Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Zo blijft NXP een R&D-topper

Hoe blijft chipfabrikant NXP bij de tijd? Het voornaamste gereedschap: state of the art IT-systemen.   

Op de High Tech Campus Eindhoven laat NXP de buitenwereld graag zien waar de wereld naartoe gaat. Straks plof je je telefoon achteloos op de middenarmsteun van je auto, waarna die het model herkent, begint met draadloos opladen en meteen je favoriete muziek over zijn audio-installatie afspeelt. Met dank aan de NFC-chips die zorgen voor de draadloze communicatie tussen telefoon en auto. Wie zich doodergert aan de lauwe-half bevroren prak uit zijn magnetron: NXP is erin geslaagd de magnetronbuis te vervangen door een set radiochips die de boel wél gelijkmatig en van binnenuit verwarmen. Binnenkort (nou ja…) bij de betere witgoedwinkel.

R&D is core business

En zo bevat de snoepwinkel van NXP nog meer toepassingen die zijn halfgeleiders zo'n beetje onmisbaar zullen gaan maken, maar die nu nog in een R&D-fase verkeren. Want juist onderzoek en ontwikkeling is een zwaartepunt in de activiteiten van NXP, dat chips ontwerpt die in zijn eigen fabrieken worden gemaakt en bij klanten in productie gaan, maar net zo goed bij derden. Tegenwoordig gebeurt dit meestal in Azië. 

Rekenkracht vereist

Het heeft NXP, ontstaan toen Philips in 2006 zijn halfgeleiderdivisie overdeed aan investeerders, een wijdvertakt netwerk van R&D-vestigingen opgeleverd. Van Silicon Valley tot Bangalore en van Hamburg tot Sjanghai; over 20 locaties verdeeld werken rond de 5.000 man aan de ontwikkeling van de nieuwste, snelste en zuinigste chips. Dat werk, legt Henk Coenen (foto rechts) uit, is vooral een kwestie van achter de pc zitten. Software schrijven, schetsen en tekenen met ontwerpprogramma's en vervolgens het chipdesign grondig testen met computersimulaties. 'Vooral die simulaties vergen een enorme dosis rekenkracht; die zet je het liefst aan het eind van de dag in werking, om de volgende ochtend het resultaat eens te bekijken', zegt Coenen, die bij NXP verantwoordelijk is voor de IT die de R&D'ers nodig hebben.

Cloud computing

Alle software die de NXP-engineers als gereedschap gebruiken, draait op duizenden servers, verdeeld over 5 datacenters die op alle continenten te vinden zijn. 'Maar we managen het als één geheel, vanuit één centrale plek.' Daarmee is NXP een voorloper met een fenomeen dat als cloud computing de laatste jaren trekjes van een hype heeft gekregen: software en computerkracht kun je van afstand, online, gebruiken. Bovendien hoeft de programmatuur niet meer op een bepaalde 'fysieke' computerserver te draaien, maar deelt hardware zichzelf op in zoveel 'virtuele' servers als maar gewenst is. Dat zorgt er onder meer voor, dat de hardware veel efficiënter en flexibeler kan worden ingezet. 'Als de enigineers inloggen en aan het werk gaan, is afhankelijk van het tijdstip en de klus in welk datacenter het rekenwerk wordt verricht.' 

Private cloud

NXP heeft zijn systemen tot nu toe ingericht als een zogenoemde 'private' cloud: de software bepaalt hoe het rekenwerk wordt verdeeld over alle installaties, maar die staan wel exclusief tot zijn beschikking. Dit in tegenstelling tot de public cloud, zoals aangeboden door Microsoft, Amazon en anderen, waar je de infrastructuur deelt met vele anderen. 'Ons intellectueel eigendom, de chipontwerpen en de methoden die we daarvoor gebruiken, is ons kroonjuweel. Dat gaan we niet zomaar overhevelen naar een public cloud', grijnst Coenen. In feite heeft hij vanaf 2006, het moment dat NXP ontstond, de hele IT-infrastructuur van het bedrijf opnieuw helpen opbouwen, nadat het jaar achter de rug was waarin Philips en zijn dochter werden ontvlochten. 'Ik werkte zelf elders bij Philips, maar dit leek me nou een leuke klus.'

Kosten omlaag

Als je voor jezelf begint, ook al ben je een high-tech grootmacht met 26.000 man personeel, krijg je de kans om met een redelijk schone lei te beginnen. Daarbij kreeg Coenens afdeling een duidelijke opdracht mee: de kosten moesten omlaag. 'En dan niet met de kaasschaaf wat procentjes, nee: 'doe eens dertig procent van je budget af'. Dan ga je compleet anders gebruikmaken van je middelen.' Van begin af aan heeft NXP alles geoutsourced wat niet tot de kern van zijn business behoorde. De datacenters zijn bijvoorbeeld maar voor een klein deel in eigen handen. Doordat ze als private cloud worden beheerd, is op elke plek maar een heel beperkt aantal medewerkers nodig om alles draaiend te houden. 'Bij die overgang hadden we ineens op 4 plekken mensen te veel, en op die centrale plek mensen te weinig. Dan is het prettig als je dat stuk al hebt geoutsourced. Want het is simpel: we hadden een beperkt aantal mensen, en je beste mensen die je hebt, wil je vrijhouden voor nieuwe ontwikkelingen.'

Transitie in drie fasen

Het opbouwen van een cloudinfrastructuur verliep in fases: allereerst een exploratiefase waarin NXP onderzocht wat de nieuwe mogelijkheden van de cloud waren en, vooral, onder welke voorwaarden de cloud inzetbaar was voor zijn activiteiten. Zijn de netwerken er geschikt voor, kan ik de veiligheid van mijn bedrijfsinformatie garanderen? En, voor een high-techconcern als NXP ook een belangrijke: welke wettelijke regels gelden er voor het transport van data? 'Voor de kantoorsystemen is dat minder een punt, maar een deel van onze data valt in verschillende landen onder exportrestricties: die mag dus niet zomaar de grens over om in een buitenlands datacenter te worden opgeslagen of bewerkt.' Die eerste fase van de overgang naar de cloud zou je kunnen omschrijven als 'cloud if'.

Fundament 

Met het voortschrijdende inzicht breekt een volgende fase aan in de cloudtransitie aan, waarin een breder fundament wordt gelegd onder de nieuwe manier van met IT omgaan. Daarin vroeg NXP enerzijds medewerking van leveranciers, die bijvoorbeeld moeten garanderen dat bestanden op een bepaalde locatie blijven, maar NXP zet ook eigen richtlijnen en technieken in, die voorkomen dat gevoelige data de verkeerde kant op dreigen te gaan. 'Er is ook een voorbeeld van software, die als dienst werd aangeboden door een leverancier, maar die we nu toch binnenshuis draaien vanwege exportrestricties.'

Exploitatie

Pas zodra de zogenoemde cloud readyness van de processen en systemen was vastgesteld, waren de fasen van voorbereiding en uiteindelijk de daadwerkelijke overgang naar de cloud aan de beurt, waarin de mogelijkheden daadwerkelijk in praktijk worden gebracht. De exploitatiefase, noemt Coenen die, waarbij de uiteindelijke 'cloud, tenzij'-strategie hoort. 'Wanneer je de overstap maakt met bepaalde applicaties, wordt vooral bepaald door het moment waarop iets aan vervanging toe is.' Voor de gebruikelijke kantoorsoftware van Microsoft gebruikt NXP daardoor ook sinds enige tijd de cloudversie, die bij Microsoft zelf draait. Voor wie nog dacht dat Office365 leuk was voor het MKB: bijna alle 26.000 collega's van Coenen werken ermee. 'Bij ons hadden twee a drie man een dagtaak aan alleen al het beheren van de mailserver en alle problemen rond e-mail. Nu hebben mensen vrijwel onbeperkte opslagruimte, zodat we geen discussies meer hebben over mail die zoekraakt doordat je verplicht je mailbox moet opruimen.'   

Niet per se goedkoper

Coenen heeft zijn financiële doelstellingen gehaald, maar dat is volgens hem niet zo maar aan de cloud toe te schrijven. 'Cloud computing is natuurlijk niet per definitie goedkoper, dat is sterk afhankelijk van je behoeften. Het scheelt wel enorm in de investeringen in licenties en hardware, die je vervangt door het afrekenen naar gebruik. Maar of de total cost of ownership lager ligt, is een ingewikkeldere vraag. Een deel van de kostenbesparingen zit bijvoorbeeld ook in de veranderkosten: als je voor de cloud kiest, zet je in op standaarden. Voor de software geldt dan dat je geen mankracht kwijt bent aan het aanpassen naar de wensen van gebruikers.'

Wekelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Volgende stap: public cloud

NXP heeft nog wat stappen te zetten wat de overgang betreft. Inmiddels beproeft Coenen ook de mogelijkheden van de publieke cloud, om tijdelijke extra behoefte aan rekenkracht af te dekken. 'Natuurlijk is ons R&D-proces gestructureerd en tot op zeker hoogte voorspelbaar. Maar voordat een chipontwerp in productie gaat, kunnen op het allerlaatste moment nog 83 wijzigingen moeten worden aangebracht en getest. In zo'n geval is uitwijken naar in ons geval de Amazon-cloud een uitkomst.' Volgens Coenen zal zijn infrastructuur steeds meer een mix worden van eigen systemen en een cloud die wordt gedeeld met derden. Maar het hart van de R&D blijft privé. 'We hebben bijvoorbeeld een flinke positie in chips voor identificatie, van vervoersbewijzen tot paspoorten. Die data zijn zó gevoelig, die liggen opgeslagen in een dataruimte die we Fort Knox noemen; daar kom je niet binnen als je er niets te zoeken hebt.'  

Hoe ver ben jij met jouw reis naar cloud?
En hoe ver zijn andere zakelijke beslissers? Welke voordelen en obstakels zien zij? Het Nationale Cloudonderzoek brengt het in kaart. Deel je mening en ontvang als dank de resultaten retour.

Meer over cloud?