Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Nick Jue over incasseringsvermogen

Tot hij 32 was, werkte Nick Jue iedere zaterdag in zijn vaders herenmodezaak. Daar ontwikkelde hij het incasseringsvermogen dat hem nu van pas komt als directeur van ING Nederland. "Voor 100 gulden mocht iedereen mijn vader een schop onder zijn kont geven."

 
Een dag voor wij hem spraken, maakte ING bekend 2.700 banen te gaan schrappen, ondanks een winst van 1,7 miljard euro. De 46-jarige Nick Jue, sinds 4 jaar directievoorzitter van ING Nederland, zal er wel eens een flinke kluif aan ­kunnen gaan hebben.
NATURE NURTURE

Welke invloeden 'vormen' de topman of -vrouw? Management Team en The Executive Network onderzoeken in een reeks interviews samen de aloude vraag naar nurture en nature van onze ceo's en de invloed daarvan op hun carrière.

> alle interviewsMensen ontslaan, het is een vaardigheid waar hij al mee te maken kreeg toen hij 32 was. Veel eerder dan hij zelf wilde. Zijn vader, eigenaar van de Rotterdamse herenmodezaak Windsor House (‘Voor al uw pakken, tot ƒ1098,=’), vertelde hem toen dat hij dodelijk ziek was. “Hij zei: het is over en sluiten, Nick.” En meteen daarna: “We moeten af van de winkel, hè?” Het was aan de jonge Jue, zelf net aanstaand vader van zijn eerste dochter, om zijn managementkwaliteiten te laten gelden: “Ik had geen idee hoe dat moest, mensen ontslaan.”

In luttele weken levert Jue daarna met zijn twee jongere zussen het pand op, sluit de ­boeken van de BV, en zet een punt achter zijn jeugd. Negen dagen na de diagnose neemt Jue afscheid van zijn vader.

Emotioneel zwaar, “maar ook hartverwarmend”, waren de reacties van de klanten in de laatste dagen van de winkel waar hij in de jaren ervoor ­zoveel tijd doorbracht: “Er waren klanten die de korting van de uitverkoop weigerden, die gewoon vijf pakken kochten voor de volle prijs. Dat deed wel iets met me. En nog steeds kijk ik even de winkel in als ik Rotterdam binnenrijd. Er zit nu een ­Domino’s Pizza, maar soms lijkt mijn vader nog in zijn kantoortje te staan.”

Zonder klagen

De winkel, in 1952 opgericht door zijn opa, speelt een belangrijke rol in Jues jeugd. Vanaf zijn vijftiende tot zijn 32ste, als hij al lang en breed hoofd Marketing is bij de Postbank, werkt hij er iedere zaterdag. Zonder klagen. Hij zet koffie voor de cliëntèle, neemt maten op, zoekt passende kostuums, dassen, pantalons of shirts en rangeert de rekken nadat de klant is uitgezwaaid. Terwijl Nick met pa zijn ­eerste biertje neemt, is het weekend alweer half voorbij. Maar de buit, zaterdagen waren goed voor 40 procent van de weekomzet, is binnen. En Nick krijgt zijn deel: afhankelijk van de omzet tussen drie en vijf tientjes; genoeg voor een avondje uit.

Behulpzaamheid. Klantvriendelijkheid. Nooit in conclaaf gaan met klanten. Dat is wat Jue er naar eigen zeggen geleerd heeft. Hij onderstreept dat met een anekdote. Een klant wilde een pak, maar ‘natuurlijk niet een pak zoals een verkoper zou dragen’. Jue: “Mijn vader slikte die belediging en zei: ‘Natuurlijk, meneer, ik zal een passend pak voor iemand van uw statuur zoeken'. Toen de klant weg was, hadden wij duizend gulden verdiend.” Lachend: “Mijn vader was bereid voor 100 gulden iedereen hem een schop onder zijn kont te laten geven.”

Glans verloren

Van dat incasseringsvermogen kunnen veel bankiers nog wat leren, vindt Jue. Nu de financiële sector veel glans heeft verloren, komt zijn detailhandelservaring hem goed van pas. Eind 2008, pal nadat ING 10 miljard euro staatssteun ontving, was het Jue die in tv-programma’s als De Wereld Draait Door tekst en uitleg mocht geven. Het jaar erop bezocht hij tientallen van de 120 Financiële-Informatie­avonden die de bank organiseerde 'van Dokkum tot Terneuzen en van Purmerend tot Roermond'. Hij stond er vaak zelf zijn veelal verontwaardigde klanten te woord, een klus waar hij zich 'met plezier' voor leende.

