Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Metaal op maat

Robots en mensen werken hand in hand bij metaalbedrijf De Cromvoirtse. Klanten hoeven daardoor zelf geen voorraad meer aan te houden. ‘Niemand gaat nog 3 maanden wachten op één onderdeel uit China als hij het snel om de hoek kan halen.’

Deze ‘opgelost’ komt uit MT03 2016
Organisatie: De Cromvoirtse
Uitdaging: kortere productietijden
Oplosser: TNO

Snijden, zagen, knippen. De robots die bij metaalbedrijf De Cromvoirtse metalen platen en buizen te lijf gaan doen het allemaal, en exact op maat. Het is een futuristisch ogend beeld, maar hier ook de alledaagse praktijk. Niet voor niets is het Oisterwijkse bedrijf een van de trekkers van het Smart Industry-fieldlab rond flexible manufacturing, dat als doel heeft de toepassing van robots en andere vormen van productieautomatisering voor kleine series rendabel te maken.

Kleine series

De praktijkervaring van De Cromvoirtse komt daarbij goed van pas, vertelt directeur Janwillem Verschuuren. ‘Onze klantenkring bestaat voor een groot deel uit bedrijven die zelf te klein zijn om in robots te investeren, of die zo’n machine maar 2 uur per week nodig hebben. Ook fungeren we als achtervang voor bedrijven die tijdens piekdrukte behoefte hebben aan extra capaciteit.’

Groot voordeel voor de klant is dat die zelf geen voorraad meer hoeft aan te houden, schetst Verschuuren. ‘We produceren in enkelstuks of kleine series, vaak maximaal 10 exemplaren. Ander voordeel is dat klanten zelf niet hoeven te investeren in dure machines of in kennis ván die machines. Dankzij onze schaalgrootte kunnen we klanten continuïteit bieden. En zijn machines door intensief gebruik na een jaar of 5 technisch en economisch op, dan investeren we weer in nieuwere. Zo hebben klanten de zekerheid dat hun producten altijd worden gemaakt volgens de laatste stand der techniek.’

Vernieuwingsdrang

De ongeveer 45 medewerkers van het Oisterwijkse bedrijf zijn inmiddels wel gewend aan de voortdurende innovatiedrang van Verschuuren en zijn collega-directeur Ronnie van den Hurk. ‘We kijken continu of we productieprocessen kunnen aanscherpen en doorlooptijden kunnen verkorten. Waar die vernieuwingsdrang vandaan komt? Deels is dat de aard van het beestje, maar uiteraard gaat het er ook om dat we onze positie versterken ten opzichte van lagelonenlanden. Niemand gaat nog 3 maanden wachten op één onderdeel uit China als hij het snel ‘om de hoek’ kan halen.

Al het herhalende werk proberen we zoveel mogelijk te automatiseren.’ Ook de dreigende schaarste op de arbeidsmarkt speelt volgens Verschuuren een rol in die automatiseringsdrift. ‘De komende jaren gaan veel oudere medewerkers met pensioen. Bovendien is de verwachting dat steeds meer Poolse medewerkers – nu de levensstandaard in Midden- en Oost-Europa langzaam stijgt – over een aantal jaren weer terugkeren naar hun thuisland.’

Meer doen met hetzelfde aantal mensen: dat is de uitdaging waar De Cromvoirtse volgens Verschuuren voor staat. ‘Tegelijkertijd is het een uitdaging om ook onze wat oudere medewerkers mee te nemen in de voortdurende automatisering. Je merkt dat jonge werknemers gewend zijn te werken met touchscreens en 3D-ontwerpen, maar zeker voor 50-plussers is dat soms nog lastig. Niet voor niets investeren we veel in begeleiding; onze productie mag dan wel steeds meer ‘mens-arm’ zijn, een geheel mensloze fabriek zie ik er voorlopig niet van komen.’

‘Een mensloze fabriek zie ik er voorlopig niet van komen’

Orderproces stroomlijnen

Ambities voor de nabije toekomst? Die zijn er genoeg, schetst de directeur. ‘Momenteel richten we ons vooral op het nog efficiënter maken van het leveringsproces. Een scheepsbouwer wil niet al in de eerste week onderdelen krijgen die hij pas helemaal aan het einde van het bouwtraject nodig heeft. Samen met de klant willen we nog beter bekijken waar hij wanneer behoefte aan heeft en zo werk maken van just in time delivery.’

Binnen het fieldlab wordt ondertussen druk gezocht naar manieren om het orderproces verder te stroomlijnen, vervolgt hij. ‘Samen met TNO onderzoeken we momenteel of we ons webportaal – waar de klant zijn orders kan plaatsen – kunnen laten aansluiten op het ERP-systeem van de klant. Groot voordeel is dat die klant zijn orders dan niet meer een voor een handmatig hoeft in te voeren. Ons doel is om uiteindelijk te komen tot een uniforme standaard voor alle gangbare ERP-pakketten. Ook weer een goed voorbeeld van hoe we het onze klanten makkelijker proberen te maken. Want dát is toch uiteindelijk waarvoor we het doen.’


In de rubriek opgelost beschrijft de redactie van MT een casestudy van een organisatie of van een van haar klanten.