialismen. Alleen over de bureaus waar ze mee bekend zijn, bijvoorbeeld doordat ze er de afgelopen jaren mee hebben gewerkt, kunnen ze aangeven of ze een bepaald bureau wel of juist niet aan andere managers zouden aanbevelen. Dat levert een gemiddelde score op: de aanbevelingsscore, afkomstig van managers die weten waar ze het over hebben. Overigens worden alleen bureaus waar een minimumaantal respondenten mee bekend zijn, meegenomen in de ranking.

Boston Consulting Group

Net als The Brown Paper Company is de Boston Consulting Group een adviesbureau waarvoor deze methode gunstig uitpakt. In de categorie Strategie kreeg BCG de hoogste aanbevelingsscore: 3,72 op een schaal van 1-5. Dat was hoger dan bijvoorbeeld de bekendere concurrenten Berenschot en Deloitte. De laatste twee werden door meer mensen beoordeeld: door respectievelijk 37 en 42 managers die strategieadviseurs inhuren. Met het werk van de Boston Consulting Group waren minder managers in het onderzoek bekend: de Amerikaanse strategiespecialist werd 18 keer beoordeeld. Maar deze 18 respondenten kenden BCG een hogere waardering toe. De andere twee kwamen overigens met een aanbevelingsscore van 3,54 (Berenschot) en 3,34 (Deloitte) nog steeds in de top 10 terecht van de categorie Strategie.

Toegevoegde waarde

De categorie Supply chain & logistiek is dit jaar voor het eerst meegenomen in het onderzoek. In de wereld van e-commerce, snellere aflevertijden en ingewikkelde leveranciersnetwerken heeft dat specialisme steeds meer belang gekregen. De techniek ontwikkelt zich in adembenemend tempo en bedrijven ontkomen er vaak niet aan om externe expertise te zoeken. Het belang van deze discipline blijkt mogelijk ook uit het feit dat de top 10-bedrijven in de categorie in het onderzoek gemiddeld de allerhoogste waardering kregen: een score van 3,85. Die score zou erop kunnen duiden dat de top 10-bedrijven in Supply chain & logistiek uitzonderlijk goed bezig zijn, maar misschien meer nog dat het een specialisme is waar adviseurs veel toegevoegde waarde te bieden hebben.

Scenter scoort het hoogste

Het Driebergse Scenter blijkt het kantoor dat de allermeeste toegevoegde waarde biedt: met een
aanbevelingsscore van 4,40 spant het bureau de kroon niet alleen van de categorie Supply chain & logistiek, maar van het hele onderzoek. Geen ander bureau scoorde hoger. Ook hier geldt dat een middelgroot, puur Nederlands kantoor de global players de loef afsteekt. Hetzelfde is te zien in ‘Advocatuur & notariaat’. Veel van de internationale grootmachten zijn in de top 10 terug te vinden, maar het iets bescheidenere Holla Advocaten, met name actief in Noord-Brabant, gaat er met de toppositie vandoor. Met eveneens een indrukwekkende aanbevelingsscore: 4,20.

Best of the ‘bekend’

Wil dat zeggen dat de grote bureaus kansloos zijn in de nieuwe opzet? Integendeel. Veel ‘grote jongens’ doen het uitstekend. Young & Rubicam, toch geen misselijk reclame­bureau met 6.500 werknemers en 186 kantoren in 90 landen, wordt als beste gewaardeerd in Communicatie & reclame. Berenschot Interim Management komt bovenaan in Interimmanagement, net als vorig jaar onder het oude onderzoeksregime. En de Amerikaanse ICT-gigant HP, met ruim 300.000 werknemers, krijgt de beste aanbevelingsscore als digitale dienstverlener. Om na te gaan hoe goed de ‘groten’ het in het onderzoek doen, valt een ranglijst te maken van de meest bekende dienstverleners. Als minimaal 15 procent van de managers die op dat gebied consultants inhuren, bekend zijn met het werk van een bureau, mag het als een van de bekendere spelers worden beschouwd.

Deloitte, Capgemini, Berenschot

In de ranglijst die op die manier kan worden gemaakt, vallen drie namen op: Deloitte, Capgemini en Berenschot. Niet alleen bezetten deze bureaus (in deze volgorde) de eerste 3 plaatsen van de ‘bekenden’-ranglijst, ze komen bovendien alledrie tweemaal in de top 10 voor (beoordeeld in verschillende categorieën). Een pluim mag dus tweemaal in Utrecht – Capgemini, Berenschot – en eenmaal in Rotterdam – Deloitte – worden uitgedeeld. De Maasoever verdient nog een extra pluim omdat Deloitte het daarnaast ook uitstekend doet als accountant, met een eerste plaats in de betreffende categorie. Waarbij moet worden opgemerkt dat de uitslag voor dit specialisme moeilijker te vergelijken is met de andere, omdat deze top 10 gebaseerd is op het onderzoek voor de MT Finance 2014, waarin de oude methodiek nog werd gehanteerd.

Broos optimisme

Hoewel hooguit sprake is van een broos optimisme, lijken de cijfers voor de adviessector langzaam gunstiger te worden. De crisis heeft de sector in een diep dal gebracht. Ook dit jaar geeft 46 procent van de deelnemers aan het onderzoek aan dat ze minder consultants inhuren in vergelijking met 3 jaar geleden, tegenover 9 procent dat ze méér inhuren. Het optimisme zit – voor wie het graag wil vinden – in de vergelijking van dit cijfer met vorig jaar: toen zei 59 procent dat ze terughoudender waren met inhuren. Maar ook aan de sectorcijfers van CBS is enig optimisme te ontlenen. In het tweede kwartaal van 2014 groeide de vraag naar zakelijke diensten met 2,8 procent. Misschien nog weinig, maar het is een hoopvol teken.

Omzetgroei over de hele linie

Volgens ABN Amro die de sector in een kwartaalrapport becommentarieerde, is er sprake van omzetgroei ‘over de gehele linie van de zakelijke dienstverlening’. Dat wil zeggen de reclamebranche, uitzendwereld, ICT-markt, consultancy en het interimmanagement. Het herstel is ergens na de zomer van 2013 begonnen. 2013 zelf was nog niet zo’n goed jaar. Vakblad Management & Consulting concludeerde in zijn jaarlijkse ranglijst van de 50 grootste adviesbureaus dat de markt met 2 procent kromp. Die krimp was een flinke tegenvaller, omdat de sector na 2012 hoopvol gestemd was: in dat jaar werd een gemiddelde groei van 3 procent geboekt. Met zo’n schommeling van plus- en mincijfers lijkt het dus absoluut onverstandig om bij de huidige prille groei meteen erg hard te juichen.

Faillissementen

Wel is er goed nieuws voor de sector te bespeuren in het aantal faillissementen en vacatures. Het aantal faillissementen in de zakelijke dienstverlening daalt weer: gingen er in het tweede kwartaal van 2013 nog bijna 300 bedrijven in de sector failliet, dat is minder dan een jaar later nog maar 165. En het aantal vacatures zit in de lift. De bodem werd in het voorjaar van 2013 met 16.500 vacatures bereikt. Sindsdien is het aantal openstaande vacatures tot 20.900 toegenomen. Het aantal ontstane vacatures, dat vóór de crisis geregeld tegen de 50.000 aanschurkte, is sinds begin 2013 gestegen van 25.000 naar 31.000. Dat laatste cijfer is een record sinds begin 2011.

Bron van de vacatures

Een mogelijke bron van de vacatures ligt in het feit dat de big four hun adviesdochters weer hebben opgetuigd. Begin deze eeuw, in de nasleep van de boekhoudschandalen bij Enron en WorldCom in de Verenigde Staten en bij Ahold in Nederland, was het nog not done om grootschalige adviespraktijken naast het auditwerk te exploiteren. Inmiddels horen KPMG, Deloitte, PwC en EY bij de tien grootste adviesbureaus van Nederland. Koploper (in omvang) KPMG moet alleen Accenture voor zich laten – wat zelf een bedrijf is dat ooit is voortgekomen uit de opgeheven boekhoudkolos Arthur Andersen. Omdat de omzet uit accountantswerk de laatste jaren bovendien onder druk staat, wordt er door de big four steeds gretiger gekeken naar de mogelijkheden om de vurig gewenste groei uit consultancy te halen. Ook dat zou voor een toename van het aantal vacatures kunnen zorgen.

Overnames

Groei kan ook komen uit overnames. De big four behoren tot de weinige gretige kopers op de adviesmarkt. Hun groei van de afgelopen jaren is voor een groot deel te danken aan hun acquisitiedrift. De meeste saillante recente aankoop van een consultancybedrijf is die van strategieadviesbureau Booz & Company door PwC. Begin dit jaar stemden de partners van Booz & Company in met de overname, die ervoor zorgt dat PwC komend jaar naar omzet gemeten zijn concurrent Deloitte voorbij zal streven als het grootste adviesbureau ter wereld. Een ander effect van de deal is overigens ook te merken: strategiehuizen zoals McKinsey, Boston Consulting Group, Roland Berger Strategy Consultants en A.T. Kearney zijn in concurrentie om de clientèle van Booz & Company. Dat laatste bureau – dat onder PwC de nieuwe naam Strategy& kreeg – verloor klanten doordat de overheid PwC verbiedt om grote organisaties van openbaar belang (zoals banken, verzekeraars, semi-publieke instellingen en veel beursgenoteerde bedrijven) tegelijkertijd als audit- én adviesklant te bedienen. Voormalig Booz-partner Peter Mensing gaf in april in het FD toe dat klanten zijn vertrokken als gevolg van de deal.

Rijksoverheid

Maar ook al zijn er lichtpuntjes te noteren, de consultants moeten er harder voor werken dan ooit. Probleem is, dat de vraag vanuit de overheid naar externen sinds 2009 sterk is gedaald. De daling was het sterkste bij de Rijksoverheid: met besparingsprogramma’s die de regering na de crisis heeft gestart, zijn de uitgaven van de elf huidige ministeries aan extern beleidsadvies gedecimeerd. In 2010 begonnen vier jaren van dubbelcijferige krimp. Gaf bijvoorbeeld het ministerie van Infrastructuur en Milieu (toen nog verdeeld over twee departementen Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, en Verkeer en Waterstaat) in 2010 ruim 26 miljoen euro uit aan beleidsconsultants – vier jaar later was dat nog maar 3 miljoen euro. Sterk op de publieke sector gerichte adviesbureaus kregen met een horrorscenario te maken. Dat gold onder meer voor HR-adviseurs, communicatieadviesbureaus en interimmanagementbureaus. Er is geen ministerie dat in die periode niet heeft bespaard op extern advies.

Capaciteitsvraag

Terug naar de lichtpuntjes. De besparingsmaatregelen zijn nog steeds van kracht, maar nu de economie weer aantrekt en de vergrijzing bij veel overheidsorganen de werkdruk van ambtenaren vergroot, stijgt als eerste de capaciteitsvraag. Al in 2013 steeg de vraag naar interimmanagers bij de Rijksoverheid met 15 procent. Daarmee kwamen de uitgaven van het Rijk aan interimmanagers uit op ruim 11 miljoen euro. Het is nog niet de helft van de bijna 25 miljoen euro van 2009, maar het is een begin van herstel.

Meer uitzendkrachten

Dat de capaciteitsvraag toeneemt, blijkt ook uit de gestegen uitgaven aan uitzendkrachten in 2013. Voor dit jaar valt te verwachten dat overheidsorganisaties méér zullen uitgeven aan advies. Grote trajecten zoals de invoering van de Participatiewet (gemeenten worden verantwoordelijk voor de reïntegratie van werklozen) en de herziene Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de Jeugdwet (gemeenten moeten de begeleiding van en zorg voor langdurige zorgbehoevenden en jongeren op zich nemen) zorgen voor meer werk voor adviseurs. Het goede nieuws: Nederland telt 403 gemeenten.