Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Stoelendans op het Damrak

Het Nederlands bedrijfsleven is weer volop in beweging, maar van een 'uitverkoop' is geen sprake, zegt MT-columnist en VEB-voorman Jan Maarten Slagter.


Deutsche Börse en NYSE ­Euronext willen samen. Als dit lukt, komen de ­effectenbeurzen van New York, Frankfurt, ­Parijs en Amsterdam allemaal onder één dak. Wat er van ons vertrouwde Damrak overeind gaat blijven in dit geweld? Niet veel. Is dat erg? Och.

Wim van der Leegte, president-­directeur van de niet-­beursgenoteerde VDL Groep, maakte zich onlangs in het Financieele ­Dagblad openlijk ­zorgen over deze ‘uitverkoop’ van het Nederlandse bedrijfsleven. Maar deze zogenaamde uitverkoop is helemaal niet iets om over in paniek te raken. Het is een onvermijdelijk ­gevolg van de schaalvergroting die je in ­Europa in vrijwel elke bedrijfstak ziet. Niet voor niets lopen er momenteel ­biedingen op Draka en Crucell, fusiebesprekingen bij VastNed en Qurius, is er een bod in de maak op Gamma, is Fornix leeggehaald en ­Innoconcepts failliet.

Stoelendans

Dat geeft een hele ­stoelendans in onze ­indices, en er ­komen zo steeds ­kleinere onder­nemingen in beeld voor promotie naar de Midkap of zelfs de AEX. Dat is misschien leuk voor die ­bedrijven, maar kan niet ­verhullen dat de uitverkoop op de Amsterdamse beurs vooral plaatsvindt aan de ­onderkant.

Wat er echt gebeurt, is dat het ­Damrak steeds meer wordt gedomineerd door een klein aantal zwaargewichten. Grote ­bedrijven ­worden ook in Nederland groter. In beurswaarde zijn drie ondernemingen – Unilever, Shell en ArcelorMittal – ­samen nu al meer waard dan alle ­andere ­bedrijven op het ­Damrak bij elkaar.

De onderste helft van de 130 ­bedrijven is goed voor ongeveer 1 procent (!) van de ­totale waarde. Op de hoofdkantoren van het nieuwe beursbedrijf in New York en Frankfurt zal men het niet eens merken als in Amsterdam de kleinste helft van het koersenbord plots uit notering wordt genomen. Kijk naar de groei die bedrijven als ­Heineken, Unilever, DSM, Randstad en Fugro hebben laten zien de laatste jaren, deels door overnames, vaak ook autonoom. Er is helemaal geen uitverkoop van het Nederlandse ­bedrijfsleven; er is net als in beurzenland vooral sprake van toenemende concentratie, een soort stoelendans.

En zoals bij elke stoelendans is het ook op het Damrak zo dat de ­bedrijven die zullen afvallen, ­meestal degenen zijn die het minst goed opletten.

Jan Maarten Slagter volgt als directeur van de VEB de ontwikkelingen van beursgenoteerd Nederland op de voet. Stelt niet alleen misstanden aan de kaak, maar schrijft ook over het sentiment in het bedrijfsleven.

> Eerdere bijdragen

> Alle MT columnisten