Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Bouwe Bekking over de Volvo Ocean Race: ‘Leiderschap in een snelkookpan’

Hoe overleef je de Volvo Ocean Race, de zwaarste zeilrace ter wereld? Met focus op zachte waarden, zegt 7-voudig deelnemer Bouwe Bekking.

De Volvo Ocean Race komt naar Nederland. De deelnemers aan 's werelds zwaarste zeilrace meren deze week aan in Scheveningen voor een tussenstop in de laatste etappe van Lorient in Frankrijk naar het Zweedse Göteborg. Zes keer nam Bouwe Bekking deel en altijd bracht hij zijn crew heelhuids thuis, maar winnen lukte nog niet. Ook deze zevende keer, nu met Team Brunel, lijkt hij naast de hoofdprijs te grijpen omdat team Abu Dhabi Ocean Racing in de laatste etappe niet meer in te halen is.

Onder hoge druk

Schipper zijn in de Volvo Ocean Race, dat is leiderschap in een snelkookpan, zegt hij. Het is teamwork onder hoge druk. Weken achtereen op zee, door de zwaarste stormen en levensgevaarlijke omstandigheden. Met acht gedreven topsporters op nauwelijks 50 vierkante meter en maar één doel: winnen! Hoe houd je dan de boel bijeen, ook als stress, vermoeidheid en prestatiedruk flink oplopen? Het antwoord van Bekking is: met focus op de softe waarden: ‘Want winnen of verliezen gebeurt tussen de oren’, stelt hij.

Favoriet

Bouwe Bekking (51), schipper van het Nederlandse Team Brunel, weet hoe hij moet zeilen. Met zes eerdere deelnames is hij de meest ervaren schipper van allemaal. In deze editie van de race, waarin alle teams voor het eerst met technisch identieke schepen varen, is dat goud waard.

Mede daardoor gold Bekking vooraf als een van de favorieten voor de eindzege. ‘Ervaring stelt je in staat om situaties direct te herkennen en goed in te schatten. Zo kun je snel de juiste beslissingen nemen’, zegt hij zelf. Aan boord van een schip, waar soms elke volgende golf letterlijk levensbedreigend kan zijn, is dat cruciaal. ‘Of het nu gaat om het zeilen of om het omgaan met de mensen in je team. Je weet wat werkt en wat niet. Dat is overigens een continu proces, want ervaring heb je nooit genoeg. Als je maar éven stopt met leren, gaan anderen je voorbij. Zeker in het level playing field van nu, waarin we allemaal met gelijke schepen varen.’

Vakmanschap en teamgeest

De zeilcrew die Bekking selecteerde, bestaat uit zeven man uit verschillende landen. Vijf van hen koos Bekking eigenhandig uit zijn persoonlijke netwerk van topzeilers. Bij de selectie van de twee reglementair verplichte rookies – jonge zeilers – hielp naamsponsor Brunel. Op briefing van Bekking maakten zij uit ruim 300 aanmeldingen een voorselectie van een handjevol kandidaten, waaruit Bekking uiteindelijk de keuze maakte.

‘Als ik een team samenstel, let ik in de eerste plaats op vakmanschap – zijn het goede zeilers voor de verschillende taken en posities aan boord – en in de tweede plaats op de vraag of het échte teamspelers zijn. Hebben ze het karakter om onder de zwaarste omstandigheden goed te blijven samenwerken? Zijn ze bereid om 24/7 voor hun team te knokken? Ook midden in de nacht, als ze doodmoe eindelijk in hun slaapzak liggen? Daar draait het om. Voor ego’s is hier geen ruimte.'

 

Topzeilers moeten échte teamspelers zijn, bereid om 24/7 voor hun team te knokken. Voor ego's is hier geen ruimte.'


