Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Zo helpen regeltjes de menselijke maat om zeep

De regeltjescultuur helpt de menselijke maat op een truttige manier om zeep. Remco Claassen ondervond dit aan den lijve bij een bezoek aan zijn bank.

regels rebel
Foto: Getty Images

Aan het gebouw zijn de afgelopen crisisjaren in elk geval niet af te zien. In de ontvangsthal is een soort bos gecreëerd, met een kabbelend beekje dat door het trappenhuis meandert. Alsof je in een tropisch zwemparadijs loopt, maar dan zonder jankende kinderen en mannen in speedo’s.

Maar ik ben hier niet in een bungalowpark, ik ben bij een bank. En ik ben er om zaken te doen. Belangrijke zaken. Geldzaken. Grote bedragen, dat werk, u kent het wel.

Pasjesshuffle

Ik meld me bij een hokje waar een meisje achter de balie zit. Ze kijkt me met grote ogen aan. Ik zeg voor wie ik kom. Ze maakt een bezoekerspasje voor me aan en kijkt daarna vertwijfeld in het rond. Ik sta nog altijd voor haar balie, als een hondje dat wacht op een koekje of een stok. ‘Het zit dus zo’, zegt het meisje, ‘ik wil u wel uw pasje geven, maar ik ben daartoe niet bevoegd. Iemand anders moet u uw pasje geven.’

Ik kijk haar lachend aan. Meent ze dit nou? Hoezo mag ze mij geen pasje geven? Waarom zit ze dan in dat hokje? Dat hokje is er toch voor de pasjes? ‘We moeten echt even wachten totdat mijn collega hier is.’

Mentale Badr Hari

Ondertussen zie ik mijn contact lopen. Laten we hem Ad noemen. Ik roep hem na. ‘Ach Ad, kun jij me even binnenlaten? Deze jongedame hier mag me geen pasje geven.’ Ietwat beschaamd maar volledig bewust van de situatie neemt Ad het pasje in ontvangst en wil het vervolgens aan mij doorgeven. Drie volwassenen op een vierkante meter. Ad ziet dat ik mentaal mijn Badr Hari in de hoek van de ring probeer te houden en verzucht: ‘Gewoon aanpakken en alsjeblieft, stel geen vragen.’

Dit is een bank die in haar reclames praat over dicht bij de mensen staan. Over écht contact. Over een bank die staat voor zijn klanten en meer van zulks. Maar inmiddels heeft de regelgeving de menselijke maat weggedrukt.

Verantwoordelijkheid

Ik voel me zo welkom als een scheet in een ruimtepak. Ik weet dat er beveiliging moet zijn zo’n gebouw. Niet iedere Jan Drol met een bomgordel om moet richting de directiekamer kunnen lopen. Maar dat pasje, dat hoeft toch niet per se via een collega in mijn handen gedrukt te worden? Deze vrouw kan de verantwoordelijkheid toch wel aan om mij in te checken? Als ze bij die bank nou net zo soepel zouden opereren als die rivier die door hun ontvangsthal stroomt, zou ik me een stuk meer welkom voelen.