Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

‘Deeleconomie haakt aan bij wetgeving als het hen uitkomt’

Het aantal deelplatformen stijgt met de dag. Innovatie alom, maar wie zorgt voor de handhaving als het mis gaat? Volgens onderzoekers van het Rathenau Instituut moet er duidelijkheid komen over de juridische status van de platforms, zodat de overheid paal en perk kan stellen.

Wie op vakantie gaat, zal er ongetwijfeld wel eens op gekeken hebben: Airbnb, voor een huisje dat je het gevoel geeft dat je een local van de vakantiestad bent. Wie op zoek is naar een goedkope taxi klopt aan bij Uber en een goede schoonmaakster is zo gevonden via de website van Helpling. Maar wat gebeurt er wanneer het misgaat? Rondom deelplatformen bestaat lang niet altijd de handhaving die nodig is. Airbnb huizen voldoen vaak niet aan de wetten waar hotels wel rekening mee moeten houden, idem geldt voor de auto’s waar Uberpop lange tijd mee rond reed in Nederland. Het Rathenau Instituut deed onderzoek naar deze regelgeving voor deelplatforms en concludeert: er moet duidelijkheid komen over de juridische status van deelplatformen. ‘Je ziet dat ze nu verstoppertje spelen en daardoor regels proberen te ontwijken,’ aldus onderzoeker Magda Smink. ‘Ze haken aan bij wetgeving die hen zelf het beste uitkomt, dat kan niet de bedoeling zijn.’ Inmiddels is taxidienst Uberpop al een aantal jaar verboden omdat het niet aan de bepalingen in de Taxiwet voldeed. Chauffeurs rekenden geen btw over hun taxiritten, volgens Uber was dat niet mogelijk omdat de chauffeurs niet ingeschreven stonden bij de Kamer van Koophandel. Dat hoefde niet voor de dienst, het waren immers particulieren die elkaar hielpen met een autoritje. Technologiebedrijf Vaak worden deelplatformen niet behandeld als volwaardig bedrijf binnen hun eigen branche. Alle vijf deelplatformen die het Rathenau Instituut onderzocht - naast Airbnb en Uberpop werden schoonmaak platform Helping, autoverhuur Snappcar en huiskamerrestaurant Airdnd onderzocht - menen niet binnen de juridische kaders te passen van de sector waarin ze opereren. Zo beweert UberPop een technologiebedrijf te zijn en Airbnb een online handelsplatform. Daardoor denken zij zich dus niet aan de regels te hoeven houden die bijvoorbeeld voor hotel- en taxibranches gelden. Toch is dat nodig, te zien aan het aantal problemen dat uit het onderzoek naar voren kwam. ‘Bij Uberpop en Helpling gaat het over arbeid, waarbij geen belastingen betaald worden en er geen sociale zekerheden zijn voor medewerkers. Internetplatformen die slechts vraag en aanbod bij elkaar brengen, hoeven dat immers niet af te staan, schoonmakers en taxichauffeurs zijn daar zelf verantwoordelijk voor. Maar of ze dat doen, is ten zeerste de vraag.’ Smink benadrukt dat het Rathenau Instituut niet tegen het idee van deelplatformen is. ‘De innovatie die dit soort platformen met zich meebrengen kan heel goed zijn voor de economie en de diversiteit brengt gezonde concurrentie.’ In het ergste geval ontstaat er een monopoliepositie voor een van de deelplatformen, iets waar Airbnb hard naar op weg is. ‘Overheden kunnen op die manier nauwelijks nog paal en perk stellen. De gemeente Amsterdam is nu zover gekomen dat huizen niet langer dan 60 dagen verhuurd mogen worden, maar het heeft twee jaar geduurd voordat Airbnb in voldoende mate medewerking verleende om deze maatregelen ook te kunnen handhaven’. Handhaving Volgens Smink zijn er verschillende mogelijkheden voor de regulering van de deelplatformen. ‘Het is mogelijk om een gelijk speelveld te maken voor deelplatforms en ‘gewone’ bedrijven. Dan bestaat er gelijke concurrentie en moeten alle spelers binnen een sector aan dezelfde regelgeving voldoen.’ Dit zorgt echter wel voor uitdagingen op het gebied van handhaving. ‘Hoe controleert de gemeente je bijvoorbeeld of alle huizen die via Airbnb verhuurd worden brandveilig zijn?’ Het is ook mogelijk om binnen dit gelijke speelveld regels te vereenvoudigen of zelfs te dereguleren. Tegelijkertijd moet niet vergeten worden dat die regels er niet voor niets zijn. ‘Bij bedrijven als Airbnb en Airdnd (dat huiskamerrestaurants aanbiedt, red.) gaat het over consumentenveiligheid, Uberpop en Helpling hebben te maken met wetgeving rondom bescherming van werknemers. ‘Of we hier als maatschappij concessies aan willen doen, is een politieke afweging.’ Tenslotte kan een platform verboden worden wanneer het publieke belangen teveel schaadt, zoals in het geval van Uberpop. ‘De komst van Uberpop heeft er echter ook toe geleid dat er nog eens kritisch gekeken werd naar mogelijkheden om de Taxiwet te vernieuwen.’ Het opinieartikel in het Financieele Dagblad waarin gesteld werd dat het aan banden leggen van dit soort deelplatformen geen oplossing is en dat er enkel ingegrepen kan worden als er sprake is van bedreiging van belasting betalen of veiligheid, vindt Smink dan ook niet terecht.‘Het probleem van monopolievorming is dat het voor overheden heel moeilijk wordt om publieke belangen te beschermen. Het tegengaan van monopolievorming helpt deze publieke belangen dus indirect.’
Foto: Getty Images

Wie op vakantie gaat, zal er ongetwijfeld wel eens op gekeken hebben: Airbnb, voor een huisje dat je het gevoel geeft dat je een local van de vakantiestad bent. Wie op zoek is naar een goedkope taxi klopt aan bij Uber en een goede schoonmaakster is zo gevonden via de website van Helpling.

Maar wat gebeurt er wanneer het misgaat? Rondom deelplatformen bestaat lang niet altijd de handhaving die nodig is. Airbnb huizen voldoen vaak niet aan de wetten waar hotels wel rekening mee moeten houden, idem geldt voor de auto’s waar Uberpop lange tijd mee rond reed in Nederland. Het Rathenau Instituut deed onderzoek naar deze regelgeving voor deelplatforms en concludeert: er moet duidelijkheid komen over de juridische status van deelplatformen. ‘Je ziet dat ze nu verstoppertje spelen en daardoor regels proberen te ontwijken,’ aldus onderzoeker Magda Smink. ‘Ze haken aan bij wetgeving die hen zelf het beste uitkomt, dat kan niet de bedoeling zijn.’

Inmiddels is taxidienst Uberpop al een aantal jaar verboden omdat het niet aan de bepalingen in de Taxiwet voldeed. Chauffeurs rekenden geen btw over hun taxiritten, volgens Uber was dat niet mogelijk omdat de chauffeurs niet ingeschreven stonden bij de Kamer van Koophandel. Dat hoefde niet voor de dienst, het waren immers particulieren die elkaar hielpen met een autoritje.

Technologiebedrijf

Vaak worden deelplatformen niet behandeld als volwaardig bedrijf binnen hun eigen branche. Alle vijf deelplatformen die het Rathenau Instituut onderzocht – naast Airbnb en Uberpop werden schoonmaak platform Helping, autoverhuur Snappcar en huiskamerrestaurant Airdnd onderzocht – menen niet binnen de juridische kaders te passen van de sector waarin ze opereren. Zo beweert UberPop een technologiebedrijf te zijn en Airbnb een online handelsplatform. Daardoor denken zij zich dus niet aan de regels te hoeven houden die bijvoorbeeld voor hotel- en taxibranches gelden.

Toch is dat nodig, te zien aan het aantal problemen dat uit het onderzoek naar voren kwam. ‘Bij Uberpop en Helpling gaat het over arbeid, waarbij geen belastingen betaald worden en er geen sociale zekerheden zijn voor medewerkers. Internetplatformen die slechts vraag en aanbod bij elkaar brengen, hoeven dat immers niet af te staan, schoonmakers en taxichauffeurs zijn daar zelf verantwoordelijk voor. Maar of ze dat doen, is ten zeerste de vraag.’

Smink benadrukt dat het Rathenau Instituut niet tegen het idee van deelplatformen is. ‘De innovatie die dit soort platformen met zich meebrengen kan heel goed zijn voor de economie en de diversiteit brengt gezonde concurrentie.’ In het ergste geval ontstaat er een monopoliepositie voor een van de deelplatformen, iets waar Airbnb hard naar op weg is. ‘Overheden kunnen op die manier nauwelijks nog paal en perk stellen. De gemeente Amsterdam is nu zover gekomen dat huizen niet langer dan 60 dagen verhuurd mogen worden, maar het heeft twee jaar geduurd voordat Airbnb in voldoende mate medewerking verleende om deze maatregelen ook te kunnen handhaven’.

Handhaving

Volgens Smink zijn er verschillende mogelijkheden voor de regulering van de deelplatformen. ‘Het is mogelijk om een gelijk speelveld te maken voor deelplatforms en ‘gewone’ bedrijven. Dan bestaat er gelijke concurrentie en moeten alle spelers binnen een sector aan dezelfde regelgeving voldoen.’ Dit zorgt echter wel voor uitdagingen op het gebied van handhaving. ‘Hoe controleert de gemeente je bijvoorbeeld of alle huizen die via Airbnb verhuurd worden brandveilig zijn?’

Het is ook mogelijk om binnen dit gelijke speelveld regels te vereenvoudigen of zelfs te dereguleren. Tegelijkertijd moet niet vergeten worden dat die regels er niet voor niets zijn. ‘Bij bedrijven als Airbnb en Airdnd (dat huiskamerrestaurants aanbiedt, red.) gaat het over consumentenveiligheid, Uberpop en Helpling hebben te maken met wetgeving rondom bescherming van werknemers. ‘Of we hier als maatschappij concessies aan willen doen, is een politieke afweging.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Tenslotte kan een platform verboden worden wanneer het publieke belangen teveel schaadt, zoals in het geval van Uberpop. ‘De komst van Uberpop heeft er echter ook toe geleid dat er nog eens kritisch gekeken werd naar mogelijkheden om de Taxiwet te vernieuwen.’

Het opinieartikel in het Financieele Dagblad waarin gesteld werd dat het aan banden leggen van dit soort deelplatformen geen oplossing is en dat er enkel ingegrepen kan worden als er sprake is van bedreiging van belasting betalen of veiligheid, vindt Smink dan ook niet terecht.‘Het probleem van monopolievorming is dat het voor overheden heel moeilijk wordt om publieke belangen te beschermen. Het tegengaan van monopolievorming helpt deze publieke belangen dus indirect.’