De communicatieve Jue floreert dan ook in operationele en marketingfuncties. Na een studie economie en een master marketingmanagement wil hij eigenlijk aan de slag als bedrijvendokter. “Joep van den Nieuwenhuyzen, dat wilde ik worden, bedrijven beter maken.”
Geheel in contrast daarmee wordt hij trainee bij KPN. Na drie jaar stapt hij op advies van een vriend over naar de Postbank: de start van een lange beklimming van de bancaire ladder. Een klim waarbij het fortuin hem vaak goed gezind is, erkent hij zelf. “Ik heb de mazzel gehad dat toen ik aan een nieuwe stap toe was, mijn baas steevast opstapte.”

Lees verder:

 

 

Vraag en antwoord

Als u zou mogen kiezen, zou u dezelfde jeugd opnieuw willen?
“Ja. Ik heb een geweldige jeugd gehad. Ik kreeg wat ik nodig had. Ik kon sporten. Ik kon gaan studeren. Ik had op mijn 18de zelfs een tweedehands autootje.”

Zelf gekocht?
“Nee. Mijn ouders lieten me de keuze: óf op kamers, óf een auto. Ik koos een wit Mazdaatje 323. Ik hoefde bij de pomp slechts mijn handtekening te zetten en de factuur ging naar de zaak. Dat was luxe!”

Kreeg u een vergoeding voor uw werk?
“Nooit. Geen duppie. Maar als ik zaterdagavond uitging, dan kreeg ik geld mee. Als we een heel goede omzet hadden gedraaid, kreeg ik 50 gulden. En als het een heel slechte zaterdag was twee tientjes. En dan volgde het oude spel; dat doen mijn kinderen ook bij mij. Dan zei ik: ‘Maar hij krijgt 30 gulden van z’n vader.’ En dan kreeg ik er een tientje bij. Alles wat ik wilde hebben, schoenen, kleding,  kreeg ik uit de winkel. Maar een salaris was ondenkbaar.”

Was de Mazda de eerste betaling voor jaren werk?
“Als je dat als vergoeding wilt zien, ja. Harde afspraken over de vergoeding ­waren er niet. En die auto had een dubbele bedoeling. Na mijn college, om half 3, reed ik altijd eerst naar de winkel. Dan kreeg ik een kopje koffie van pa. En dan zei ik: pa, ik ga weer. We gaan tennissen met de jongens vanmiddag. Dan zei hij: nou, dat komt slecht uit! Ik heb een smoking nodig voor een klant, die moet van het confectiecentrum in Amsterdam komen. Die moet jij even ophalen. Dus dan zei ik: nou, pa…”

…Dat komt slecht uit!
“Haha! Ja, dat komt slecht uit! Want ik heb echt afgesproken te gaan tennissen. Dan zei hij: je hebt hartstikke gelijk. Helemaal gelijk. Je moet gewoon lekker gaan tennissen. Kom, ga maar even naar m’n kantoortje, pak daar 5 gulden uit de kas, en koop daarvan een buskaartje. En leg gelijk je sleutels neer, want die auto heb je niet meer nodig. Je doet toch niets voor me.”

Die auto was dus geen kado?
“Toch wel. Maar de zaak stond altijd op de eerste plaats; alles wat van mij was, was van hem. En ik ging natuurlijk die smoking ophalen. En niet tennissen.”

Heeft u ooit gevraagd om strakkere ­afspraken over het mijn en het dijn?
“Nee. Het was volslagen logisch. Naar mijn kinderen ben ik net zo: ik geef ze geen zakgeld. Eigenlijk is dat raar; op de bank onderwijzen wij mensen dat het goed is om met geld te leren omgaan. Maar het lukt mij niet, als ik het niet vergeet te geven, vergeten zij het wel te vragen. En een zakgeldadministratie bijhouden vind ik te ver gaan.”

Overname van uw vaders winkel heeft u nooit overwogen. Waarom bent u wel in de financiële sector gaan werken?
“Bij toeval. Ik heb er nooit bewust voor gekozen. De Postbank werd door ­de meeste bankiers nooit als volwaardig onderdeel van de bancaire wereld beschouwd. En hoewel ik na 19 jaar in de bankensector natuurlijk wel bankier ben geworden, blijf ik diep van binnen veel meer verandermanager en marketeer.”

