Geen producten in de winkelwagen.
Jaap Korteweg was al met duurzame landbouw bezig, maar at wel vlees. Pas na de varkenspest besloot hij ook vegetariër te worden. Tijdens de uitbraak van de varkenspest werd Korteweg, toen akkerbouwer in Brabant, namelijk gevraagd om geruimde varkens even in zijn koelcel op te slaan omdat er niet genoeg capaciteit was om ze te vernietigen. Het stond hem enorm tegen. ‘Dat leverde veel geld op, maar ik zag dat echt niet zitten.’
De volgende denkstap van Korteweg was: ik verbouw gewassen die deels worden gebruikt voor de vleesproductie. Waarom doen we dat nog? ‘Het idee dat we vlees moeten eten, is achterhaald. Dat hoeft niet meer. Het enige argument om vlees te eten is de smaak. Het is niet gezond, het is niet duurzaam en niemand is blij met de manier waarop we met die dieren omgaan’, zegt Korteweg.
Verslaafd aan vlees
‘Mensen zijn verslaafd aan vlees. Dat was ik ook. Maar ook met het voer van die dieren geven, kunnen we vlees maken. We hoeven niets in te leveren’, zegt Korteweg. Hij begon zijn bedrijf als een kleine ambachtelijke ‘slager’ maar moest al snel de productie uitbesteden. Binnenkort opent zijn eerste eigen fabriek. ‘Gewoon een vleesfabriek, alleen ligt er geen bloed op de grond.’
