Geen producten in de winkelwagen.
De problemen met kantoortuinen zijn wel duidelijk. MT schreef eerder al over wat het precies kost aan productiviteit en effectiviteit. Oplossingen gaan veel over wat medewerkers zelf kunnen doen met thuiswerken en noise cancelling koptelefoons, maar hoe zit het met het de inrichting van het kantoor?
Jeroen Megens is specialist op het gebied van bouwakoestiek en werkt bij advies- en ingenieursbureau LBP|SIGHT. Hij geeft advies bij transformaties van kantoren (verbouwingen) en nieuwbouw. ‘Momenteel doe ik vooral transformaties, vanwege Het Nieuwe Werken’, vertelt Megens. ‘Dat gaat niet alleen over inrichting van kantoortuinen, maar ook om flexibiliteit doordat bijvoorbeeld vaste werkplekken verdwijnen.’
Organisatie
Het verbeteren van de akoestiek in een kantoortuin draait niet alleen om het gebouw en bijvoorbeeld wandjes plaatsen, maar ook voor een groot deel om hoe de organisatie in elkaar zit. Wie zitten er bij elkaar? Waar zijn de bellers en waar de geconcentreerde werkers? Misschien is een dun glazen wandje genoeg voor een presentatieruimte, of moet de wand toch dikker omdat er luidsprekers worden gebruikt.
‘Het kan zijn dat een directeur ergens iets gezien heeft en dat ook wil, maar de vraag is of dat bij hem ook past en het beste is’, zegt Megens. Als er in een pand een open restaurant naast de kantoortuin zit, kijkt hij of je dat werkbaar kunt maken of adviseert toch die twee ruimtes te scheiden. Mensen vergissen zich vaak hoe complex de inrichting kan zijn, zeker in bestaande bouw, ziet Megens. ‘Dan is een kantoortuin mooi geïsoleerd, maar zit daarnaast de drukbezochte kantine.’ Of het plafond is mooi geluidsabsorberend, maar de bovenburen hebben een dunne vloer en je hoort schuivende stoelen. En een stevige muur tussen een vergader- en een stilteruimte is een goed idee, maar als de deur tussen beide ruimtes voortdurend open gaat, ben je nog nergens.
Inrichting
Het zit hem deels in de inrichting (welke ruimte zit waar) en deels in de afwerking en installatie. Zo heeft Megens’ werkgever LBP|SIGHT onlangs Booking.com geadviseerd voor hun Amsterdamse kantoor in The Bank. Er is een aparte ‘break out ruimte’ met pantry waar mensen kunnen pauzeren, zodat pauzeren minder geluid geeft op de werkplekken. Bellen kan in speciale belcellen die voorzien zijn van akoestische plafonds en wandpanelen. Verder kreeg het hele kantoor een spuitpleisterplafond en akoestische gordijnen om het geluid te dempen.
Bij Oracle Amsterdam, een andere opdrachtgever, werden in de open kantoorruimten akoestische plafondeilanden en geluidschotten geplaatst, en een zachte vloerafwerking om loopgeluiden beter te dempen. De wanden van de aangrenzende ruimten zijn gedeeltelijk voorzien van wandpanelen. Voor presentaties, vergaderingen en (telefoon)gesprekken kwamen aparte ruimtes.
De vraag is wat je doel is, en wat er haalbaar is, zegt Megens. ‘We kijken naar je budget en stellen een stappenplan op, van klein en niet zo prijzig voor een beetje demping, tot effectieve maar grote investeringen.’ De opdrachtgever bepaalt dan zelf welke effectieve en betaalbare geluidmaatregelen hij wil treffen.
Wat kun jij doen in de kantoortuin om de geluidsoverlast te beperken?
Jeroen Megens geeft een paar tips:
- Zorg voor afscherming tussen groepen mensen. Zit aan het ene ‘eiland’ het secretariaat en het andere sales, zet er schotjes of kasten tussen van minimaal 1,6 meter hoog
- Plaats geluidsschotten tussen bureaus
- Tapijten, hoewel onderhoudsgevoelig, dempen loopgeluiden
- Zorg voor geluidsdemping in de wanden en het plafond. Hiervoor zijn verschillende elementen en materialen beschikbaar
- Het onderbreken van de zichtlijn is goed voor akoestiek; als je elkaar kunt zien, kun je elkaar ook horen
- Wijs aparte werkplekken aan waarin mensen zich kunnen terugtrekken om te werken of juist bellen
- In kale ruimtes krijgt galm ruim baan. Her en der meubels of andere objecten plaatsen, zorgt voor verstrooiing van geluid en geluidsdemping
Overleg met je werkgever wat er mogelijk is. Komen er echt geen voorzieningen, zegt Megens, dan moet je toch maar denken aan een koptelefoon of thuiswerken.
