Geen producten in de winkelwagen.
Slechts 1 op de 3 medewerkers ziet zijn eigen leidinggevende als 'inspirator'. Een vrijwel even groot aantal vindt zijn eigen baas 'directief'.
En dat terwijl de baas dat zelf heel anders ziet. Dat blijkt uit de eerste resultaten van het Nationaal Leiderschapsonderzoek, een groot onderzoek naar de vraag hoe leiders hun organisaties aansturen en wat de medewerkers daarvan vinden en verwachten. Dit jaar deden bijna 550 leidinggevenden en ruim 100 medewerkers mee.
Wie is hier directief?
Opvallend is dat er vaak veel verschil zit tussen hoe leidinggevenden zichzelf zien en hoe hun werknemers dat beoordelen. Zo geven leidinggevenden zichzelf bijvoorbeeld een 7,6 voor hun leiderschapsstijl, terwijl de medewerker daar maar een 6,4 voor over heeft. Ook vindt slechts 5 procent van de leidinggevenden van zichzelf dat hij of zij een directieve leiderschapsstijl heeft. Daar denken de medewerkers echter duidelijk anders over: van hen ziet 30 procent de baas als directief.
Slechts 5 procent van de leidinggevenden vindt van zichzelf dat hij of zij een directieve leiderschapsstijl heeft.'
Ik ben best mensgericht, toch?
Nog zo'n opmerkelijk verschil: van de leidinggevenden beoordeelt 84 procent zijn/haar leiderschapsstijl als 'mensgericht' (ongeacht het opleidingsniveau van de medewerkers). Bij de werknemers beaamt echter slechts 56 procent dit. En de werknemers zijn over het algemeen ook niet zo tevreden over de directieve stijl van hun chef: van de 30 procent werknemers die hun leidinggevende als 'directief' beoordeelt, is niemand daarover tevreden, en zeggen ze allemaal dat de baas hen geen mogelijkheid biedt tot eigen initiatief, ontplooiing of het goed benutten van hun kracht en kunde.
Van de 30 procent werknemers die hun leidinggevende als 'directief' beoordeelt, is niemand daarover tevreden
Ik ben ook best benaderbaar, toch?
Die verschillen tussen het zelfbeeld van leidinggevenden en het oordeel van de werknemers is in het hele onderzoek zichtbaar. Zo zien veel leidinggevenden zich als benaderbaar (92%) en denken ze veel vrijheid te geven (90%). Werknemers herkennen dit echter nauwelijks, sterker nog: de medewerker vindt relatief vaker dat de leidinggevende moeite heeft met de controle uit handen geven.
Veel leidinggevenden zien zich als benaderbaar (92%) en denken veel vrijheid te geven (90%)
Oké, maar ik ben wel een inspirator, toch?
Is de leidinggevende dan wel inspirerend? Ook dat valt wel mee: 86% van de leidinggevenden ziet zichzelf als een inspirator, terwijl slechts 1 op de 3 medewerkers deze mening deelt. En ook als het gaat over hiërarchie en bureaucratie staan de leidinggevenden en de werknemers lijnrecht tegenover elkaar: waar 59 procent van de leidinggevenden aangeeft dat hiërarchie en bureaucratie in hun organisatie verleden tijd zijn, is 68 procent van de werknemers van mening dat dat nog zeker niet het geval is.
Durf ik dan nog wel los te laten?
Ook opvallend: waar 79 procent van de leidinggevenden aangeeft geen waarde te hechten aan ‘bepaalde privileges’ als leidinggevende, ziet bijna de helft van de werknemers dat toch heel anders: zij vinden dat de leidinggevende duidelijk laat merken dat hij/zij de baas is. En waar 95 procent van de leidinggevenden zegt niet bang te zijn om controle te verliezen als hij/zij niet meer alleen kan beslissen, zegt 34 procent van de werknemers dat het juist wel lijkt dat de leidinggevende bang is om controle te verliezen als hij/zij niet meer alleen kan beslissen.
Het Nationaal Leiderschapsonderzoek wordt uitgevoerd door onderzoeksbureau Initial Concept, communicatieadviesbureau Winkelman Van Hessen, de redactie van Management Team en leiderschapsinstituut de Baak, in aanloop naar de Big Improvement Day in Den Haag. Het onderzoek bestaat uit een kwantitatief en een kwalitatief deel. Aan het kwantitatieve deel deden dit jaar 542 leidinggevenden en 116 van hun medewerkers mee. Voor het kwalitatieve deel werden 16 leidinggevenden geïnterviewd. Van de leidinggevenden uit dit onderzoek werkt 41% bij een organisatie met meer dan 500 medewerkers.