Wat is uw grootste zwakte?
“Time-management. Iedereen kan altijd bij mij binnenlopen voor een luisterend oor. Stel dat jij mij over 10 weken belt en vraagt: ‘Nick, we kennen elkaar van dit interview, maar ik heb echt een klein probleem met mijn hypotheek. Mag ik dat even tegen jou aanhouden?’ Dan is de kans 99 procent dat ik je help. Ik verlies ongelooflijk veel tijd omdat ik vind dat ik een luisterend oor voor iedereen moet hebben.”

Zegt u makkelijk nee?
“Nee is voor mij een heel moeilijk woord. Vraagt mijn baas mij iets, dan zeg ik: ‘Regel ik. Ga ik achteraan. Komt voor elkaar.’ Dat is misschien het slechtste punt van mijn karakter; ik word graag aardig gevonden.”

Wat gebeurt er als iemand u niet aardig vindt?
“Daar voel ik me ongemakkelijk bij. Ik probeer dan op een of andere manier te achterhalen waaróm iemand mij niet aardig vindt. En dat wil ik wegnemen.”

Ligt u er wakker van?
“Ja. Ik heb periodes gehad dat ik er wakker van lag. Vooral in het begin van de crisis. Ik heb geleerd me niet druk te maken over dingen waar ik geen controle over heb. Mijn salaris bijvoorbeeld. Ik heb in de 22 jaar van mijn werkzame leven nog nooit een gesprek gehad over mijn salaris. Nog nooit! Ik hoor het aan het eind van het jaar wel. En het is wat het is… Ik heb er geen invloed op.”

“Nou ja… Schijnbaar heb ik er een hekel aan om over geld te praten. Ik denk dat dat uit mijn opvoeding komt. Als ik vroeger in de kledingwinkel stond, en een hele leuke klant had, die twee kostuums en vijf overhemden kocht en twee koppen koffie kreeg, dan was ik daar wel een vol uur mee bezig. En dan stonden we bij de kassa en zei zo’n man: ‘Wat gaan we doen met de prijs?’ Ik vond en vind dat buitengewoon naar.”

Onderhandelt u nooit over de prijs?
“Nee. Als wij een keuken of een auto willen kopen, dan loop ik de winkel uit. Mijn vrouw blijft achter om te onderhandelen over de prijs. Ik kán het niet. Ik weet hoe naar het was aan de andere kant.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wat was daar naar aan?
“Het was onze winkel! We probeerden daar geld mee te verdienen, op een goede manier klanten te helpen en aan het eind van de rit wat geld over te houden. Ik vind praten over geld zó vervelend, dat ik het ook niet doe als het over mijn eigen salaris gaat. Ik vind echt dat iemand ­zoals ik, met mijn baan, mijn privéleven, mijn salaris, stevig zijn mond moet houden over geld. Het is meer dan genoeg.”

Hoe hard heeft u gevochten om op deze positie te komen?
“Niet. Ik heb nooit gevochten. Ik ben een rasoptimist; als je resultaat blijft leveren, kom je vanzelf boven. En soms zijn er omstandigheden die ervoor zorgen dat je op een dood spoor komt. Of juist beter terecht komt.”

Welke omstandigheden zijn er in uw loopbaan geweest?
“Toen ik bij KPN werkte, ben ik door een vriend van mij gevraagd naar de Postbank te komen. Daar ben ik altijd gevraagd voor andere functies. Bovendien had ik mazzel toen ik in België ging werken. Ik kon met de Belgen aardig overweg. Twee tellen later kreeg ING in Michel Tilmant een Belgische ceo.”
 

Bio Nick Jue

  • 1965 geboren in Rotterdam
  • 1989 afgestudeerd in bedrijfskunde, Erasmus Universiteit Rotterdam
  • 1989 managementtrainee KPN
  • 1993 Hoofd Marketing Sparen, Postbank, ING Groep
  • 1998 Masteropleiding Marketing Management, Universiteit van Tilburg (cum laude)
  • 2003 General manager Corporate Communications & Affairs, ING Groep
  • 2006 Directievoorzitter ING Retail Nederland
  • 2007 Ceo ING Retail Nederland, verantwoordelijk voor de integratie van de Postbank, ING Bank en RVS.
  • 2008 Bestuursvoorzitter ING Nederland

Lees ook:

Eerder in deze serie: