Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

Unilever en de vloek van de beursnotering

Beleggers hebben geen boodschap aan duurzaam zodra het hen geld kost. Geldt dat ook voor pensioenfondsen?

paul polman unilever
Foto: Unilever

Paul Polman was de afgelopen jaren een gevierd man. Greenpeace en Natuur en Milieu hesen Polman in 2015 op het schild als ‘groenste ceo van Nederland’. Een topman van een winstgevende multinational die oprecht probeert het bedrijf te verduurzamen. Media smullen ervan.

Positieve media-aandacht

Polmans streven om de voetafdruk van Unilever in 2025 ten opzichte van 2015 gehalveerd te hebben en het gebruik van ‘slechte’ palmolie uit te bannen, leverden hem ook in het buitenland aandacht op.

Aandacht die hij zich graag liet aanleunen. Hij is handig met de media en weet wat scoort. Zo was hij eventuele critici op zijn beloning handig voor door in een interview met de de Washington Post te zeggen ‘zich te schamen’ voor zijn enorme beloning in 2014 van bijna 10 miljoen euro. Het is hem vergeven, want die aandacht is nodig om zijn duurzaamheidsagenda te verkopen.

Aandeelhouders en klanten Unilever

Het probleem echter is dat twee heel belangrijke stakeholders, zo niet de belangrijkste twee, weinig belang hechten aan duurzaamheid. Eerst zijn daar de consumenten die grosso modo prijs nog altijd bovenaan hun lijstje hebben staan. En er zijn de aandeelhouders.

Prima zo’n duurzaamheidsverslag, maar als het veel meer wordt dan een mooi boekje voor de bühne, hoeft het van aandeelhouders eigenlijk niet. Het mag in elk geval geen geld kosten. Een samenloop van omstandigheden heeft er nu toe geleid dat Polmans duurzaamheidsoffensief onder grote druk staat.

Eerst was er het bod van Kraft Heinz. Het lukte Unilever om dit bod af te slaan, maar de beer is los. Aandeelhouders hebben geld geroken. Nu Polman het bod heeft afgewezen, moet hij de aandeelhouders op een andere manier tevreden stellen. En dat is lastig, want de kans is aanzienlijk dat het creëren van aandeelhouderswaarde op de korte termijn ten koste gaat van de duurzaamheidsagenda van Polman.

Unilever doet boter bij de vis

Unilever verzet zich en dat is te prijzen. Het wil misschien de margarinetak wel verkopen, maar de rest van het bedrijf intact laten. Dat wordt lastig. In de corporate wereld hebben ze het tegenwoordig graag over stakeholders, maar als puntje bij paaltje komt zijn het toch de eigenaren, de aandeelhouders die bepalen wat er uiteindelijk gebeurt. En dus probeert Unilever daar bondgenoten te krijgen. Polman wil graag dat institutionele beleggers aandelen Unilever gaan kopen, zo meldt het Financieele Dagblad maandag. Zij gaan toch immers voor de lange termijn?

Het zou prachtig zijn als het Unilever zou lukken om bijvoorbeeld Nederlandse pensioenfondsen zover te krijgen om aandelen te kopen met een beroep op de lange termijn. Het is echter maar de vraag of die institutionele beleggers daar iets voor voelen. Natuurlijk weten de pensioenbestuurders dat vergroening op lange termijn loont. Maar de rente staat laag en dan moeten investeringen in bedrijven zorgen voor de broodnodige vermogensaanwas. Het spreekt dus zeker niet voor zich dat Polman de pensioenfondsen meekrijgt en zijn duurzaamheidsagenda zeker kan stellen.