Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Het onderschatte succes van de maakindustrie

De Nederlandse maakindustrie is niet erg zichtbaar, maar vormt nog steeds de kurk waar de economie op drijft. Tijd voor rehabilitatie.

Ze hebben hun imago niet altijd mee, de blue collar-werkers in de Nederlandse maakindustrie. We associëren het al gauw met: vieze handen, lage lonen. Gedoemd om verloren te gaan in de mondiale concurrentieslag, vooral met China. Maar schijn bedriegt. Want de Nederlandse maak­industrie lééft, bijna als nooit tevoren. Weliswaar halveerde sinds 1970 het aandeel van de industrie in de Nederlandse economie tot zo’n 14 procent van het BBP, de bedrijfstak is wel goed voor 54 procent van alle directe exporten. Ter vergelijking: de commerciële dienstverlening – met ruim 50  procent de grootste sector in onze economie – komt niet verder dan 7 procent. Tussen 2003 en 2010 groeide de industriële export bovendien jaarlijks met 7,5 procent.  Samen met de chemische industrie voorkomt de maakindustrie een nog ergere recessie.

Dit zijn de verborgen kampioenen

MBCF (Mazars Berenschot Corporate Finance) bracht voor MT de 100 best presterende MKB-maakbedrijven in Nederland in kaart, met een omzet tot een half miljard euro. Het gaat om B2B-bedrijven met een Nederlandse moederonderneming, of bedrijven van wie een substantiëel deel van de omzet in Nederland wordt geproduceerd. Al deze ondernemingen zijn beoordeeld op vier factoren: hun omzet, omzetgroei, EBITDA en hun return on invested capital. 

Grote rol voor private equity

Het levert een lijst op met veel ‘hidden champions’: grote bedrijven, wier naam niet bij iedereen een belletje zal doen rinkelen, maar die in relatieve anonimiteit behoren tot de top van de wereld, of in elk geval: hún wereld. Veel scheepsbouwers, en bedrijven in de offshore-industrie, sectoren waar Nederland van oudsher sterk is. ‘Opvallend is ook dat vier van de tien best presterende bedrijven een rol kennen voor private equity’, zegt Hein Stoops, onderzoeker bij MBCF. ‘Voor de hele top-100 is dat 25 procent. Veel hoger dan voor de rest van de BV Nederland.’ Tekenend, vindt Stoops. ‘Zulke investeerders stappen bij voorkeur in bij bedrijven die goed gemanaged worden en een sterke focus op een product of markt hebben en daarin onderscheidend vermogen hebben opgebouwd. Vaak is er sprake van een management buy-out of buy-in, zodat het management en ondernemingsbelang aan elkaar gekoppeld worden.’

Kracht in nichebenadering

Het tijdschrift van Management Team is volledig gerestyled. In de eerste nieuwe editie is er, naast de Maakindustrie 100, aandacht voor BAM-ceo Nico de Vries en vertelt Baraba Kellerman dat het nieuwe werken bullshit is. Meer weten? Bestel hier het tijdschrift.Volgens Stoops ligt de kracht van de toppers in de lijst in de combinatie van de juiste omvang, kennisintensiteit en een nichebenadering. De Nederlandse kampioenen zijn niet van de bulk, maar voegen veel waarde toe door hun kennis en hoogwaardig technologische producten en processen. Dit blijkt ook uit hun gemiddeld hoge rendement op  het geïnvesteerd vermogen. Stoops: ‘Deze bedrijven zijn vaak zeer gespecialiseerd, kennen een hoge engineering-factor in hun eindproduct. Dat maakt verplaatsing van hun productie ook veel minder voor de hand liggend dan veel mensen denken.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Tekort aan technici

Tegelijkertijd schuilt daar ook het gevaar, zegt Stoops. ‘Het tekort aan goedopgeleide technici is een reëel gevaar voor het succes van de maakindustrie. Nu al zeggen veel bedrijven moeite te hebben goede mensen aan te trekken.’ Zulke technici zijn niet alleen key voor de maakindustrie zelf. Want innovatie in de sector is van wezenlijk belang voor de hele Nederlandse economie. Elke 1 miljoen euro gespendeerd aan industriële R&D levert niet alleen 8 directe onderzoeksbanen op, maar ook nog eens 24 banen in de industriële productie en 24 banen bij toeleveranciers. De bonus vinden we bij de 32 banen in de aanpalende dienstverlening die het geld oplevert. Die maakindustrie is daarmee niet alleen veel succesvoller dan we vaak denken, maar ook veel belangrijker.

Op de foto: de werf van scheepbouwer De Kooiman Groep, nummer 35 in de Maakindustrie 100. Het beeld is gemaakt door Duco de Vries. Bekijk de volledige beeldreportage over de scheepsbouwer.

Meer over de Nederlandse maakindustrie?