Geen control freak

Bekking zweert bij een cultuur van openheid en eigen verantwoordelijkheid. Zelfsturendheid is belangrijker dan hiërarchie, zegt hij. ‘Kijk, ik ben de schipper, daar is geen onduidelijkheid over. Dus in the end ben ik degene die de knopen doorhakt. Maar daarbinnen geef ik mijn mensen alle ruimte om hun mening te geven en te excelleren in hun job. Dat is het voordeel als je met specialisten werkt. Dan kun je blind op elkaar vertrouwen.’

Aansturen doet Bekking op de grote lijnen. ‘Toen ik voor het eerst schipperde, was ik vooral aan het micro-managen. Tegenwoordig weet ik dat dat niet hoeft als je met de juiste mensen werkt. Ik zorg vooraf dat iedereen zijn verantwoordelijkheden kent en houd hooguit de vinger aan de pols. Dat geldt op zee, maar ook voor de werkzaamheden tijdens stopovers, zoals reparaties, onderhoud en het voorbereiden van de volgende etappe. Ik maak een helder schedule met taken en deadlines. Maar iedereen is volwassen. Ik hoef ze niet aan een touwtje te houden.’

Niet sjoemelen

Op één punt zit Bekking er naar eigen zeggen nog altijd wel kort op. ‘Regel 1 in het zeilen is fair sailing. Dus ik wil op geen enkele manier dat er in ons team wordt gesjoemeld met de regels. No way dat je punten wilt verliezen doordat er dingen niet in de haak zijn. Dat kun je niet hebben. Voor jezelf niet, voor het team niet, voor je sponsors niet. Daar let ik heel scherp op.’

 

Ik ben degene die de knopen doorhakt, maar ik geef mijn mensen alle ruimte. Als je met specialisten werkt, kun je blind op elkaar vertrouwen.'

 

Managementlessen

Leiderschap leerde Bekking op het water. Hij was jarenlang ‘huisschipper’ voor de Spaanse koning Juan Carlos en zeilt al meer dan 20 jaar wedstrijden op jachten van internationale grootindustriëlen. ‘Zij zijn mijn goeroes: mensen die grote bedrijven hebben opgebouwd en multinationals leiden. Hun manier van communiceren heb ik altijd leerzaam gevonden. De rust waarmee ze hun mensen toespreken, bijvoorbeeld in debriefs, daar heb ik veel van geleerd.’

Die rust komt met de jaren, merkt Bekking ook bij zichzelf. ‘Als je jonger bent, ben je impulsiever, emotioneler. Als je dan ergens kwaad over bent, wil je meteen je punt maken en bijvoorbeeld een boze mail sturen. Maar de volgende dag denk je, shit, wat heb ik eigenlijk gedaan? Naarmate je ouder wordt, leer je beter relativeren. Dan word je een beter mens én een betere leider. Doordat je dingen in perspectief kunt zien, kunt analyseren en vervolgens actie kunt nemen: wat hebben we goed gedaan, wat kan er beter en hoe gaan we dat doen?’

Feedback en fuck-ups

Feedback geeft Bekking altijd direct, in teamvergaderingen en individueel. ‘Daarbij ben ik rechtdoorzee. Met de vuist op tafel slaan of mijn stem verheffen is niet mijn stijl. Maar ik durf fuck-ups wel te benoemen. Ook die van mij zelf. Ik denk dat dat heel erg wordt gerespecteerd door de jongens.’

'Mijn fout'

Actueel voorbeeld: de tegenvallende vijfde plaats van Team Brunel in de etappe naar Auckland, terwijl het team die etappe lange tijd aan de leiding had gelegen. ‘Mijn fout’, erkende de schipper ruiterlijk na afloop. ‘We raakten onze voorsprong kwijt toen in een windstiltegebied rond de evenaar de hele vloot weer dicht bij elkaar kwam te liggen. Door één verkeerde tactische keuze zakten we van plaats 1 naar plaats 5. Na overleg met Capey (Andrew Cape, de navigator van Team Brunel) koos ik voor een koers die ons later gunstiger wind moest brengen. Hoewel mijn gut feeling anders zei, lieten we ons leiden door de inschatting van de weersinformatie. We kozen ervoor om langer door te varen naar het oosten, terwijl de rest van de vloot naar het zuiden ging. Dat pakte verkeerd uit, en daar is niemand anders verantwoordelijk voor dan ik.'

