Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

De glazen klif: als het moeilijk wordt, rennen we naar mama

Nu Facebook in de problemen zit, klinkt steeds vaker de roep om Sheryl Sandberg. De COO zou beter papieren hebben om Facebook door de crisis te leiden dan Mark Zuckerberg. Het zou zeker niet de eerste keer zijn dat een vrouw het roer overneemt op het moment dat het slecht gaat.

Wat hebben Ellen Pao, Carla Fiorina en Marissa Mayer met elkaar gemeen? Allereerst zijn ze natuurlijk allemaal vrouw, maar daarnaast stonden ze alledrie aan de leiding van een groot techbedrijf, respectievelijk Reddit, HP en Yahoo. De parallel met Sandberg van Facebook is duidelijk. Maar er is nog iets: alledrie moesten ze het bedrijf verlaten vanwege de slechte resultaten.

Zijn vrouwen misschien slechtere bestuursvoorzitters dan mannen? Je zou het op het eerste gezicht misschien zeggen, maar de verklaring is een andere. Alledrie werden ze CEO toen het al slecht ging bij het bedrijf. Het blijkt dat vrouwen relatief vaker bestuursvoorzitter worden van een bedrijf dat niet draait. Dit fenomeen staat bekend als de glazen klif en werd voor het eerst geconstateerd door de Britse wetenschappers Michelle Ryan en Alex Haslam, maar ook de Nederlandse hoogleraar Janka Stoker houdt zich met het fenomeen bezig.

Om misverstanden uit de weg te ruimen, het is door wetenschappers aangetoond dat de vrouwen die aan het hoofd komen te staan van een slecht lopend bedrijf, niet slechter presteren dan mannen in een vergelijkbare situatie. Het is gewoon dat ze (relatief) vaker aan de top komen bij een bedrijf in nood.

Terug naar mama

De vraag is, waarom? ‘Laboratorium’- onderzoek van Ryan en Haslam bood een mogelijk antwoord.  Ze gingen de straat op met de vraag wie ze de beste kandidaat vonden als directeur van een festival. De ‘kandidaten’ hadden identieke cv’s, alleen was de ene een vrouw en de ander een man. Als het ging om een festival in de problemen, dan kozen mensen in meerderheid voor de vrouw.

Kennelijk geven we in crisissituaties de voorkeur aan een vrouw. Het is lastig te bewijzen, maar het zou wel eens hetzelfde mechanisme kunnen zijn dat ervoor zorgt dat kleine kinderen naar mama lopen als ze hun knie bezeerd hebben. Als het moeilijk wordt gaan we op zoek naar zekerheid en geborgenheid en die vinden we – zo denkt ons brein in elk geval – eerder bij vrouwen dan bij mannen. Een recent voorbeeld was de roep om bij Uber een vrouw aan te stellen toen oprichter Travis Kalanick onder vuur lag vanwege het seksisme in het bedrijf. Of de suggestie in de media dat Sheryl Sandberg bij Facebook meer naar voren moest treden.

Er is overigens ook een meer down-to-earth-verklaring voor het fenomeen van de glazen klif. Vrouwen komen nog steeds niet heel vaak in aanmerking voor een hoge functie. Als er dan een functie vrijkomt die niet heel aantrekkelijk is vanwege het hoge afbreukrisico, dan maken vrouwen gewoon meer kans. Veel goed gekwalificeerde mannen kijken wel uit voordat ze zo’n risicovolle baan aannemen.

Moeten we eigenlijk iets met deze wetenschap? Omdat vrouwen als CEO zeker niet slechter functioneren zou het weleens een goede zaak kunnen zijn. Een kans om de wereld te laten zien dat je niet altijd hetzelfde haantje nodig hebt aan de top van je bedrijf.

Helaas is dat waarschijnlijk een ‘glas is halfvol’-redenering. Waarschijnlijker is het dat veel mensen zich gesterkt voelen in hun ‘onderbewuste’ neiging mannen betere leiders te vinden omdat de vrouwen vaker falen. De nuance dat die vrouwen ook wel een hele moeilijke, zo niet onmogelijk klus te klaren hadden, gaat waarschijnlijk verloren. Daar is zelfs enigzins bewijs voor. Activistische aandeelhouders hebben de neiging vrouwelijke CEO’s harder en eerder aan te pakken, dan mannen in een vergelijkbare situatie, zo vertelde  Christy Shropshire van Arizona State University in februari in de Podcast Freakonomics.