Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Ocom: doorgroeien doe je zo

Ocom uit Haarlem is gegroeid van het spreekwoordelijke servertje op zolder tot een van de grootste webhostingbedrijven van Europa. Con Zwinkels maakte een rit van nul tot 50 miljoen omzet en is klaar voor meer.

 

Het is hard gegaan met Ocom. Toen het in 2007 na een paar jaar duizelingwekkende groei in de Deloitte Technology Fast50 belandde, de lijst van snelstgroeiende techbedrijven van Nederland, had het 35 werknemers. Vandaag staan er alleen al meer vacatures uit. De omzet is alweer vier keer verdubbeld en kwam vorig jaar uit op 50 miljoen.

Leaseweb

Amsterdam is een van de belangrijkste knooppunten van het internet, en met zijn dochter Leaseweb is Ocom er een spin in het web die tussen de 800 en 900 Gigabit per seconde verstouwt in zijn datacenters met eigen glasvezelverbindingen. Inmiddels is het doorgestoten tot de wereld-top 30 van internationale hostingbedrijven. Die mega-omzet maakt Ocom een opvallende verschijning onder de snelstgroeiende techbedrijven. Tot een paar miljoen euro is een tempo van tientallen procenten per jaar nog wel vol te houden, in hetzelfde tempo blijven dóórgroeien is een ander verhaal.

Terugkerende omzet

Con Zwinkels en zijn compagnon Laurens Rosenthaal begonnen op de klassieke manier: als studenten met een enkel servertje op zolder. Dat was in 1997, internet was relatief pril. Beiden waren geen technerd, maar ze zagen een markt in het bouwen en hosten van websites. “Die verhuurden we, dat bleek een perfecte manier om klanten aan je te binden en een stabiele omzet te genereren,” zegt Zwinkels in het bewust anoniem gehouden hoofdkantoor van Ocom in Haarlem.

Explosieve groei

Met Ocom specialiseerden ze zich in hosting: websites in de lucht houden. Daarin zat het afgelopen decennium explosieve groei, veel klanten groeiden mee. De internetprofessionals die ze nu bedienen kunnen webbureaus zijn, maar ook KLM en Hyves zijn klant; Zwinkels maakt geen onderscheid. “De kleine klant van vandaag kan morgen heel groot worden. Sowieso komt 50 procent van onze omzetgroei uit bestaande klanten.”

Eigen datacenters

Aanvankelijk huurde het de locaties voor zijn servers, maar toen de internetboom voor schaarste en prijsstijgingen begon te zorgen, ging het zelf bouwen. Door een strikte focus op hosting en een beperkt aantal aanverwante diensten heeft Ocom alle processen eromheen zelf zoveel mogelijk geautomatiseerd en verfijnd. ”Als er tegenwoordig servers worden bijgeplaatst in het datacenter, gaat dat volledig geautomatiseerd volgens een standaard bouwmethode in modules.”

Schaalbaar dankzij automatisering

Ocom bemoeit zich niet met arbeidsintensieve diensten als managed hosting, en daardoor wordt de groei bijvoorbeeld niet gehinderd door gebrek aan ‘handjes’. “We blijven weg van het draaien van bedrijfskritische applicaties voor klanten; we laten gewoon de wielen draaien,” zegt Zwinkels, die het graag simpel houdt. “Daarnaast moet je de klanttevredenheid voor elkaar hebben, door de beste kwaliteit te leveren, maar wel voor een goede prijs.”

Organisatie robuuster

De groei, maar vooral het dóórgroeien, heeft wel wat van de organisatie gevraagd. “In de begintijd was het nog wat je houtje-touwtje zou kunnen noemen: dan ben je nog in staat om alles zelf te doen of te regelen. Maar naarmate het bedrijf grote vormen begon aan te nemen, hebben we alles robuuster opgetuigd.” Dat was in 2006, toen de compagnons plannen opstelden om door te groeien tot 180 werknemers. Dat betekende een grotere specialisatie van functies, de komst van een ‘zware’ financiële man. 