Eerlijk en helder

Door zoiets openlijk toe te geven, en uit te leggen hoe je tot je keuze bent gekomen, voorkom je dat het in de weg blijft zitten, zegt Bekking. 'Naar de jongens toe werkt dat net zo. Maakt een van hen een fout, dan heeft het geen zin om het hard op de man te spelen. Wel om eerlijk en helder te zijn, de gevolgen te accepteren en van daaruit te kijken hoe het volgende keer beter moet. Een fout maken mag. Als je er maar van leert. Je moet niet dezelfde fout drie keer maken.’

 

Fouten moet je toegeven en uitleggen. Daardoor voorkom je dat ze in de weg blijven zitten.'

 

Opladen na teleurstelling

Mede door die vijfde plaats staat Brunel tweede in het klassement. Teleurstellend, voor de vooraf gedoodverfde favoriet, en zeker ook voor Bekking zelf. Hij geeft het ook meteen toe. Toch is hij ook de eerste om met opgeheven hoofd vooruit te kijken. ‘Teleurstellingen horen erbij en verliezen is niet erg, zolang je ervan leert. Om te winnen moet je kunnen vallen én opstaan. Het gaat erom dat je het resultaat relativeert, analyseert en kijkt hoe het volgende keer beter kan. En dan jezelf en je team opnieuw opladen voor de volgende stap.’

Dat laatste gaat vanzelf, claimt Bekking. ‘We zijn aan boord allemaal topzeilers en willen elke wedstrijd winnen, altijd en overal. Dus hoe gek dat ook klinkt, ik hoef er niets voor te doen om mijn mensen na zo’n vijfde plek weer te motiveren. Aan boord staan de neuzen altijd dezelfde kant op. Blijven vechten, ook als het tegenzit. Sinds de introductie van one-design is dat belangrijker dan ooit, want de onderlinge verschillen zijn extreem klein. Na drie weken op zee finishen de schepen soms maar anderhalve minuut van elkaar. Je kunt dus geen moment verslappen, maar altijd blijven geloven dat je het resultaat nog kunt verbeteren. En als dat niet help, dan moet je elkaar na de finish in de ogen kunnen kijken en zeggen: dit keer zat het er niet in, maar de volgende is voor ons!’

Overdrukventiel

Bekking en zijn team krijgen tijdens de stopovers begeleiding van een teamcoach. Anje-Marijcke van Boxtel, director coaching van Schouten Global, is vertrouwenspersoon en ‘overdrukventiel’ voor de schipper en de crew. Bekking is daar blij mee. ‘Aan boord is het mijn rol om te bewaken dat de spirit aan boord goed blijft. Maar als schipper ben je nooit echt volledig one of the guys. Je bent de schipper. Dus je hoort veel, maar niet alles. Daarom is het goed om er aan de wal zo’n teamcoach bij te hebben. Zo’n coach helpt om te voorkomen dat irritaties binnen de crew, die er altijd wel zijn als je zo lang op elkaars lip zit, te hoog oplopen.’

Tussen de oren

Precies daar zit volgens Bekking de sleutel tot winnen. Of verliezen. ‘In zo’n race van negen maanden 'round the world is het zeilen feitelijk het gemakkelijkst. Winnen of verliezen gebeurt tussen de oren. Zodra er te veel wrijving ontstaat, komen er drempels om elkaar te helpen en bereik je nooit het maximale resultaat. Dat lukt alleen als de lucht is opgeklaard. Met goede teamgeest kun je de race winnen, door onenigheid – als je niet meer voor elkaar door het vuur gaat – kun je ‘m verliezen. Ik haat een sfeer van messen-in-de-rug, zoals die wel eens voorkomt bij andere teams. Open communicatie is cruciaal.’

