Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Hoe Unicef met big data kinderen helpt

In samenwerking met - Unicef gebruikt big data om sneller in te grijpen bij humanitaire crises. Erica Kochi, mede-oprichter van Unicef Innovation legt uit hoe dat zo gekomen is.

Erica Kochi

‘Sinds we begonnen met Unicef is data al heel erg belangrijk voor het werk wat we doen. We hebben data nodig om te kijken waar kinderen naar school gaan, of ze toegang hebben tot schoon water, etcetera. Zonder data is het heel erg lastig om bij overheden een punt te maken dat ze moeten investeren in bepaalde voorzieningen. Door middel van big data kunnen we data van verschillende bronnen combineren. Met die data kunnen we dan sneller en gerichter reageren.’

‘Tijdens de Zika-crisis in Brazilië hebben we gegevens van telecombedrijven over de locatie van mensen (natuurlijk geanonomiseerd) gecombineerd met armoedestatistieken en temperatuur. Zo konden we een goed beeld krijgen van waar de risico’s op besmetting hoger waren. En konden we onze middelen beter en gerichter inzetten.’

Geld en aandacht

‘Als er een crisis is, is er altijd veel aandacht en ook veel geld beschikbaar. Maar het is moeilijk om snel te bepalen waar we dat geld heen moeten sturen. Door data kunnen we snel een beeld krijgen van een situatie. We kunnen de data ook gebruiken om nood te voorspellen. In Irak zijn veel mensen afhankelijk van landbouw. In het geval van een droogte is de kans op honger een stuk groter. Omdat we dat zien aankomen, kunnen we ook sneller ter plaatse zijn.’

School mapping project

‘Voor het ‘School mapping project’, waarbij Unicef alle scholen ter wereld in kaart wil brengen, werken we samen met Red Hat. We hadden wel manieren om zelf met data te werken, maar geen manier voor externe partijen om bij te dragen. Binnen acht weken is er door Red Hat een platform ontwikkeld waarin we onze eigen data kunnen combineren met data van anderen, zoals onderzoekers en overheden. In het eerste project werd gekeken naar Colombia, een land dat uit een burgeroorlog komt en niet van al zijn scholen voldoende data heeft.’

‘Met een zogenaamde ‘Magicbox’, een softwareplatform dat van verschillende bronnen realtime data combineert, keken we door middel van satellietdata, inkomensgegevens en data over connectiviteit naar de situatie in Colombia. Op basis van de data konden we bekijken waar het geld het hardste nodig was, maar ook waar we nog informatie misten. Uiteindelijk is het doel om alle scholen ter wereld in beeld te brengen.’