Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Imponeersessies bij wenkkrabben: wie heeft de grootste?

Columnist en biologe Constanze Mager laat zich inspireren door de natuur, waar ook voor het zakelijke leven genoeg uit te halen valt. In haar eerste column voor MT: het statussymbool van de wenkkrab.

Wenkkrabben Constanze Mager Burgers' Zoo MT
Foto: Burgers' Zoo

Grijs en modderig oogt de getijdenzone van de mangrove bij eb. Het lijkt geen omgeving om leuke dierobservaties te doen, maar niets is minder waar. Het slijkvlak krioelt van het leven. Zodra het waterpeil zinkt, komen honderden wenkkrabbetjes uit hun zelf gegraven holen tevoorschijn. De mannetjes beginnen vrijwel meteen met hun naamgevend gedrag: ze wenken met hun naar verhouding reuzegrote schaar.

Eén van de twee scharen is bij mannetjes net zo groot als het hele lijf van het dier. Deze schaar kan haar oorspronkelijke functie – voedseldeeltjes uit het slijk oprapen en in de mond stoppen – niet meer vervullen. De vergrote schaar staat uitsluitend in het teken van het seksleven: vrouwtjes vallen op mannetjes met een grote schaar. Als de eigenaar met zo’n zware schaar ook nog langdurig en snel kan zwaaien, is hij enorm aantrekkelijk voor de krabbenvrouwtjes. De mannetjes staan met z’n allen wat af te zwaaien in de modder.

De vrouwtjes geven er de voorkeur aan om veel mannetjes direct met elkaar te kunnen vergelijken. Ze zijn behoorlijk kieskeurig en bekijken eerst tientallen mannetjes voordat ze er eentje kiezen. Een hele hoop zwaaiende mannetjeskrabben bij elkaar trekt dus meer vrouwtjes aan dan hier en daar één wenkende krab. De mannetjes zijn dus gebaat bij andere mannetjes om zich heen. Ze zijn echter ook territoriaal en als meerdere mannetjes met een net zo aanzienlijke schaar dicht bij elkaar komen, kunnen ze met elkaar gaan vechten. Daarbij passen ze judotechnieken toe om de tegenstander op de grond te dwingen. En als het even kan, knijpen ze ook nog de grote schaar van de concurrent eraf. Weg, statussymbool!

Het zijn dus onderling niet echt gezellige vrienden, de mannetjes wenkkrabben. Toch hebben de ze elkaar nodig om samen een voor vrouwtjes interessant clubje te vormen. Wie ‘de grootste’ heeft, is voor zo’n krab uitermate belangrijk. Maar minstens even belangrijk is dat vooral de buurmannen géén grotere hebben! De sterkste wenkkrabmannetjes met de grootste scharen zijn namelijk juist tolerant tegen jonge mannetjes in de buurt, met nog wat kleinere scharen. Hun eigen grote schaar valt dan extra op als ze omgeven zijn door deze mindere buren. De absolute maat is minder essentieel dan hoe jouw prestaties en eigendommen afsteken tegen die van je naaste collega’s, buren en soortgenoten. Dat geldt niet alleen maar voor wenkkrabben op het mangroveslijk, maar zeker ook in de maatschappij.

Over het algemeen zal het mensen weinig boeien dat er beter betaalde medemensen bestaan, in andere beroepen. Maar als de naaste collega’s meer verdienen, dan steekt dat. Vergelijkingen doen we vaak uit krabbenperspectief: relatief. In bedrijven zal menig leidinggevende erop letten dat zijn teamgenoten goed zijn, maar niet briljanter dan hijzelf. Zo krijgt zijn eigen goede, maar niet uitzonderlijke prestatie meer bijval; net als het gezwaai van een mannetje met best grote, maar niet uitzonderlijk grote schaar middenin een groepje mannetjes die qua schaar minder bedeeld zijn.