Opdeling

Sinds is de Ocom group opgedeeld in een holding met daaronder de vier activiteiten met elk een eigen, redelijk zelfstandig management. Leaseweb als hostingaanbieder, Fiberring als verhuurder van glasvezel, DataXenter als bouwer, inrichter en beheerder van datacenters en EvoSwitch, verhuurder van het groene datacenter.

Management groeit mee

Er lopen inmiddels 17 nationaliteiten rond in Haarlem, mede door het gebrek aan IT’ers in Nederland. Zwinkels en Rosenthal hebben de mensen uit de begintijd nog steeds om zich heen, zelf konden ze ook meegroeien. “Ik als algemeen directeur, Laurens was meer de programmeur, die ontwikkelt nu als directeur innovatie nieuwe producten en diensten. In onze branche is het niet ongebruikelijk dat technici autodidact zijn.” “Je zou kunnen zeggen dat de groei tot 40 man een eerste horde was, toen we de nieuwe organisatie hadden opgetuigd konden we doorgroeien.”

Groei door acquisities

Dat ging tot voor kort autonoom. In december maakte Ocom-dochter Leaseweb de eerste overname uit zijn bestaan bekend: die van het Duitse Netdirekt. Die overname is zorgvuldig voorbereid, overigens zonder strategische M&A-adviseurs. “Daarvoor kregen we complimenten van de andere zijde. We zijn maanden bezig geweest met scenario’s, met hoe de acquisitie nadat die eenmaal gedaan zou zijn, zou kunnen worden geïntegreerd. Dat kunnen we in de toekomst gebruiken als blauwdruk voor volgende overnames.”

Next step: Engeland

De stap in Duitsland levert twee dingen op: aansluiting op een Duitstalige markt met 100 miljoen eindgebruikers, via een club die daar al goede klanten heeft. Belangrijk is ook een vestiging in de nabijheid van Frankfurt. “Dat is minstens zo’n belangrijk knooppunt als Amsterdam. Nummer drie is Londen, dus dan weet je ook meteen waar onze volgende acquisitie zal plaatsvinden, als we onze zin krijgen.” In Europa wil Ocom via acquisities geografisch uitbreiden. Het is omslachtig om telkens een eigen verkoopkantoor met infrastructuur op te bouwen. Dat Leaseweb onlangs in de VS wel van nul af aan begon, komt doordat het zijn klanten volgt. “We huren daar een locatie, een klantenbasis hebben we al, van daaruit gaan we kijken of we de Amerikaanse markt zelf kunnen bewerken.”

Niet spannender dan parkeergarage

Acquisities, grotere dan onlangs gedaan, hadden eigenlijk al in 2008 moeten gebeuren. Maar Zwinkels en Rosenthal kregen de financiering niet rond. “We waren er bijna uit met een private equity-investeerder, toen de financiële crisis uitbrak. Waren we volgens hen ineens de helft waard.” Nu het geld weer loskomt bij investeerders, lijkt Zwinkels bij nader inzien niet meer zo happig. “Voor venture capitalbedrijven zijn we te groot, andere investeerders hebben het idee dat we in een cowboyachtige business zitten. Terwijl we hier alleen maar klanten hebben voor de lange termijn, die voor een prima cashflow zorgen; we zijn niets spannenders dan een parkeergarage!”

Consolidator

De armslag is nu wat beperkter, en misschien is dat maar goed ook: “dat geeft mogelijke overnames een omvang die behapbaar blijft.” Dat de Europese markt rijp is voor consolidatieslag, is al jaren een feit. “Maar er is niemand die als consolidator wil optreden. Dat zullen wij dan maar doen.”

 

Lees ook:

 

Elke week het beste van TechBusiness in de mail? Vraag de nieuwsbrief aan.

 

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.