Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Wouter de Jong: ‘Mentaal sporten moet net zo normaal worden als hardlopen’

Wie behoefte heeft aan betere prestaties, meer energie en een scherpe focus, doet er volgens Wouter de Jong verstandig aan om mentaal te sporten. ‘Over een paar jaar moet het net zo vanzelfsprekend zijn als naar de sportschool gaan of hardlopen’, zegt de schrijver van het boek ‘Mindgym’.

Mentaal sporten, mindgym, aandacht, wouter de jong
Foto: Getty

Bijna een miljoen mensen loopt rond met burn-outklachten. Het gevolg voor het bedrijfsleven: hoge kosten en veel verzuim. ‘Aan onze geest denken we vaak pas als het misgaat. Zonde, want investeren in een fit brein helpt om doelen en ambities te bereiken’, zegt de Jong. ‘Het houdt de mentale conditie op peil en kan een burn-out voorkomen’.

Aandachtspier

Het fundament van een gezonde geest is aandacht. Een sterke aandachtspier helpt bij het ontwikkelen van discipline en het beheersen van automatische impulsen. Maar in de waan van de dag hebben we de neiging om op de automatische piloot te leven. Bij een appje grijpen we automatisch naar onze telefoon en bij het geluid van een nieuwe mail gaat onze aandacht meteen naar de mailbox.

Een sterke aandachtspier creëert bewustwording en helpt om van die automatische piloot af te komen. Maar wie een sterke aandachtspier wil, zal bereid moeten zijn om te trainen. ‘Het is net als met de marathon, die red je niet met een wekelijks rondje door het park. Ik zie aandacht als het stuurwiel van je leven. Alles wat je aandacht geeft, groeit. Met een sterke aandachtspier bepaal jij waar je aandacht op richt en dus in welke richting  je het leven stuurt. Hoe vaker je traint, hoe sneller je opmerkt wat je denkt en voelt. Dat maakt het eenvoudiger om uit vastgeroeste patronen te stappen.’

Breincircuits

Mentale fitheid gaat nog een stapje verder dan aandacht. Een gezonde geest is volgens De Jong afhankelijk van vier breincircuits: aandacht, veerkracht, positiviteit en altruïsme. Die circuits functioneren onafhankelijk van elkaar. ‘Dat betekent dat je heel goed kan zijn in de één en slecht in de ander. Hoe meer circuits je traint, hoe gelukkiger je brein, hoe mentaal sterker je wordt en hoe meer je gedaan krijgt in minder tijd.’

Met positiviteit bedoelt De Jong overigens niet dat alles verplicht leuk moet zijn: ‘Onweersbuien zijn ook een onderdeel van het leven, je hoeft niet krampachtig vast te houden aan een smiley. Het is eerder een levenshouding die je kunt trainen. Bijvoorbeeld door je aandacht te verleggen en wat vaker bewust te zijn waar je dankbaar voor bent. Doe je dat vaak genoeg, dan worden je hersenen als het ware opnieuw geprogrammeerd en leer je anders tegen de wereld aankijken.’

McMindfulness

Werkgevers zouden volgens De Jong actief bezig moeten zijn met de mentale fitheid van zichzelf en hun medewerkers. Dat kan bijvoorbeeld door op zoek te gaan naar nieuwe manieren van vergaderen of brainstormen, maar ook met het aanbieden van mindfulness en aandachtstrainingen.

Lees ook Vier weken lang mindfulness: afleiding bestrijden met ademhaling

‘Het mag alleen nooit worden gezien als een wondermiddel dat je even snel toepast. Aandachtstraining gaat niet over één nacht ijs en vereist dagelijkse oefening. Eén van de grootste gevaren is McMindfulness; dat we dergelijke trainingen gebruiken als een quickfix en bedrijven het enkel inzetten uit winstbejag, niet om medewerkers te laten floreren. De intentie zou moeten zijn om goed te willen zorgen voor je personeel. Uit onderzoek blijkt dat bedrijven die gul en zorgzaam zijn richting hun medewerkers succesvoller zijn.’

Mindgym

Met zijn boek Mindgym helpt De Jong in twaalf weken de mentale conditie te verbeteren. Het boek bestaat uit de uitleg en aan het eind van ieder hoofdstuk oefeningen om een week lang uit te voeren in een light, medium en intense variant. Wat het De Jong zelf heeft opgeleverd: ‘In het verleden liet ik mijn eigenwaarde vooral afhangen van mijn prestaties. Ik was een wandelende applausmachine. Faalde ik, dan kon je me opvegen. Nu ben ik veel relaxter en minder bang om fouten te maken.’