Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Wie is de ceo van morgen? 5 trends rond toptalent

De ceo van morgen ziet er anders uit dan de ceo van vandaag. Dit zijn de 5 trends onder de Nederlandse Goudhaantjes.

Deze trends zijn samengesteld op basis van MT's jaarlijkse lijst met managementtalent, de Goudhaantjes 100. Bekijk de talenten van dit jaar of geef aan ons door waarom jij ceo moet worden van een groot bedrijf:

Trend #1: De Goudhoentjes rukken op

Er staan dit jaar aanzienlijk meer vrouwen in de Goudhaantjes 100. Bijna een derde van de haantjes is vrouw, tegen nog geen kwart vorig jaar. Dat is opmerkelijk, omdat de gemiddelde Nederlandse raad van bestuur 6 procent vrouwen heeft, volgens een rapport van corporate-governancekenner Mijntje Lückerath. De Goudhoentjes van zakelijk Nederland zijn dus in opmars. Maar of ze door kunnen stoten naar de top? Headhunter Bercan Günel van NGL International verwacht van wel. Haar missie als executive searcher is te zorgen dat ‘vrouwen zichtbaar worden voor topposities door gewaardeerd te worden voor wie ze zijn’. Dat is een doelstelling die volgens haar in de top van veel bedrijven op weinig steun kan rekenen. ‘Volgens de meest gunstige schatting is in 2020 15 procent van de topbestuurders vrouw. Ik ben verheugd dat de vrouwen zichtbaarder zijn dan de voorgaande jaren. Als een kwart van deze vrouwelijke goudhaantjes de top weet te halen, kunnen we zeer tevreden zijn met de vooruitgang.’

Sandra SpekVrouwen staan volgens haar anders in het leven dan mannen, zijn meer solidair met andere vrouwen, hebben minder bravoure en vermijden risico’s. Günel: ‘Je moet vrouwen anders benaderen, meer over de streep trekken. Dan is resultaat gegarandeerd.’ En wat vinden de Goudhoentjes zelf? Goudhaantje Sandra Spek (foto rechts) trad begin dit jaar toe tot de raad van bestuur van zorginstelling Careyn. Zij is de eerste vrouw in de board en schoof naast twee mannelijke collega’s aan. ‘De normaalste zaak van de wereld,’ vindt ze. ‘Voor mij speelt het feit dat ik vrouw ben, geen rol in mijn loopbaan. Uiteindelijk gaat het om het resultaat dat je bereikt.’ Spek, die jarenlang bij verzekeringsbedrijf Achmea werkte, ziet meer succesvolle carrièrevrouwen in haar omgeving. Een goede zaak, vindt zij: ‘Diversiteit is essentieel voor de kwaliteit van bestuur.’

Trend #2: ING als hofleverancier

Ook opvallend is dit jaar de grote aanwezigheid van haantjes die bij ING hebben gewerkt. Goudhaantjes David Knibbe (lid rvb Nationale Nederlanden), Lidwien Suur (ceo Unigarant) en Jellie Banga (coo Triodos) zijn respectievelijk in 1997, 1998 en 1999 als ING-trainee begonnen. Daarna heeft de bank hen opgeleid, getraind en groot gemaakt. En vervolgens laten gaan – geen van deze drie werken nog voor ING, dat sinds het afstoten van de verzekeringsbedrijven steeds meer een goede plek is om te hebben gewerkt. Dat laatste is overigens een trendbreuk: voorheen was het altijd ABN Amro dat de standaard stelde voor wie ceo-materiaal vormde in de financiële sector. Nu niet meer, concludeert Jan Rapmund van The Executive Network: ‘ING-trainees werden eind jaren negentig geselecteerd op hun autonomie. Eigenwijzigheid vonden ze bij ING wel mooi. ABN Amro-trainees uit die periode waren meer op de eigen organisatie afgestemd. Dat maakt dat ING’ers uit die periode frivolere types zijn. Die vind je door de hele financiële sector terug.’

Goudhaantje David Knibbe hoort bij het klasje van 1997. Hij vertelt: ‘Ik kreeg in dezelfde periode aanbiedingen van diverse multinationals. Ik heb ze afgewezen omdat ik ING-trainee wilde worden. Dat hadden ze toen nog niet eerder meegemaakt.’ ING had eind jaren negentig een sterke aantrekkingskracht op jong ambitieus talent. Volgens Knibbe, die nu ceo van Nationale Nederlanden is, kwam dat doordat ING op het financiële wereldtoneel mee begon te tellen. ‘Het bedrijf had net Barings Bank gekocht en was de meest ondernemende partij in de sector.’ Volgens Knibbe zullen er de komende jaren nog meer jongere ING’ers en trainees van Nationale Nederlanden opklimmen in de financiële sector. ‘Jongere ING’ers en NN’ers zie ik overal in de sector opduiken. Daarvan verwacht ik er straks veel op sleutelposities terug te zien.’

Trend #3: De opkomst van de consultant

Nu we het toch over traineeships hebben: zo veel haantjes zijn niet eens trainee geweest. De traineeships – een HR-vinding uit de jaren-negentig – mogen hun vruchten afwerpen in de financiële sector, daarbuiten is er een veel betere manier om snel carrière te maken: inteken bij een consultancyfirma. Bij voorkeur een strategieadviesbureau als McKinsey & Company of Boston Consulting Group. Nog een goede leerschool is Arthur D Little. Dat bureau, dat twee decennia geleden een veel betere naam en een veel grotere loonlijst had dan tegenwoordig, heeft dit jaar twee Goudhaantjes voortgebracht. Nog meer bureaus die een goede erfenis hebben achtergelaten, zijn het vroegere Andersen Consulting en het inmiddels gesplitste Booz Allen Hamilton. De consultancyfirma’s zijn de nieuwe generatie traineeklasjes, merkt Rapmund op.

Goudhaan Mark Boerekamp koos uit interesse voor het vak van organisatieadviseur en bleef er lang door geboeid. Twaalf jaar lang werkte hij voor adviesbureau Accenture, tot hij in 2012 overstapte naar pensioenuitvoerder APG. Boerekamp: ‘Ik vond de switch naar APG spannend; je gaat toch een lijn over. De omgeving moest er ook aan wennen dat er een jongen met een andere manier van kijken binnenkomt. Maar dat ik eerst adviseur was, maakt mijn verantwoordelijkheid als bestuurder er niet minder op.’

Trend #4: Techniek is hot

In de lijst Goudhaantjes 2014 zien wij verder de opmars van de bèta-hanen: het aantal technisch opgeleide Goudhaantjes is groter dan ooit. Telde de lijst vorig jaar nog maar 5 technisch geschoolde haantjes, dit jaar heeft bijna eenvijfde een technische studie gevolgd. Ooit stond een bèta-profiel gelijk aan een loopbaan achter de schermen, in de staf of de administratieve silo van het bedrijf, altijd maar orders pikkend van de commerciële gangmakers boven hen. Nu, na zes jaren van economische tegenwind is het salesprofiel passé. Volgens headhunter Ralf Knegtmans, werkzaam bij De Vroedt & Thierry en auteur van het boek Hoe word je ceo?, is dat goed te verklaren. ‘Als er nu één trend die je bij alle bedrijven terugziet, dan is het de aandacht voor big data. Alle multinationals willen inzicht in hun klanten en hebben daarvoor mensen nodig die de cijfers begrijpen.’

De bèta-man en vrouw staan nadrukkelijk in de aandacht, en dat gaat niet alleen om informatici. Er zijn Goudhaantjes die afgestudeerd natuur- of scheikundige, geodeet of werktuigbouwkundige zijn. Hun expertise loont juist nu. Volgens Wouter Hut (directeur emea, AkzoNobel Aerospace Coatings), die technische scheikunde studeerde, kijken bèta-mensen met een analytische blik naar problemen. ‘Waarheidsvinding is voor bèta’s belangrijk. We zoeken logische verklaringen voor niet-feitelijke zaken. Die manier van denken helpt ons in ons werk.’ Huts studiekeuze hielp hem op weg bij zijn eerste werkgever Philips, waar een ‘technische opleiding een absolute eis was. Je moest een technicus zijn, wilde je überhaupt carrière maken.’

Trend #5: De betere scholen

Goudhaantjes moeten er trouwens snel bij zijn: wie pas met zijn loopbaan begint tijdens zijn studententijd is te laat. Het merendeel van de haantjes blijkt op de betere scholen te hebben gezeten. Een voorbeeld is Goudhaantje Fulco van Lede, die op het Gemeentelijk Gymnasium van Hilversum schoolging. Even verderop, frequenteerde in diezelfde periode Dolf van den Brink het Baarnsch Lyceum. Wij telden 12 Goudhaantjes die op een categoraal gymnasium zijn gevormd. Nog eens 4 gingen school op een klassiek Lyceum, zoals het Vrijzinnig Christelijk Lyceum in Den Haag of het Baarnsch Lyceum. Wat zegt dat? Headhunter Aege Steensma van BrightHeads is niet verbaasd: ‘Als je bij het Amsterdams Lyceum binnenloopt, vind je alle alumni van vroeger op de muur geprent. Op die muur staan de namen van mensen die van invloed waren in de cultuur, het bedrijfsleven, de rechterlijke macht, noem maar op. Dat geldt nog steeds.’

Wekelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Christelijk Gymnasium Utrecht: 1985-1991. Dat staat op het LinkedIn-profiel van Michael Jongeneel. Niet dat hij zijn loopbaan al op zijn twaalfde levensjaar als jongbakken gymnasiast begon, maar een vormende ervaring waren zijn zes jaren bij het ‘CGU’ zeker. ‘Ik heb de school als een warm nest ervaren. Toevallig heb ik vanmiddag nog geluncht met iemand die ik kende van het gymnasium.’ Jongeneel, nu managing director van Triodos Investment Management, denkt dat het netwerk van de school sterk is. Is het een broedplaats voor zakelijk en maatschappelijk talent? Jongeneel: ‘De selectie van een school begint bij de ouders van de leerlingen. Ik denk niet dat die louter kiezen voor het toekomstige netwerk van hun kinderen. Het is een kleine middelbare school die goed onderwijs te bieden heeft. De kracht daarvan wordt te vaak onderschat.’

De Goudhaantjes-100 van 2014 staan mét profielen ook in het onlangs verschenen MT magazine.  Vraag deze editie aan als gratis proefnummer.

Meer over de Goudhaantjes: