Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Ze zullen weten wie ze voor zich hebben, Anton Philips 1874-1951

Anton Philips: de Johan Cruijff van de Nederlandse industriele geschiedenis?

Hij was een durfal en een grappenmaker met een druk sociaal leven, wilde niet deugen en had een gezonde minachting voor schoolprestaties. Anton Philips vertoonde kortom al vroeg de kenmerkende eigenschappen van een potentiële topondernemer.

Het moet, ruim een eeuw geleden, een plezier zijn geweest om Anton (‘Tonny’) te kennen. Als schooljongen was Philips de eerste Zaltbommelaar die het aandurfde de brede Waal over te zwemmen. Hij bezorgde mensen de stuipen op het lijf door op een strijkplank te zitten die buiten het raam op de eerste verdieping was gestoken. Zijn vrienden binnen hielden de plank in balans. Tonny was initiatiefrijk en hij zat vol practical jokes.

Toen hij later als verkoper in dienst kwam bij de lampenfabriek van zijn broer Gerard, in 1895, richtte Anton zijn energie op zijn werk. Hij beschouwde verkopen en zakendoen als een sport, elke ‘deal’ was een uitdaging waar hij zich helemaal voor gaf. En gaandeweg werden de deals steeds groter. De levenslust en de slimmigheden van de hoofdpersoon zijn niet de enige reden waarom Ze zullen weten wie ze voor zich hebben een heerlijk boek is om te lezen.

Metze presenteert in 600 pagina’s een buitengewoon rijk portret van Anton Philips, de Johan Cruijff van de Nederlandse industriële geschiedenis. De man die een van de meest succesvolle concerns ter wereld opbouwde. Het boek is ook zo prettig omdat de schrijver Marcel Metze zelf veranderd is. In Metze’s eerdere Philips-bestseller Kortsluiting (uit 1991) toonde hij zich een exponent van de jaren tachtig-journalistiek, met de wat schampere houding tegenover het bedrijfsleven die een overblijfsel was uit de hippietijd. Een anoniem groepje (ex-)Philipsmanagers kreeg alle ruimte zijn rancunes te uiten, onder het motto ‘gut, gut, wat hebben die kneuzen bij Philips toch op domme manier hun talenten verspeeld.’

Het tweede boek Let’s make things better uit 1997 was al genuanceerder. Maar in Ze zullen weten… blijkt dat de vele jaren die Metze inmiddels aan het bedrijf heeft gewijd, geresulteerd hebben in een andere toon. Metze is van Philips gaan houden. Eindelijk durft hij zijn bewondering te laten zien voor het bedrijf dat al meer dan een eeuw bloeit. In zijn voorwoord laat Metze zich wat laatdunkend uit over de eerdere biografie Anton Philips, de mens/de ondernemer van P.J. Bouman uit 1956. Dat is jammer, Boumans werk is inderdaad geschreven in de wat juicherige toon kenmerkend voor de jaren vijftig (tegendeel van die uit de jaren tachtig), maar op sommige punten biedt het beeld van Anton Philips dat eruit naar voren komt meer detail dan wat Metze geeft. In Metze’s zakelijke stijl sneuvelen soms biografische details die in staat zouden zijn het psychologisch beeld van Anton helderder te maken.

Metze vergeet bij zijn kritiek op Bouman misschien dat de eerste Philips-biograaf een pionier was die niet (zoals Metze) kon voortborduren op de talloze publicaties die inmiddels zijn geschreven. Tegenwoordig heeft het Philipsconcern een complete archiefdienst die onder meer de lijvige boekenserie De geschiedenis van de N.V. Philips Gloeilampenfabrieken heeft geproduceerd. Metze maakt daar dankbaar gebruik van.

Een typisch Anton Philips-verhaal. In de sociëteit waar de jonge vrijgezel, pas gearriveerd in Eindhoven, lid van was, was in 1896 een nieuwe vorm van onstpanning bedacht: een wekelijkse fietsavond in de zaal van café Appollo’s Lust. Fietsen was nog een nieuw tijdverdrijf en ‘figuurrijden in de zaal’ werd als sport beoefend. Anton had iets bedacht om een groepje oudere heren, die aan de rand van de zaal zaten te kaarten, de stuipen op het lijf te jagen. Hij zou in volle vaart op ze afracen, en op het laatste moment zouden zijn vrienden hem tegenhouden. De vrienden hielden ook van een geintje, en in plaats van hem tegen te houden sprongen ze opzij toen Anton er aankwam. De tafel, de heren, de speelkaarten en de jonge Philips-manager lagen in een ravage op de grond. Dit kenmerkende verhaaltje is afkomstig uit Bouman, niet uit Metze.

Wekelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Ze zullen weten wie ze voor zich hebben, Anton Philips 1874-1951

Marcel Metze Balans
Amsterdam
ISBN 90-5018-612-2 / € 35,-