De kwartaalcijfers van Philips werden niet met applaus ontvangen. Een heel voorzichtige outlook, voortgaande ellende bij de televisies (die na het WK vooral in het magazijn blijven staan) en westerse markten die wel even genoeg hebben van spullen kopen. Reden genoeg voor beleggers om Philips te dumpen. Maar tussen alle kwakkelberichten viel één ding bijzonder positief op: de led-activiteiten.
We zullen het geen lichtpuntje noemen, maar bij Philips Lighting werd in het derde kwartaal van dit jaar voor 68 procent meer aan led-producten omgezet. Inmiddels maken de diode-lampjes 14 procent van de totale omzet uit van dit kwartaal 1,9 miljard euro. Dat is 267 miljoen euro in één kwartaal, bij een divisie die toch stevig last heeft van de ingezakte bouwmarkten in de VS en Europa.
Philips is natuurlijk stevig aan het tamboereren met de lichtrevolutie: leds zouden stukken zuiniger zijn dan spaarlampen, ze zijn veel flexibeler in ontwerpen op te nemen en ze gaan vele malen langer mee. Het Olympische dorp dat Londen in 2012 krijgt, wordt straks verlicht door 60.000 Led-lampen van Philips, de nieuwste Audi's scheuren rond met Philips ledlampjes en ook voor thuis is er volop keuze, waarbij de lampenfabriek tegenwoordig na een reeks overnames ook de armaturen meelevert.
Het opmerkelijkste van de led-activiteiten bij Philips, is dat het heel ouderwets alles zelf doet: van de productie van de ledlampjes zelf tot en met de levering van armaturen – van designschemeraar tot straatlantaarn en kantoorlichtbak. Dit erwijl de voormalige elektronicafabrikant op andere terreinen zoveel mogelijk aan anderen overlaat om niet teveel kapitaal vast te leggen in gebouwen en machines. Tja, iemand moet toch voorgaan in de led-revolutie? Dit kwartaal zag Lumileds, dé ledfabriek van Philips, zijn omzet stijgen met 47 procent. Zolang dergelijke uitslagen nog niet gepaard gaan met de ups en downs die we van andere halfgeleiders gewend zijn, mag Lumileds blijven. Hoewel?