Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Bereid je voor op het Chinese bedrijfsleven

Wie China hoort, denkt vaak aan een communistisch land waar staatsbedrijven de plak zwaaien. Dat is maar gedeeltelijk waar. De toekomst is toch vooral aan de privébedrijven die zich met innovatie en snelle groei meer en meer onderscheiden van de rest.

Er zijn nog altijd meer dan 130.000 staatsbedrijven in China. En hoewel privé-ondernemerschap nog maar sinds het begin van de jaren ’80 van de twintigste eeuw is toegelaten, zijn er nu al enorme privéconglomeraten die qua grootte en omzet niet moeten onderdoen voor westerse multinationals of Chinese staatsbedrijven. Het zijn vooral deze bedrijven die een steeds grotere concurrentie vormen voor westerse bedrijven. Niet met een lagere prijs of mindere kwaliteit: vele Chinese producten zijn niet meer goedkoop en zijn kwalitatief even goed als westerse. Huawei, Tencent, Alibaba en Xiaomi zijn allemaal privébedrijven die hun westerse concurrenten zoals Apple, Amazon, Visa… het vuur aan de schenen leggen en ze op vele vlakken voorbijgestoken zijn. Maar wat is nu het grote verschil tussen Chinese en westerse bedrijven, en wat kunnen we ervan leren? Net zoals overal ter wereld geldt dat ook in China ondernemerschap neerkomt op hard werken, veel ups en downs, en doorzettingsvermogen. Maar het grote verschil is dat in China alles uitvergroot wordt: #1. Ga uit van fikse concurrentie De Chinese markt telt meer dan een miljard consumenten. Dat is een grote taart waarvoor veel gegadigden zijn, die elk hun stukje willen. Gevolg is dat de concurrentie simpelweg enorm is. Vele westerse bedrijven kunnen zich niet voorstellen wat concurrentie werkelijk betekent in China. Omwille van de mindere social zekerheid is ondernemerschap ook één van de belangrijkste manieren om in China financiële zekerheid te creëren. Het resultaat is een ongenadige concurrentie waarbij ondernemers met veel vallen en opstaan geleerd hebben wat het betekent om succesvol te zijn. In sommige industrieën zijn er letterlijk duizenden concurrenten. Een Duitse marktleider in betonblokken vertelde me dat ze ervan uitgingen dat ze in China zo’n 2.500 concurrenten hebben. Chinese ondernemers zijn ook krijgers van vele oorlogen, niet alleen met westerse bedrijven, maar vooral ook met de eigen staatsbedrijven die vaak betere toegang hebben tot de markt dan privébedrijven. Bovendien krijgen ze nog altijd af te rekenen met de perceptie van Chinese consumenten dat hun producten minderwaardig zijn aan de westerse producten (wat zeker niet meer altijd waar is). Daardoor moeten Chinese bedrijven nog harder vechten om hun waarde te bewijzen. #2. Business komt eerst in China In China lopen en zaken en privé in elkaar over. In een land waar persoonlijke relaties en vertrouwen nog hoog op de agenda staan, is het belangrijk om die relaties ook te onderhouden. En aangezien China een echte eetcultuur heeft, gebeurt dat vaak in restaurants. Wanneer westerse managers na het werk naar huis gaan om de avond bij de familie door te brengen, gaan Chinese ondernemers in een restaurant zakenpartners en klanten ontmoeten om het netwerk op peil te houden of uit te breiden. Velen onder hen zijn ook langdurig van huis afwezig in het Chinese hinterland waar ze hun bedrijven en fabrieken hebben. Vrouw en kinderen wonen dan vaak in de grote steden waar de levensomstandigheden beter zijn. Het is niet uitzonderlijk dat ze hun kinderen en echtgenote maar één keer per maand zien. In China komt business altijd eerst. #3. De regels zijn flexibel Westerlingen zijn gewend aan vrij strikte regelgeving, dat ligt in China anders. Aangezien China nog maar veertig jaar een kapitalistisch systeem kent, waarbij in het prille begin amper regels bestonden en werkelijk alles nieuw was, moest iedereen zo wat zijn eigen weg zoeken in het zakenlandschap. Regels werden naar believen gecreëerd en aangepast. Een Chinese zakenpartner vertelde ooit dat Chinezen de regels niet breken, maar zo veel buigen als mogelijk is. Dat is inderdaad een accurate beschrijving van de heersende gewoontes en de pragmatische manier waarop met regels wordt omgegaan. Het is immers niet gemakkelijk om in een land zo divers als China 1,4 miljard mensen perfect alle regels te laten volgen. Hetzelfde geldt voor de zakenwereld: regels worden aangepast en flexibel geïnterpreteerd. #4. Snelheid ten koste van kwaliteit Omwille van de enorme concurrentie, moeten bedrijven zeer dicht bij de markt staan. In het extreem snel veranderende Chinese zakenlandschap moeten bedrijven zich dan ook telkens opnieuw uitvinden om de concurrentie voor te blijven. Bovendien krijgen ze af te rekenen met de lokale bureaucratie, onzekerheid (de overheid heeft nog altijd een sturende rol in de economie) en snel veranderende markttrends. Chinese ondernemers moeten daarom altijd een vinger aan de maatschappelijk pols houden en meteen reageren op nieuwe trends. Snel bijsturen en aanpassen waar mogelijk, is essentieel. Precies daarom lanceren Chinese bedrijven heel vlug producten en diensten op de markt. Gebruiksvriendelijkheid en kwaliteit lijden daar in eerste instantie onder, maar door van de markt te leren, volgt meestal heel snel een tweede generatie producten, zonder de kinderziekten. Dat gebeurt vaak in een fractie van de tijd die westerse bedrijven nodig hebben om hetzelfde resultaat te boeken. #5. Ga niet af op officiële statistieken Chinese bedrijven zijn gegroeid in een markt waar accurate data en informatie amper voorradig waren. En aangezien veel economische sectoren jaarlijks met 10-20 procent groeiden, was de bestaande informatie niet altijd 100 procent correct. Chinese bedrijven zijn dus gewend om hun informatie rechtstreeks uit de markt te halen. Bovendien moesten Chinese CEO’s in het verleden op zeer pragmatische wijze creatief omgaan met beperkte middelen. Dat alles heeft ertoe geleid dat analyse niet zo belangrijk is. Aangezien de bestaande data achterhaald waren, zat er vaak niets anders op dan zelf informatie te vergaren en door het landschap te toeren op zoek naar cementfabrieken. Vele waren immers gebouwd zonder enige vergunning en konden dan ook niet teruggevonden worden in de officiële statistieken. #6. Ga de uitdaging aan De grote meerderheid van de oudere Chinese ondernemers hebben nog enorme armoede gekend en hadden een zwaar leven toen ze jong waren. Allemaal herinneren ze zich nog goed wat het betekent om te moeten vechten voor dagelijks brood, en om hun families in leven te houden. Velen onder hen hebben de harde tijden van de Culturele Revolutie meegemaakt. Neem nu het voorbeeld van Wang Jianlin, de rijkste man van China en de topman van Wanda, China’s meest bekende vastgoedontwikkelaar. Hij is geboren in 1954 in streng communistische tijden. Hij heeft persoonlijke tegenslagen, hongersnood en grote politieke omwentelingen meegemaakt. Toch is hij erin geslaagd om zich op te werken tot wie hij nu is. Het mag duidelijk zijn dat zulke mensen geen uitdaging uit de weg gaan of vlug opgeven. Het zijn extreem geharde ondernemers die gewend zijn aan tegenslagen en harde tijden. Chinese bedrijven bezitten dus een aantal kwaliteiten waarnaar westerse bedrijven naarstig op zoek zijn. Chinese bedrijven zijn van nature vaak ‘lean’ en ‘agile’ waardoor ze in staat zijn om snel te groeien en de concurrentie met westerse bedrijven aan te gaan. Het mag duidelijk zijn de westerse wereld meer en meer concurrentie gaat ondervinden van Chinese bedrijven. Lees ook: Zakendoen met China: 'Richt je op de eindbaas'
565738107 Foto: Getty

Er zijn nog altijd meer dan 130.000 staatsbedrijven in China. En hoewel privé-ondernemerschap nog maar sinds het begin van de jaren ’80 van de twintigste eeuw is toegelaten, zijn er nu al enorme privéconglomeraten die qua grootte en omzet niet moeten onderdoen voor westerse multinationals of Chinese staatsbedrijven. Het zijn vooral deze bedrijven die een steeds grotere concurrentie vormen voor westerse bedrijven. Niet met een lagere prijs of mindere kwaliteit: vele Chinese producten zijn niet meer goedkoop en zijn kwalitatief even goed als westerse.

Huawei, Tencent, Alibaba en Xiaomi zijn allemaal privébedrijven die hun westerse concurrenten zoals Apple, Amazon en Visa het vuur aan de schenen leggen en ze op vele vlakken voorbijgestoken zijn. Maar wat is nu het grote verschil tussen Chinese en westerse bedrijven, en wat kunnen we ervan leren?

Net zoals overal ter wereld geldt dat ook in China ondernemerschap neerkomt op hard werken, veel ups en downs, en doorzettingsvermogen. Maar het grote verschil is dat in China alles uitvergroot wordt:

#1. Ga uit van fikse concurrentie

De Chinese markt telt meer dan een miljard consumenten. Dat is een grote taart waarvoor veel gegadigden zijn, die elk hun stukje willen. Gevolg is dat de concurrentie simpelweg enorm is. Vele westerse bedrijven kunnen zich niet voorstellen wat concurrentie werkelijk betekent in China. Omwille van de mindere social zekerheid is ondernemerschap ook één van de belangrijkste manieren om in China financiële zekerheid te creëren. Het resultaat is een ongenadige concurrentie waarbij ondernemers met veel vallen en opstaan geleerd hebben wat het betekent om succesvol te zijn. In sommige industrieën zijn er letterlijk duizenden concurrenten. Een Duitse marktleider in betonblokken vertelde me dat ze ervan uitgingen dat ze in China zo’n 2.500 concurrenten hebben. Chinese ondernemers zijn ook krijgers van vele oorlogen, niet alleen met westerse bedrijven, maar vooral ook met de eigen staatsbedrijven die vaak betere toegang hebben tot de markt dan privébedrijven. Bovendien krijgen ze nog altijd af te rekenen met de perceptie van Chinese consumenten dat hun producten minderwaardig zijn aan de westerse producten (wat zeker niet meer altijd waar is). Daardoor moeten Chinese bedrijven nog harder vechten om hun waarde te bewijzen.

#2. Business komt eerst in China

In China lopen en zaken en privé in elkaar over. In een land waar persoonlijke relaties en vertrouwen nog hoog op de agenda staan, is het belangrijk om die relaties ook te onderhouden. En aangezien China een echte eetcultuur heeft, gebeurt dat vaak in restaurants. Wanneer westerse managers na het werk naar huis gaan om de avond bij de familie door te brengen, gaan Chinese ondernemers in een restaurant zakenpartners en klanten ontmoeten om het netwerk op peil te houden of uit te breiden. Velen onder hen zijn ook langdurig van huis afwezig in het Chinese hinterland waar ze hun bedrijven en fabrieken hebben. Vrouw en kinderen wonen dan vaak in de grote steden waar de levensomstandigheden beter zijn. Het is niet uitzonderlijk dat ze hun kinderen en echtgenote maar één keer per maand zien. In China komt business altijd eerst.

#3. De regels zijn flexibel

Westerlingen zijn gewend aan vrij strikte regelgeving, dat ligt in China anders. Aangezien China nog maar veertig jaar een kapitalistisch systeem kent, waarbij in het prille begin amper regels bestonden en werkelijk alles nieuw was, moest iedereen zo wat zijn eigen weg zoeken in het zakenlandschap. Regels werden naar believen gecreëerd en aangepast. Een Chinese zakenpartner vertelde ooit dat Chinezen de regels niet breken, maar zo veel buigen als mogelijk is. Dat is inderdaad een accurate beschrijving van de heersende gewoontes en de pragmatische manier waarop met regels wordt omgegaan. Het is immers niet gemakkelijk om in een land zo divers als China 1,4 miljard mensen perfect alle regels te laten volgen. Hetzelfde geldt voor de zakenwereld: regels worden aangepast en flexibel geïnterpreteerd.

#4. Snelheid ten koste van kwaliteit

Omwille van de enorme concurrentie, moeten bedrijven zeer dicht bij de markt staan. In het extreem snel veranderende Chinese zakenlandschap moeten bedrijven zich dan ook telkens opnieuw uitvinden om de concurrentie voor te blijven. Bovendien krijgen ze af te rekenen met de lokale bureaucratie, onzekerheid (de overheid heeft nog altijd een sturende rol in de economie) en snel veranderende markttrends. Chinese ondernemers moeten daarom altijd een vinger aan de maatschappelijk pols houden en meteen reageren op nieuwe trends. Snel bijsturen en aanpassen waar mogelijk, is essentieel. Precies daarom lanceren Chinese bedrijven heel vlug producten en diensten op de markt. Gebruiksvriendelijkheid en kwaliteit lijden daar in eerste instantie onder, maar door van de markt te leren, volgt meestal heel snel een tweede generatie producten, zonder de kinderziekten. Dat gebeurt vaak in een fractie van de tijd die westerse bedrijven nodig hebben om hetzelfde resultaat te boeken.

#5. Ga niet af op officiële statistieken

Chinese bedrijven zijn gegroeid in een markt waar accurate data en informatie amper voorradig waren. En aangezien veel economische sectoren jaarlijks met 10-20 procent groeiden, was de bestaande informatie niet altijd 100 procent correct. Chinese bedrijven zijn dus gewend om hun informatie rechtstreeks uit de markt te halen. Bovendien moesten Chinese CEO’s in het verleden op zeer pragmatische wijze creatief omgaan met beperkte middelen. Dat alles heeft ertoe geleid dat analyse niet zo belangrijk is. Aangezien de bestaande data achterhaald waren, zat er vaak niets anders op dan zelf informatie te vergaren en door het landschap te toeren op zoek naar cementfabrieken. Vele waren immers gebouwd zonder enige vergunning en konden dan ook niet teruggevonden worden in de officiële statistieken.

#6. Ga de uitdaging aan

De grote meerderheid van de oudere Chinese ondernemers hebben nog enorme armoede gekend en hadden een zwaar leven toen ze jong waren. Allemaal herinneren ze zich nog goed wat het betekent om te moeten vechten voor dagelijks brood, en om hun families in leven te houden. Velen onder hen hebben de harde tijden van de Culturele Revolutie meegemaakt. Neem nu het voorbeeld van Wang Jianlin, de rijkste man van China en de topman van Wanda, China’s meest bekende vastgoedontwikkelaar. Hij is geboren in 1954 in streng communistische tijden. Hij heeft persoonlijke tegenslagen, hongersnood en grote politieke omwentelingen meegemaakt. Toch is hij erin geslaagd om zich op te werken tot wie hij nu is. Het mag duidelijk zijn dat zulke mensen geen uitdaging uit de weg gaan of vlug opgeven. Het zijn extreem geharde ondernemers die gewend zijn aan tegenslagen en harde tijden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Chinese bedrijven bezitten dus een aantal kwaliteiten waarnaar westerse bedrijven naarstig op zoek zijn. Chinese bedrijven zijn van nature vaak ‘lean’ en ‘agile’ waardoor ze in staat zijn om snel te groeien en de concurrentie met westerse bedrijven aan te gaan. Het mag duidelijk zijn de westerse wereld meer en meer concurrentie gaat ondervinden van Chinese bedrijven.

Lees ook: Zakendoen met China: ‘Richt je op de eindbaas’