Geen producten in de winkelwagen.
Schuw is Frits van Eerd niet voor de camera, toch gaf hij de afgelopen jaren nauwelijks interviews. Ter ere van zijn 50ste verjaardag en zijn 25-jarige jubileum bij Jumbo eind 2017, stond hij het AD te woord. In dat interview vertelt hij onder meer hoe hij met Jumbo wil uitbreiden naar het buitenland en hoe de online omzet in 2018 weer moet verdubbelen.
Jumbo
Vader Karel van Eerd richtte het supermarktconcern in 1983 op. Zoon Frits startte bij Jumbo met vakkenvullen en groeide in 1996 door naar de top van het familiebedrijf, waaraan hij samen met zijn vader leiding gaf. Zussen Colette en Monique staan inmiddels aan zijn zijde in de top, als respectievelijk CCO en hoofd van sponsoring, evenementen en de Jumbocultuur.
Lees ook het interview dat MT had met Colette Cloosterman-Van Eerd.
De Brabander omschrijft zichzelf als een middelmatige student bedrijfskunde, terugkijkend op de tijd voor zijn carrière. Van Eerd: ‘Dat ging niet vanzelf. Mijn zussen waren betere studenten. Ik hing wel meer rond op de zaak. Ik vond de vrachtwagens mooi, hielp graag in het magazijn, daar mocht ik heftruck rijden.’
Autocoureur
Het was niet vanzelfsprekend dat Van Eerd topman zou worden bij Jumbo. In zijn jongere jaren had hij een andere droom, namelijk professioneel autocoureur worden. Hoewel dat niet gelukt is, rijdt hij nog regelmatig op de racebaan en deed hij vijf keer mee aan de Dakar-race. In 2006 werd hij zelfs Nederlands rallykampioen. Toen Jumbo in 2012 in de overnamefase zat van de C1000, besloot Van Eerd niet meer mee te racen. Het overnameproces was zo intens dat al zijn tijd daarin ging zitten. Hij heeft nog wel wat aan zijn contacten in de coureurswereld gehad: een sponsorcontract met raceheld Max Verstappen. Van Eerd steunde Verstappen al jaren, ook voordat hij bekend werd. Maar of die campagne ook succesvol geweest is voor de verkoopcijfers van de Jumbo, valt moeilijk te meten, stelt Van Eerd.
Carnavalshit
Naast racen heeft Van Eerd een andere manier gevonden om zijn energie in balans te houden, hij speelt namelijk veel op zijn trompet. Onder andere in de huisband van de Toppers. Tien jaar geleden scoorde hij een carnavalshit samen met de gebroeders Ko. Een comeback zit er echter niet meer in, laat hij aan het AD weten. ‘Nou, dat zou ik zo graag weer eens willen! Ik heb al hartstikke lang een leuk liedje in m’n hoofd. Maar ik ben bang dat veel mensen hier in het bedrijf zich dan zorgen gaan maken. ‘Die Frits van Eerd, is dat nou de topman van Jumbo of een artiest?’’’
Leiderschap
Als topman van Jumbo ziet hij zichzelf als de spil van het bedrijf. Elke dag aanwezig zijn en er middenin zitten, stelt hij. Zijn motto: ‘niet besturen, maar ondernemen’. Om de bijna 600 vestigingen en 70.000 personeelsleden aan te sturen, hanteert hij het frietzakmodel. Dat is een omgekeerde piramide, waarbij de mensen op de winkelvloer bovenaan staan. Want de klant is het belangrijkste en de winkelmedewerkers hebben contact met de klant. Van Eerd wil dat mensen vriendelijk geholpen worden in de winkel, want dat is de reden dat ze later weer terugkomen. In een eerder interview met MT zegt hij: ‘Ze komen echt niet terug omdat ik zo’n fijne vent ben, of de beste bestuurder of dat we zo’n doordachte strategie hebben.’
Prijzen
Zijn managementstijl heeft in het verleden al vruchten afgeworpen. In 2011 en 2012 werd hij door MT-lezers gekozen als beste bestuurder van Nederland in de MT500, een jaarlijkse lijst met bedrijven die het beste imago van Nederland hebben. Ook werd hij verkozen tot ‘Topman van het Jaar’ in 2009 en ‘Knoergoeie Brabander’ in 2012.
Recordomzet
Jumbo laat in een online persbericht weten dat de cijfers over 2017 meer dan goed zijn: een recordomzet van iets meer dan 7 miljard euro, een groei van 5 procent ten opzichte van het jaar ervoor. Met de nieuwe vestigingen erbij komt het totaal op 585, een getal dat Van Eerd in 2018 boven de 600 wil brengen. De omzet die gegenereerd wordt uit online bestellingen is afgelopen jaar al verdubbeld, met hetzelfde doel in 2018.
Bekijk hier de video van de carnavalshit ‘Wij doen het licht wel uit’:
