Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Elke Van der Valk een eigen hotel, maar hoe lang nog?

elke van der valk

Al sinds de Tweede wereldoorlog groeit de keten mee met het aantal familieleden. Maar het aantal Toekans dat Nederland kan herbergen is eindig. Overnames, internationale expansie en nieuwe concepten moeten ervoor zorgen dat ook de vierde generatie ‘Valkjes’ een eigen hotel kan runnen.

Schnitzel met appelmoes en patat. Veel voor weinig. En altijd die toekan op het dak. Dat was decennialang de formule waarmee horecaketen Van der Valk floreerde.

Maar anno 2016 trekt het concern op een heel andere manier de aandacht. Bestaande vestigingen worden in rap tempo vernieuwd: of het nu in Nootdorp is, Arnhem, Assen, of Eindhoven. Nieuwe vestigingen gaan in nog rapper tempo open: onlangs werden nieuwe toekans in Oostzaan, Enschede en Nijmegen gespot, en in onder meer Utrecht, Amsterdam, Lelystad, Groningen, Apeldoorn en Leeuwarden wordt gebouwd.
Van het schnitzel-imago is in die vestigingen weinig meer terug te vinden. In veel hotels komen casino’s, versmarkten of wellnessruimtes, het interieur wordt (stukken) luxer en moderner. Het bedrijf waagde bovendien de stap naar Frankrijk, België en Duitsland en droomt hardop van vestigingen in Luxemburg en Denemarken.

Groei na paar lastige jaren

De vernieuwingsoperatie is terug te zien in de cijfers. In 2015 steeg de omzet 3 procent naar 605 miljoen euro; dit jaar groeit Van der Valk naar verwachting minstens even hard. Martin van der Valk, eigenaar van de hotels in Houten en Vianen, zei recent tegen Misset Horeca dat het concern na een paar lastige jaren nu weer beter draait. De toekan kijkt weer nadrukkelijk naar de toekomst.
Die toekomst is aan de vierde generatie van het familiebedrijf, de achterkleinkinderen van oprichter Martinus van der Valk. Ongeveer 200 zijn het er, en steeds meer hotels staat onder hun leiding. Waar veel succesvolle familiebedrijven na een generatie of drie inzakken, brandt de ambitie onder de Van der Valk-telgen sterker dan ooit. Hoe kan dat toch?

De historie

Om die vraag te beantwoorden moeten we eerst terug in de historie. Kort voor de Tweede Wereldoorlog besloot boerenzoon Martinus van der Valk om café De Gouden Leeuw in Voorschoten om te bouwen tot hotel-restaurant. Het bleek een profijtelijke business, en dat bracht Martinus op een idee. Hij had 11 kinderen. Als die nou allemaal een eigen hotel gingen runnen, was hun toekomst veiliggesteld.
Aldus geschiedde: de familie opende snel meerdere hotel-restaurants. Gerrit, de meest ambitieuze zoon, ontdekte vervolgens in de jaren 50 in Amerika de populariteit van motels: hotels langs de snelweg. Samen met zijn broers en zussen introduceerde hij dat concept in Nederland.

De kleinkinderen

De wens van grondlegger Martinus kwam uit: vrijwel alle kinderen zaten uiteindelijk gebakken met hun eigen goedlopende hotel. In de jaren 80 waren de kleinkinderen rijp voor het runnen van een eigen hotel, en dus groeide de keten in die jaren hard verder. De leiding over het gehele bedrijf was de facto in handen van Gerrit en zijn broer Arie. Door twee gebeurtenissen raakte de familie echt bekend bij het grote publiek: de ontvoering van Gerrits vrouw Toos in 1982, en de inval van de FIOD in 1994 op verdenking van belastingfraude. Na een slepende rechtszaak betaalde het bedrijf een flinke naheffing. Tegelijk werd het concern opgeknipt in negen aparte holdings, die de familie zelf ‘staken’ noemt.
Sindsdien is Van der Valk in feite een verzameling aparte franchisebedrijven, maar dan wel bedrijven die op alle mogelijke manieren met elkaar verbonden zijn.

Je leven bestaat uit twee dingen: je hotel en je gezin

‘Wij zijn inderdaad een concern zonder centrale beslisser’, vertelt Marije van der Valk (35), directeur van het onlangs geopende hotel in Nijmegen-Lent. ‘Maar dat is juist onze kracht. We zijn allemaal ondernemers gebleven: je eigen zaak moet draaien, je eigen gasten blijven vooropstaan. Een centrale bestuurskamer kan ook tot uniformiteit leiden en ontwikkeling in de weg staan, daarvan hebben wij geen last.’ Marije, een van de leden van de vierde generatie, runt de zaak in Nijmegen samen met haar man Thijs Boomkens. Haar verhaal is typerend voor de telgen uit het familieconcern. Vader Peter runde samen met zijn vrouw Gera het hotel in Arnhem. Het gezin woonde naast de deur. ‘Dat is binnen onze familie heel gebruikelijk’, zegt Marije. ‘Anders is het niet te doen om genoeg aandacht te geven aan de twee dingen waar je leven uit bestaat: het hotel en het gezin.’

Zoals zoveel ‘Valken’ draaiden Marije, haar oudere broer en twee jongere zussen al van jongs af aan mee in het hotel van hun ouders. ‘Niet omdat we zo met onze toekomst bezig waren, we wilden gewoon graag bij onze ouders in de buurt zijn. En in zo’n hotel gebeurt altijd van alles, daar wil je als kind ook bij zijn. We deden allerlei klusjes: centen tellen, glazen spoelen. We vonden het prachtig. Als we thuis speelden, speelden we receptionistje. En vanaf een jaar of 15 ga je bijbaantjes doen. Ik heb bij het ontbijt gestaan, de afwas, de receptie.’

Als we thuis speelden, speelden we receptionistje

Ted van der Valk (26), Marijes achterneef en directeur van hotel Nootdorp, vertelde onlangs in het AD dat zijn ouders hem niet pushten om binnen het concern te blijven – hij wilde het zelf gewoon graag. ‘Na de middelbare school ging ik in de tuin werken, ik vond het geweldig. Pa zei: “Als dat is wat je wil, moet je dat doen.” Maar ik koos toch voor het hotel. Ik ben verliefd op het vak geworden.’
Volgens Marije geldt dat voor veel familieleden. ‘Je krijgt het mee in je opvoeding. Je bent veel in het hotel, want daar zijn je ouders. Ik geloof niet dat het horecavak in ons DNA zit, wel dat wij een aantal eigenschappen hebben die er goed passen: we zijn sociaal, kunnen goed communiceren. Veel familieleden trekt dit vak wel.’

Elk Van der Valk-hotel heeft één stem

Eén keer per jaar komen alle negen staken van het familieconcern samen. Die vergadering wordt voorgezeten door het licentiebestuur, waarin de grootste staken een representant hebben. Tijdens die vergadering ‘leggen we de grote lijnen van het beleid onder de loep’, zoals een betrokkene het noemt. Bij belangrijke beslissingen heeft elk hotel één stem. Daarnaast vormt de familie regelmatig commissies die zich op een specifiek onderwerp storten, zoals de ontwikkeling van de versmarkten, de inkoop of het marketingbeleid. Uiteraard doet Van der Valk de inkoop grotendeels gezamenlijk: met 65 hotels beding je immers veel hogere kortingen dan in je eentje.

Wie een nieuwe vestiging wil openen, kan daartoe een verzoek indienen bij het licentiebestuur. Bij zo’n aanvraag zijn een paar dingen belangrijk, zoals de beoogde locatie en de financiering – bij elk hotel moet immers ook het vastgoed in eigendom zijn. En de toekan móét op het dak. Maar de duidelijkste vereiste is nog wel dat de aanvrager een directe afstammeling van Martinus moet zijn. ‘Een buitenstaander kan nooit licentiehouder worden, tenzij hij met een afstammeling trouwt’, zegt Marije van der Valk. ‘Ik denk dat iedereen bij ons vindt dat dat de belangrijkste deur is die je dichthoudt. Dat houdt het overzichtelijk. Zo kun je als familie bewaken wat je met elkaar hebt opgebouwd.’

Onderlinge concurrentie Van der Valken

Het gaat niet altijd goed. Doordat er geen centraal beleidsplan is, maar wel 200 nazaten die altijd te horen kregen dat een eigen hotel een veilige toekomstinvestering is, rijdt de vierde generatie elkaar wel eens (onbedoeld) in de wielen. In de omgeving van Veenendaal liepen een paar jaar geleden drie familieleden tegelijk rond met plannen voor een nieuwe vestiging. ‘En we wisten het niet van elkaar’, zei Pieter Timmers, getrouwd met Til van der Valk, telg uit de derde generatie, daarop tegen het FD. Timmers kreeg de buit. ‘Wij hebben de andere Valken benaderd en wij bleken het verst te zijn met de voorbereidingen. Bovendien hadden we een prima zichtlocatie in Veenendaal. De anderen zeiden toen: “gaan jullie het maar regelen.” Nee, we hoefden hen niets te betalen.’ Inmiddels runt zoon Nick Timmers (28) hotel Veenendaal.

Vroeger  bediende iedereen zijn eigen snelweg

Soms gaat het minder harmonieus. Een conflict rond een nieuwe vestiging in Tilburg ging tot aan de Raad van State; familieleden die al in de regio actief waren, vonden dat de lokale markt overvol werd. De Raad van State wees die claim af. Ook aan een ander conflict tussen twee Brabantse vestigingen moest de rechter te pas komen. Zoals Pieter Timmers zei: ‘Vroeger bediende iedereen zijn eigen snelweg. Nu komen we vaker in elkaars vaarwater.’
Dat er zo nu en dan een conflict op de loer ligt, komt wellicht ook door een andere familietrek: ‘Valken’ zijn nogal competitief. Iedereen wil dat zijn eigen hotel het beste presteert. Marije van der Valk: ‘Financiële informatie delen we heel open met elkaar. Binnen het concern houden we ook kwaliteitscontroles, die cijfers delen we ook. Als jij een 4 scoort, terwijl de rest een 8 heeft, is dat niet prettig. Dat is een goede stok achter de deur.’

Het is misschien ook de reden dat Van der Valk zich blijft vernieuwen: niemand wil de manager zijn van het hotel waarvan de gasten zeggen: ‘Dit is nog echt zo’n oude Van der Valk.’ En dus doen de hoteleigenaren er alles aan om bij de tijd te blijven. Een keuken met een moderne kaart, vol verse producten, liefst lokaal ingekocht. Kamers waar badkamer en wc gescheiden zijn – daaraan schijnt veel behoefte. Genoeg parkeerruimte. Industrieel aandoende interieurs, of meubilair dat juist chic aandoet. Zoals Ted van der Valk zei toen hij in Nootdorp een grondige verbouwing aankondigde: ‘We willen het thuisgevoel behouden en een wow-effect eraan toevoegen. Een eenvoudige, snelle hap kan nog steeds. Maar dingen als fitness, zwembad en wellness horen bij de nieuwe standaard.’ En overal verse bloemen. ‘Verse bloemen betekent: verse producten.’

Van der Valk-toren in Amsterdam

Ook vierde generatie-telgen Jan Broeks en Rick Polman zijn aan het vernieuwen. De begin-veertigers behoren tot de oudere leden van hun generatie. Ze komen uit de staak Luiten-Van der Valk, een van de grootste staken, met een hoofdkantoor in Waalre. De afgelopen jaren openden zij een handvol hotels in België en Duitsland. Nu zetten ze de volgende stap: hotels in of bij grote Europese binnensteden – dáár bloeit immers het toerisme. ‘Als we onszelf als ondernemers serieus willen nemen, moeten we onze horizon verbreden. We willen aanwezig zijn in de top-3 steden in Nederland, België, Duitsland en Frankrijk. Nu moeten we daar locaties zoeken’, zei Polman tegen het AD.
Het eerste project, een 60 meter hoge toren met ruim 200 kamers bij Amstel Business Park in Amsterdam, opent naar verwachting medio volgend jaar zijn deuren.

Inzetten op casino’s

En Van der Valk zet in op casino’s. In 2013 ging het eerste interne casino open, in het Brabantse Nuland. Afgelopen jaar lagen er plannen voor zes nieuwe casino’s in bestaande vestigingen. Ook in veel nieuwe vestigingen worden ze gebouwd. ‘Daarmee trek je gasten vanuit de hele regio. Mensen die anders wellicht niet komen’, zei Max van der Valk, directeur van het hotel in Leusden, toen hij zijn plannen voor een speelhal bekendmaakte.
Zo moet het concern de komende jaren verder groeien: met familieleden die zich als ondernemer gedragen, terwijl ze de grote lijnen min of meer coördineren.
Vooralsnog werkt het. Al gaan er intern ook stemmen op die zeggen dat de rek er bijna uit is. Je kunt ook te véél vestigingen hebben. Met rond de 100 hotels, waarvan bijna driekwart in Nederland, is momenteel voor de helft van de telgen uit de vierde generatie een eigen hotel beschikbaar. Voor nog eens 100 hotels is Nederland veel te klein. En ook al zouden ze gebouwd worden: de vijfde generatie, nu nog grotendeels kinderen, bestaat naar verluidt uit meer dan 400 familieleden. Die ooit allemaal een eigen hotel geven, is onbegonnen werk.

Cashen? Verkopen hotel aan niet familie-leden uit den boze

Bij Van der Valk weten ze dat, maar dat wil niet zeggen dat ze de visie van grondlegger Martinus van der Valk snel zullen loslaten. De hotels blijven strikt familiebezit en een veilige investering. Cashen door hotels te verkopen is ook voor de vierde generatie uit den boze. Het draait bij Van der Valk niet om het snelle geld, maar om succes op de lange termijn. ‘Dit is een generaties overschrijdend bedrijf’, zegt Marije van der Valk. En over haar deze zomer geopende hotel Nijmegen-Lent: ‘Wij komen hier niet voor 10 jaar. Wij hopen hier over 50 jaar nog te staan. Tegen die tijd woon ik hier als oud omaatje in het dorp, en runt misschien een van mijn twee zonen de zaak. Of niet. Dan is er misschien een leuk neefje of nichtje dat het wil doen.’
 Foto’s: Mor (Flickr.com); Taco Witte (Flickr.com), Frits C. de Jong (Flickr.com)

 

Wekelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dit verhaal staat in de meest recente printeditie van Management Team, die helemaal in het teken staat van talent. Ben je nog geen abonnee? Vraag de huidige editie dan aan als gratis proefnummer