Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Weet jij waarom je vaak een verkeerd oordeel hebt?

Soms hebben we geen oog voor de goede prestaties van anderen. Dat komt omdat we selectief waarnemen. Columnist Yolanda van Heese legt uit wat we er aan kunnen doen.

Robert, één van de leidinggevenden waarmee ik werk, baalt van zijn team. ‘Ze reageren laat op nieuwe ontwikkelingen, starten veel initiatieven zonder die af te maken, en zo kan ik nog wel een paar dingen opnoemen’. Hij vergeet te noemen dat de klanttevredenheid in orde is. Dat de maandelijkse winstcijfers prima zijn. En dat ze op het punt staan een nieuwe service te introduceren waaraan het team de afgelopen maanden keihard heeft getrokken. Dat kán Robert ook niet noemen: hij ziet het gewoonweg niet meer. 

Selectieve waarneming

We doen het allemaal: fouten maken in onze oordeelsvorming. In het proces van waarnemen, interpreteren en beoordelen kan er van alles mis gaan. Met alle gevolgen van dien: je maakt je boos over iets dat er niet is, neemt de verkeerde beslissing of spreek iemand onterecht aan. Hoe kun je dat voorkomen? 

Door je bewust te zijn van de stappen die je – razendsnel – doorloopt om tot een oordeel te komen en welke fouten je daarbij kunt maken. Ik neem ze met je door. 

#1 Waarnemen 

Het begint met waarnemen: je hoort iets of ziet iets gebeuren. Marieke vertelt voor de derde keer dat het project niet op schema ligt, Karel vertelt dat de winstcijfers achterblijven bij de verwachting. 

Dat lijkt feitelijk en eenduidig. Maar ken je die plaatjes met optische illusies, bijvoorbeeld waarbij je of een oude, of een jonge vrouw ziet? Dan kun je nooit beide tekeningen tegelijkertijd zien. Zo is het met dit soort situaties ook: je hoort en ziet vooral bevestigingen van het beeld dat je al hebt. Heeft de vorige leidinggevende van Marieke je verteld dat ze een fijne collega is maar projecten vaak pas na de deadline afrondt? Dan gaan jouw alarmbellen rinkelen zodra Marieke zegt dat het project niet op schema ligt. Je ziet dan niet meer dat Marieke een paar andere projecten prima onder controle heeft. 

#2 Interpretatie

Nadat je iets hebt waargenomen ga je de situatie interpreteren. Ook daar kan het een en ander misgaan. Stel: Karel hangt achterover en kan een geeuw niet onderdrukken wanneer hij vertelt over de winstcijfers. Jij concludeert dat Karel ongeïnteresseerd en niet betrokken is. Maar misschien heeft Karel lang doorgewerkt aan het nieuwe project, of er speelt thuis iets – en is dat de verklaring voor zijn gedrag. 

Dat jij de situatie verkeerd interpreteert kan door allerlei factoren komen. Bijvoorbeeld door projectie: als jij betrokken voelt bij je werk dan heb je een actieve houding, dus dat verwacht je van anderen ook. Of door de context: in een energiek en hectisch team met een actieve vibe valt achterover hangen meer op dan in een overleg met een rustige, relaxte sfeer. Zo zijn er meer verklaringen waardoor je de situatie verkeerd interpreteert. Check dus of je op het juiste spoor zit. 

#3 Oordelen

Vervolgens ga je over tot een oordeel. Daar gaat het een en ander mis omdat we het gedrag van een ander anders beoordelen dan ons eigen gedrag. 

Zo hebben we allemaal last van de zogenaamde ‘fundamentele attributiefout’: als we zelf ergens niet in slagen dan ligt het aan de omstandigheden. Maar… zijn we succesvol? Dan komt het door onze eigen kwaliteiten. Voor een ander kijken we precies andersom: iemand die succesvol is heeft geluk gehad, maar Marieke die haar deadline niet haalt is een slechte planner. 

Ook zijn we strenger voor een ander dan voor onszelf. Van Karel verwachten we dat hij alert en proactief is, voor onszelf kunnen we begrip opbrengen dat we na een paar gebroken nachten niet fit zijn. Dat versterken we nog eens doordat we bij anderen meer aandacht schenken aan negatieve dingen dan aan positieve dingen – en die onthouden we vervolgens ook nog eens beter. 

En ben je al langere tijd leidinggevende? Macht doet ook het een en ander met je oordeelsvermogen. Kortom: genoeg redenen om alert te zijn of je oordeel terecht is. 

Tja, en dan…

Je oordeel legt de bodem voor je emoties en gedrag. Met dat oordeel zit je er regelmatig naast – vaak is je oordeel eerder te negatief dan te positief. Je emoties en gedrag zijn dus ook niet altijd passend en te veel op negatieve aspecten gericht. Terwijl we uit psychologische onderzoeken (o.a.Seligman en Frederickson) weten dat het voor creativiteit, motivatie en persoonlijke groei effectiever is om te richten op kwaliteiten en sterke punten.

En nu?

Besef je dat er in je oordeelsvorming het een en ander kan mis gaat en sta open voor een andere kijk op de zaak.