Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Daan de Reiziger rijdt roekeloos naar kantoor

Daan de Reiziger is liefhebber van niet-gemaakte kilometers. Dit keer moet hij op het matje komen vanwege een bekeuring van 286 euro.

Ik kon het niet laten. Floepte er zomaar uit. ‘Het kan me eigenlijk helemaal niks schelen’, hoorde ik mezelf tegen Hogerhand zeggen. Ik moest op kantoor komen, deur dicht en ook Zomer van HRM en die kakker van P&O met haar rood gestifte lippen zaten tegenover me. Hogerhand keek me scherp aan en vroeg wat me bezielde. ‘112!’ schreeuwde hij. ‘Je mag daar 80. Twee-honderd-zes-en-tachtig euro. En dat mag ik betalen?’ Met de armen wanhopig uit elkaar keek hij vragend naar Zomer en de lippenstift, die driftig notities maakte. ‘Ik betaal het zelf wel’, zei ik met m’n armen over elkaar. ‘Het kan me eigenlijk helemaal niks schelen…’

Ik had het gewoon gehad. Dat gedram elke dag. Met z’n co2, z’n e-bikes, z'n zuinige auto's, het thuiswerken omdat het zoveel reistijd en dus geld scheelt en z’n achterlijke carpoolen. Gister nog, kwamen Linda en Chantal lachend binnen. Was zó leuk, samen naar het werk. ‘Komt door jou hoor Daan!’, giechelden ze zich een weg richting koffieautomaat waar ze het tegelijk uitproestten als waren ze zelf een cappuccino-machine. ‘Ik heb lekker alleen gereden!’, beet ik ze toe. Ze schrokken ervan. Bleven stokstijf staan. Het leken even de zusjes Hilton in Madame Tussauds. ‘In m’n eentje, ja. En hard ook. Soms moet je een auto op z’n staart trappen, anders wordt ‘ie lui. Ik hoorde gewoon dat de benzine als een draaikolk naar de motor werd geslurpt. Héérlijk.’

De plek waar Daan 32 km/u te hard reed

En tijdens de lunch kwam het bijna tot een handgemeen. Ik viel Victor aan omdat hij weer zo’n zijig fietsverhaal had. Dat ‘ie al vier keer met de fiets naar het werk was gekomen en dat dit al snel 240 autokilometers scheelde. ‘Daan, ben je niet trots op me?’ De slijmbal. Geheel per ongeluk toucheerde ik met mijn ellenboog zijn jus d’orange terwijl ik de hagelslag pakte. De beker viel om, en de inhoud stroomde in no time via de tafel in z’n schoot. Als een leraar die verrast wordt door een punaise veerde hij op met een woedende blik in z’n ogen. ‘Wat is er met jou aan de hand?’, schreeuwde hij tegen me, daarmee wat spetters mijn kant opspuwend. Ik lachte naar hem met de woorden: ‘Ga toch lekker fietsen, jij!’

En nu zat ik bij de hoge heren en die kouwe kakker. ‘Jij bent verantwoordelijk voor het mobiliteitsbudget’, werd me nog even fijntjes onder de neus gewreven. ‘Je doet het uitstekend. In vier maanden tijd is 44 procent van het personeel veel slimmer gaan rijden. Dertien mensen zijn gaan carpoolen, er is in vier maanden tijd in totaal 37 dagen thuisgewerkt, terwijl dat in heel 2013 nog maar 29 dagen waren. Zeven mensen hebben zich aangemeld voor een e-bike en 47 medewerkers houden een kilometerregistratie bij via een tracking-app. En dan doe je dit! Het is onbestaanbaar. Het is als een wijkagent die dronken door rood rijdt. Of een afslankgoeroe die twee moorkoppen tegelijk naar binnen werkt. Doe toch even normaal, Daan!’
‘Daan? Da-haan? Hey, hoor je me wel? Daan…? Dáán!’
Ineens schrok ik wakker en keek recht in de ogen van Anne. Ze had haar krulspelden in en keek me verschrikt aan. Ze schudde me door elkaar. ‘Gaat het, Daan?’ Ik voelde mijn hart bonzen en tegelijk was er de opluchting. Wat een nachtmerrie was dat. Ik moet écht met vakantie.
‘Sta je zo op Daan, het is tien voor acht!’
Jaja, ik kom eraan, zei ik. Ik trilde nog na. De meeste dromen zijn bedrog. Gelukkig maar.
‘O ja Daan…?’ hoorde ik nog onderaan de trap, ‘vergeet je die bekeuring niet te betalen?’

Dit is de elfde aflevering van Daan de Reiziger. Volg wekelijks op MT.nl/daan zijn beslommeringen rondom zakelijk reizen.