Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Fuck corruptie, knuffel lokale helden

Straks zitten alle corrupte ambtenaren, bestuurders en ‘vrije jongens’ in het cachot. Maar dan?

Corruptie is een hardnekkig probleem. Vier miljard euro aan problemen, om exact te zijn. Met een netto bezuiniging van 15 miljard euro in het vizier is het de moeite waard om dat wisselgeld uit de zakken te kloppen. Mogelijk heeft de jacht van het OM op corrupte VVD’ers een preventieve werking. Ik betwijfel het. Door met een schoonmaakdoekje te wapperen blijft het vuil niet weg. Het betere poetswerk begint net en zal nog wel even duren.

De terechte jacht op volgevreten en elkaar de bal toespelende bestuurlijke businesselite is de volgende fase in de Fortuynrevolte. Het is de bestuurlijke vernieuwing die D66 nooit van de grond kreeg. En na het opschudden van de landelijke politiek gaan we nu afrekenen met de lokale en regionale halfgoden. Bijltjesdag nadert voor hen en de zwendelende ziekenhuisdirecteuren, de opgezwollen schoolbestuurders en de etterende corporatiebobo’s.

Afbreukrisico

Maar dan? Een quick scan door het eigen netwerk op mensen die én voldoende bestuurlijk gewicht hebben (veel), én nog niet met pensioen zijn (nog steeds vrij veel) én bereid zijn verantwoordelijkheid te nemen, levert een bedroevend beeld op. Wie van u besteedt een avond per week aan het toezicht houden op de regionale kinderopvang? Wie van u zet zijn ervaring, inzicht, talent en netwerk in als lid van de raad van toezicht van een poppodium? Of een ziekenhuis? Zowel in de medische hoek, in de kinderopvang en in de culturele sector is het hard werken. Juist voor dragers van bestuurlijke verantwoordelijkheid. Eén ding is zeker: een aantal partijen valt de komende tijd om.

Mijn korte rondvraag leert dat het gebrek aan enthousiasme het gevolg is van de tijdsinvestering en het als groot ingeschatte afbreukrisico. De bewust karige beloning, volgens de SP-doctrine voor de publieke zaak, weert graaiers. En mensen met kwaliteit. De complexiteit van de problematiek en de introductie van marktprikkels vraagt om mensen die de beleidsjungle kennen én commerciële ervaring hebben. Die de businesswetten en mores buiten de warme deken van de subsidiestromen kennen. (In het groot is dat ook de constatering van Gasunie ceo Paul van Gelder in de zojuist verschenen MT.)

Prijskaartje

Het is een select gezelschap dat beschikt over die dubbele kwaliteit en ervaring. Maar alle zijn zij in staat de rationalisatie van de uitvoering van de zorg, opvang en de cultuur te dragen én toezicht te houden op ambtelijke organisaties die ineens in een marktcontext opereren. Aan die mensen hangt een prijskaartje. Eentje die we als samenleving moeten betalen. Met liefde.

Het populistisch hameren op de veel te hoge beloningen voor bestuurders en toezichthouders in de semipublieke sector is dom. Het zet de mensen die wel – vaak naast hun reguliere werk – die bestuurlijke verantwoordelijkheid kunnen en willen dragen weg als luie profiteurs. Geen twijfel, er zit ruim voldoende incompetentie op het pluche. Maar we jagen ook de goeden weg.

Dus wat dan als de vaak falende, soms frauduleuze, maar bijna altijd te lichte bestuurders en toezichthouders zijn gewipt?

Het begint met de erkenning dat de semipublieke sector het moeilijkste van twee werelden combineert. En dat het een kleine groep is die in beide werelden zijn weg kent en die de brug kan vormen. Laten we ze in ere houden en navenant belonen. Een beetje van die vier miljard die nu als smeerolie tussen overheid en bedrijfsleven fungeert is genoeg.


Lees ook eerder columns van Arjan Zweers: