Geen producten in je winkelwagen.
Ondanks de rake klappen die de industrie in crisistijd kreeg, is het aantal startende ondernemingen al weer terug op het niveau van voor de crisis. Met dank aan de inzet op Nederlandse universiteiten, waar vaak start-ups uit rollen. De ontwikkeling is bijzonder aangezien de sector behoorlijk kapitaalintensief is.
Dat rapporteert ING in zijn Kwartaalbericht Starters.
De opleving op de industriële startersmarkt is voor een groot deel te danken aan universiteiten, die een grote rol spelen in het proces van kennisontwikkeling. Dit kan vaak vertaald worden in een concreet product dat via een start-up op de markt gebracht wordt.
Met dank aan deze ontwikkeling is het de industrie gelukt om ondanks de moeilijke crisisjaren het aantal starters weer op pre-crisisniveau te krijgen. ING verwacht dat de stijgende trend van de afgelopen jaren doorzet.
Verhouding starters/bestaande bedrijven benedengemiddeld
De industrie is geen makkelijke tak om een bedrijf op te zetten. Er is kapitaal nodig voor machines en bovendien moeten distributiekanalen worden gecreëerd. Dit komt duidelijk naar voren als je kijkt naar het aantal starters ten opzichte van het aantal bestaande bedrijven in de sector.
In 2011 stappen naar verwachting 4.000 nieuwkomers in de industrie, op een totaal aantal ondernemingen van 75.000. Deze verhouding van 1 op 19 ligt ruim onder het gemiddelde van 1 op 11 dat de economie als geheel telt. Daarbij opgemerkt dat het gemiddelde stevig wordt beïnvloed door de dienstverlening die goed is voor 60 procent van het aantal nieuwe bedrijven in ons land.
Analyse per sector:
- Dienstverlening: Populair onder starters
- Horeca: Forse stijging starters
- Bouw: Beduidend minder aanwas
- Retail: Online activiteiten boosten sector
- Agrarische sector: Volop kansen voor start-ups