 

Zodra er wrijving is, bereikt je niet het maximale resultaat. Dat lukt alleen als de lucht opgeklaard is.'


Zwaktes en agressie

Wat ziet Bekking als zijn grootste zwakte? ‘Ik heb nog nooit de Volvo Ocean Race gewonnen’, zegt hij zonder aarzelen. Dan, nadenkend: ‘Ik ben soms misschien niet agressief genoeg. Als een concurrent bijvoorbeeld iets slims doet dat volgens de regels twijfelachtig is, zal ik niet snel zeggen: “Die hangen we hoog en droog”.

Een recent voorbeeld: een van de teams gebruikt een drone voor het maken van mooie actiefoto’s en -films voor de dagelijkse mediafeeds. Maar die kunnen ze bij licht weer ook gebruiken om vanaf grotere hoogte te kijken waar de wind zit, en er dus zeiltechnisch voordeel van pakken. Terwijl de regels zeggen dat niets ‘de boot mag verlaten en daarna weer terug aan boord mag komen’. In plaats van een keihard protest dien ik dan een Q&A in bij de wedstrijdleiding. Met als uitkomst dat het gebruik van drones wordt toegestaan voor het maken van foto’s en video’s en níet om te kijken waar de wind zit. Maar wie controleert dat? Over zoiets kan ik dan wel pissig worden. Op mezelf vooral. Dat ik daar dan niet harder inga, komt denk ik doordat ik het aan de andere kant ook wel weer slim gevonden vind. Dat ik zou willen dat ik het zelf had bedacht.’

Verlies accepteren

Voor een meervoudig wereldkampioen lijkt de vijftiger verlies makkelijk te relativeren. Gezien zijn leeftijd is de kans groot dat dit zijn laatste ‘Volvo’ is als schipper. Kan hij het accepteren als hij straks, aan de finish in Göteborg, ook zijn zevende keer níet wint? Als een soort Joop Zoetemelk van het zeilen dus, een eeuwige tweede. Het antwoord is resoluut. ‘Winnen is het belangrijkste. Daarvoor zijn we hier, daarvoor doen we al deze moeite en zeilen we de wereld rond. Maar lukt het desondanks niet, dan kan ik daar zeker mee leven. Je moet wel hè, het is dan niet anders. Zolang iedereen maar 100 procent heeft gegeven en we met de hand op het hart kunnen zeggen dat we alles eruit hebben gehaald. Zat het er niet in, dan zat het er niet in.’

Nachtmerrie

Je schip moeten verlaten is de nachtmerrie voor elke zeezeiler. In 2006 overkwam het Bouwe Bekking zelf toen zijn Movistar door een zwakte in de kielconstructie op de Atlantische Oceaan op weg naar het Britse Portsmouth lek raakte en zonk.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

De Vestas-crash

Ook deze race gaan er dingen dramatisch mis. Halverwege de tweede etappe voer een van Bekkings concurrenten, Team Vestas Wind, in het donker bij Mauritius op een rif. Oorzaak: een verkeerde inschatting van de Nederlandse navigator Wouter Verbraak, die het water ter plaatse dieper had ingeschat. Niemand raakte gewond, maar de boot was zwaar beschadigd. Team Vestas werkt hard om de boot te herbouwen en de laatste etappes weer mee te doen.

Zondebok

Verbraak werd ontslagen maar schipper Chris Nicholson bleef aan. Terecht? ‘Dat is moeilijk te zeggen, want er spelen allerlei afwegingen en belangen’, weet Bekking. ‘Dat Wouter werd ontslagen, is logisch. Vestas is beursgenoteerd; er moest een zondebok worden gevonden. Maar als schipper zou ik zelf ook zijn opgestapt. Iets groots als dit kun je niet alleen op je navigator laten aankomen. Als schipper blijf je eindverantwoordelijk.’

Lees meer over Bouwe Bekking: