Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Onderzoek: slechts helft bedrijven vindt zichzelf ‘wendbaar’

Slechts de helft van de organisaties vindt zich 'wendbaar'. Vooral in de grondstoffen-, transport- en voedingsmiddelensector is de wendbaarheid laag.

Dat blijkt uit onderzoek van Atos Consulting onder 420 Nederlandse bedrijven en overheden. In de automotive industrie en in de telecom is de wendbaarheid juist hoog, net als – opvallend genoeg – in de overheidssector. Volgens Robert Jan Streng, onderzoeker van Atos, heeft dit ermee te maken dat 'juist de overheid de afgelopen jaren met vele veranderingen te maken gehad heeft.'

Vraag: vindt u uw eigen organisatie wendbaar of niet?

Toekomstvast

Volgens Streng kijken op dit moment veel organisaties 'te eenzijdig' naar wendbaarheid, of agility, zoals Atos het noemt: het vermogen om je koers te kunnen verleggen als de omstandigheden daar om vragen. 'Nederlandse bedrijven zoeken wendbaarheid vooral in flexibilisering van het personeelsbestand',  zegt hij. Maar het begrip gaat volgens hem om veel meer dan dat. 'Het gaat erom: ben ik toekomstvast? Oftewel: ben ik in staat om goed te kunnen inspelen op veranderingen in de vraag van klanten, de kapitaalmarkt, de arbeidsmarkt en veranderingen bij leveranciers?'

Nieuwe businessmodellen

Bij de klantvraag gaat het onder meer om vragen als: zijn we in staat nieuwe businessmodellen te ontwikkelen? Doen we aan gerichte marketing? Hebben we permanente innovatieprogramma's?

Bij de arbeidsmarkt gaat het bijvoorbeeld om zaken als de flexibele schil, Het Nieuwe Werken en de opkomst van generatie Y.

Bij de kapitaalmarkt en de markt van regelgeving gaat het om het delen van risico's, en het opzetten van dialoog en bewustwording.

Bij de leveranciersmarkt, ten slotte, gaat het om de vraag met wie je samenwerkt, met wie je (internationaal) kennis weet te delen, en om je make-, buy- of ally-beslissingen: ga je het zelf doen, ga je het met iemand samen doen of koop je iets in?

Hoe goed luister je?

Atos heeft in het onderzoek drie groepen van vragen gesteld, die volgens hen samen de mate van wendbaarheid bepalen.

1. Hoe goed luister je?

Luister je goed naar je klanten, en je kapitaalmarkt? Weet je wat er speelt bij je leveranciers en op jouw arbeidsmarkt?

2. Kun je wat je hebt gehoord in daden omzetten?

Ben je als organisatie in staat actie te ondernemen op basis van de conclusies die je bij vraag 1 hebt getrokken? 'Organisaties die verandering zien aankomen, maar daar niet (snel genoeg) op weten te reageren, zijn natuurlijk niet wendbaar', aldus Streng.

3. Kun je zelf veranderingen in de wereld om je heen realiseren?

'Als je zelf veranderingen weet te initiëren, dan ben je per definitie wendbaarder dan de rest omdat die jou maar moet zien te volgen', zegt Streng.

De agile organisatie, zo vat hij samen, is de organisatie die 'goed kan luisteren, die zijn waarnemingen weet om te zetten in de daden en en die veranderingen durft te initiëren'.

#1. De klanten

Volgens het onderzoek vinden managers 'luisteren naar je klanten' tegenwoordig vanzelfsprekend. Opvallend is wel dat vooral naar bestaande klandizie wordt geluisterd, en veel minder naar potentiële nieuwe klanten. Ook ziet nog lang niet iedereen het belang van sociale media: 20 procent van de respondenten zegt niet te volgen wat er daar over het eigen bedrijf wordt gezegd.

Bovendien, zo blijkt uit het onderzoek, leidt 'luisteren naar klanten' nog zelden tot het samen ontwikkelen van nieuwe producten: het merendeel van de respondenten kent geen producten die samen met de klant tot stand zijn gekomen.

#2. De arbeidsmarkt

Relatief weinig organisaties blijken volgens het onderzoek actie te ondernemen om te onderzoeken wat de wensen en voorkeuren van de eigen werknemers zijn. De andere hier genoemde markten worden structureel beter gevolgd. Opvallend in het onderzoek is ook dat de afgelopen jaren weinig aandacht wordt besteed aan verbetervoorstellen vanuit de eigen medewerkers: bijna geen enkele organisatie wist een nieuw product te noemen dat voortkwam uit een goed idee van een medewerker, ruim de helft wist zelfs geen enkele vernieuwing te noemen die te danken is aan het eigen personeel.

'Het is de vraag of dat komt door een gebrek aan creativiteit bij de medewerkers, of door een onvoldoende luisterend oor', aldus Streng. 'Wij gaan maar even uit van dat laatste. Vandaar mijn oproep aan alle managers van Nederland: vraag nú je medewerkers om met verbetervoorstellen te komen.'

#3. De kapitaalmarkt en de regelgeving

Omdat veel van de regelgeving momenteel gerelateerd is aan de kapitaalmarkt (denk bijvoorbeeld aan de eisen die de AFM stelt aan beursgenoteerde bedrijven), heeft Atos deze twee in één groep ondergebracht.

Uit het onderzoek blijkt dat de meeste organisaties zeggen goed in staat te zijn om zich aan te passen aan veranderende wet- en regelgeving. Een behoorlijk grote groep gaat zelfs verder dan strikt noodzakelijk, met het doel om daaruit voordeel te halen. Ook geeft het gros van de respondenten aan innovatie vooral te kunnen financieren uit eigen kas of vanuit andere bronnen dan de aandeelhouders.

#4. De leveranciers

'Lever me je producten zo goedkoop mogelijk', zo vat Streng de visie samen die veel organisaties blijken te hebben op hun leveranciers. Bijna nergens blijkt bijvoorbeeld de afgelopen jaren samen met een leverancier een nieuw product op de markt gezet. Co-creatie? Het komt (nog) vrijwel nooit van de grond, zo blijkt. Gek, vindt Streng. 'Leveranciers bieden je de innovatiemogelijkheden bijna op een presenteerblaadje. Ooit heeft een leverancier bij Apple een kleine versie van een aanraakscherm onder de aandacht gebracht. We weten allemaal wat daarvan gekomen is.'

Volgens hem liggen er veel kansen in de innovatiekracht van leveranciers. 'Maak daar gebruik van. Nederlandse managers doen dat nog veel te weinig.'

Scenarioplanning

De Atos-onderzoekers hebben tenslotte ook nog aan de respondenten gevraagd hoe zij omgaan met scenarioplanning als manier om in onzekere tijden toch een duidelijke koers te varen. In de antwoorden op die vraag blijkt een grote variatie te zitten: veel organisaties blijken zich (nog) helemaal niet met scenarioplanning bezig te houden, een ongeveer even grote groep doet dit wel, en met (enig) succes.

Vraag: in hoeverre houdt de organisatie zich bezig met scenarioplanning?

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Lees ook:

Foto via Flickr.com