Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Expertpanel

STELLING Een nieuwe directeur kan niet omschrijven wat zijn adviesbureau nu eigenlijk doet. Zijn bedrijf (40 fte) is een steeds losser geheel en, erger, ook de scheidslijn tussen de eigen organisatie en de netwerken van de consultants wordt steeds onduidelijker. Moet hij de organisatie stroomlijnen? Of moet hij een nieuwe vlag bedenken voor z’n lading, met daarbij de vraag: hoe doe je dat?

‘Moet ik onze consultants aan de lijn leggen?’

Rob Pols ceo ict-dienstverlener AtosOrigin

“Is een organisatie het spoor bijster, dan is er maar één plek om te beginnen: de klant. Wat willen zij en wat is hun beeld van de organisatie? Ik zou met 10 klanten om tafel gaan zitten en die vraag stellen. De vervolgvraag is dan: is mijn organisatiestructuur een reflectie van de wensen van die klanten?
De volgende stap is dan focus aanbrengen. Dit bedrijf kan met zijn 40 medewerkers maximaal 3 focusgebieden bieden, maar 2 is nog beter. Dan moet je dus ook kritisch kijken naar de mensen die er werken. Wie passen er bij die focus en wie niet? Een deel zal afvallen, die posities kun je vullen met passende mensen en zo de focus van de organisatie scherper krijgen.
Ik vermoed dat in het verleden de eigen ambitie te veel leidend geweest is en niet de wens van de klant. Het is beter om goeroes en nieuwe ontwikkelingen te volgen.
Daarnaast heeft het management een cruciale rol. Bij organisaties tot 10 man draagt sociale controle bij aan de focus. Met 40 mensen verwatert die en dat leidt ook tot een diffuser beeld. Het management moet op dagelijkse basis sturen op de eenheid van de bedrijfsactiviteiten.”

Hein Knaapen directeur human resources KPN

“Mijn eerste baas bij Philips leerde me een belangrijke les: als je niet in 1 A4’tje kunt uitleggen wat je doet, heb je het zelf niet begrepen. Dit is bij deze organisatie ook aan de hand. Er kunnen veel verschillende oorzaken zijn voor deze wanorde: toegeeflijkheid, gebrek aan kritische zin, te veel middelpuntvliedende krachten, gebrekkige leiding, kies maar. Maar ongeacht de oorzaak, de verandering moet beginnen bij de heroriëntatie op waar de organisatie voor is. Welk product of welke dienst leveren we nu eigenlijk? Dat is het makkelijkste deel.
Daarna volgt het lastige deel: de professionals zullen opnieuw moeten worden gedisciplineerd. Zij moeten terug naar het werk waar ze oorspronkelijk voor zijn aangenomen. De professionals zijn in de periode dat het bedrijf niet strak werd aangestuurd een eigen leven gaan leiden. Dat terugdraaien is een lastig proces, vaak ook een bron van veel arbeidsconflicten. Ik hoop voor de directeur dat hij daarvoor de ruggengraat heeft en dat niet al te veel medewerkers een in steen gebeitelde -arbeidsovereenkomst hebben. Het is een noodzakelijke fase waar hij met zijn bedrijf doorheen moet. Want als hij dat niet doet, kan hij wel vergeten dat zijn organisatie impact krijgt of – voor zover nog aanwezig – houdt.”

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Onno Maathuis zelfstandig adviseur en founding father van adviesbureau De BR-ND Positioneringsgroep

“Deze directeur moet het in de eerste plaats niet hebben over zijn bedrijf, maar over de markt waarop hij opereert. Hoe hij met zijn organisatie op die veranderende markt inspeelt, dát moet zijn verhaal zijn. Een lossere netwerkstructuur kan dan juist heel verstandig zijn. De organisatie stroomlijnen en terug in het harnas jagen is het terugdraaien van de klok. Zou ik niet doen.
Beter is het om te ‘hercategoriseren’, zoals dat in jargon heet: een nieuwe beschrijving voor je activiteiten vinden. Oliebedrijven zijn nu bijvoorbeeld energieleveranciers geworden, ze doen niet meer alleen in fossiele brandstof. Of neem Durex, eens condoomfabrikant gericht op bescherming, nu leverancier van een breed assortiment ‘speelgoed voor volwassenen’. Zo kun je ook stellen dat de termen ‘consultant’ en ‘adviseur’ eigenlijk verouderd zijn. Kennisintensieve organisaties werken in netwerkverband. De directeur kan dus beter daar een visie op formuleren. Waarom is zijn organisatie beter in het leggen van verbindingen dan zijn concurrent? Dat moet zijn verhaal zijn. Misschien moet hij ook naar een nieuwe term om zijn voormalige consultants te duiden.”

 

PAL-V wil in de markt van vliegende auto’s ‘liever de Ferrari zijn dan de Skoda’

Het is dan toch de speeltuin van de rijken, Dubai, waar de eerste megaorder voor de vliegende auto's van het Nederlandse PAL-V vandaan komt. Dat past ook precies bij de visie van ceo Robert Dingemanse: 'In deze markt kun je beter de Ferrari zijn dan de Skoda.'

pal-v vliegende auto robert dingemanse
PAL-V scoort goed in de Verenigde Arabische Emiraten. Foto: PAL-V

Aviterra, gevestigd in Dubai, heeft honderd fly-drive vehicles besteld bij het Nederlandse PAL-V. Voor ceo Robert Dingemanse is het niet alleen een mooie order, maar ook ‘een droom van een samenwerkingspartner’, vertelt hij aan MT/Sprout.

Dingemanse liep ze vorig jaar tegen het lijf op Ebace, dé Europese luchtvaartshow voor zakenjets. Aviterra wordt gerund door één van de oprichters van Jetex, een gevestigde speler voor zakenjets.

‘Een partij die overal ter wereld service levert aan eigenaars van zakenjets. En dat is ook een belangrijke klantengroep van ons.’ Loggia Investment, de investeringstak van Aviterra, neemt bovendien een klein minderheidsbelang in PAL-V.

Daardoor is het aantal aandeelhouders inmiddels opgelopen tot dik boven de 200. ‘En er komen er wekelijks nog bij.’ Samen wordt nu een partnerschap opgetuigd voor de marketing en verkoop van PAL-V in het Midden-Oosten en Afrika. ‘We hadden al een kantoor geopend in Qatar, nu komt er een bij in Dubai en in Abu Dhabi.’

Vliegen in de woestijn is gemakkelijker

Welk probleem lost PAL-V nu op in de Verenigde Arabische Emiraten? Ook daar zijn steeds meer problemen met het verkeer tijdens de spitsuren. Bovendien is vliegen boven de woestijn nu eenmaal gemakkelijker dan rijden, vult cco Marco van den Bosch aan.

Over een luxeprobleem gesproken: de eigenaren van de villa’s op het Palmeiland van Dubai kunnen nu niet rechtstreeks van hun garage naar hun eindbestemming reizen. Daarvoor moeten ze zich door het drukke verkeer bewegen om op één van tientallen vliegveldjes in en om Dubai te komen.

Met de tuigen van PAL-V kun je in één klap landen op het vliegveldje van Palmeiland en doorrijden naar huis. Van den Bosch: ‘Wij kijken toch meer naar de professionele kant van Dubai: de politie, de observatiediensten, de brandweer, het beheer van pijplijnen, de flying doctors. We willen mensen zo snel mogelijk op hun plek krijgen.’

Lees ook: Het eerste veldje voor de PAL-V wordt geopend in Utrecht

Voor projecten in business

De PAL-V kan 500 km vliegen met een snelheid van 180 km/uur. Voor opstijgen is een baantje van 250 meter genoeg, om te landen al 30 meter. Dat maak het tuig uitermate geschikt voor uitdagende plekken.

Het is al lang geen speeltje van de rijken meer, benadrukt de ceo. ‘Meer dan de helft van de orders op dit moment, en daar ligt nu ook de focus, is echt voor business to business-projecten.’

robert dingemanse ceo pal-v
Robert Dingemanse, ceo van PAL-V. Foto: PAL-V

Aan deze nieuwe bestelling hangt een prijskaartje van 800.000 euro per stuk, dat is wel wat duurder dan jullie instapmodel van 300.000 euro? Dingemanse: ‘Dit is voor de PAL-V Liberty, maar dan in een limited edition voor het Midden-Oosten en Afrika. Maar in de bredere markt van vliegende tuigen – drones, vliegende taxi’s – kun je veel beter de Ferrari zijn dan de Skoda.’

‘In die regio zijn de omstandigheden ook heel anders, dus hebben we de nodige aanpassingen aan het voertuig voorzien. Dat gaat over meer dan airco, ja. Je hebt materialen nodig die een groter temperatuurbereik aankunnen, de motoren moeten een grotere koeling krijgen, dat soort dingen.’

Boost voor het bedrijf

Hoe belangrijk is deze deal voor jullie voortbestaan? ‘Daarvoor hebben we deze deal niet nodig. We hebben in onze pijplijn klanten uit meer dan tien landen. Maar deze partner zorgt er wel voor dat onze contacten en ons netwerk in deze regio enorm uitgebreid worden. En binnen dat netwerk is de geloofwaardigheid van ons bedrijf ook enorm gegroeid.’

Je bent natuurlijk al heel lang aan het ploeteren, voelt dit dan als gelijk krijgen? ‘Nee, want we weten al zeventien jaar dat we gelijk hebben, ook al worden we zeventien jaar voor gek versleten in Nederland. Dus daar word ik niet warm of koud van. Wij gaan gewoon keihard door.’

Maar dit geeft toch wel een enorme boost? ‘Het hele bedrijf veert hiervan op, ja dat wel. Je krijgt er natuurlijk een enorme brok energie van. Dat geldt voor medewerkers, dat geldt voor klanten natuurlijk en voor de aandeelhouders die altijd in ons geloofd hebben.’

Geen stroom te krijgen

Het bedrijf in Raamsdonksveer is uitgegroeid tot 200 medewerkers, het orderboekje is al gevuld voor 150 miljoen euro. Dat gaat over de verkoop van meer dan 250 tuigen. ‘De komende drie jaar zijn we uitverkocht. We zijn nu vooral bezig met hoe we toch sneller kunnen groeien dan we voorzien hadden.’

Ga je hiervoor uitbreiden in Nederland of daarbuiten? ‘Daar is nog geen besluit over genomen. Er wordt internationaal natuurlijk enorm aan ons getrokken. We zitten in Noord-Brabant, maar voor een grote industriële productie is hier geen stroom meer te krijgen.’

‘We gaan dus alles op een rijtje zetten en dan besluiten we wat verstandig is voor ons. Waar het vestigingsklimaat zo is, dat we ook die groei kunnen maken. Wereldwijd hebben we, als we het goed doen, de komende decennia een monopolie in fly-drive. Wij concentreren ons nu volledig op het uitbouwen van deze markt.’

Lees ook: Voor dit Nederlandse vliegtuig op batterijen is een miljard nodig

Eerste leveringen in Nederland

Wanneer zien we de eerste vliegende auto’s ook echt vliegen? Hoe zit het met de certificering van de EASA? ‘We zijn in de aller-, allerlaatste fase van het certificeren. Dan hebben we negentig procent achter de rug.’

Toch verwacht Dingemanse dat dit laatste traject nog wel twaalf maanden kan duren. ‘Natuurlijk zitten ze in Dubai nu al heel hard aan ons te trekken. Hier mag je wel even vliegen, laat het maar even zien in de woestijn, maar dat willen we helemaal niet. Dan zouden we de afspraken met EASA schenden.’

PAL-V verwacht volgend jaar de eerste dertig tot vijftig tuigen aan Nederlandse klanten te leveren: aan particulieren en overheid. ‘Dat we al zoveel in Nederland hebben verkocht, is best uniek voor zo’n klein landje’, vindt Van den Bosch.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

‘Je moet dan denken aan het vervoer van chirurgen die ‘s morgens in Maastricht opereren en ‘s middags in Groningen. Vervoer over de weg is gewoon niet meer betrouwbaar, ze weten gewoon niet of ze op tijd door de files heen gaan komen.’

‘De komende tien jaar gaat dat probleem alleen maar vergroten. Bij alle grote steden waar het verkeer vastloopt, kun je alleen nog maar of de lucht of de grond in.’

Zelfrijdende robot Lotte van Dutch Automated Mobility is de eerste in Nederland, en er volgen er snel meer

In samenwerking met Vodafone Business - De eerste Nederlandse zelfrijdende robot genaamd Lotte rijdt nu op een vakantiepark. Als het aan de ondernemers achter Dutch Automated Mobility ligt, volgen er snel meer. Volgens hen rijden er binnen vier jaar autonome mobiele robots op de openbare weg. 'Verandering is áltijd spannend, maar alles staat op groen voor een bredere implementatie.'

lucien linders landal robot lotte
Luciën Linders is Chief of Operations bij The Future Mobility Park.

Dutch Automated Mobility (DAM) beweegt op het kruispunt van advies, regelgeving en technologische innovatie. Het bedrijf is een samenwerking tussen The Future Mobility Network en Rebel Automated Shuttles (RAS), dat onderzoek en praktische ervaring combineert om op lange termijn, autonome voertuigen versneld op de markt te krijgen.

‘Automated mobility betekent dat het voertuig zich voortbeweegt zonder tussenkomst van een menselijk persoon’, zegt Luciën Linders, Chief of Operations bij The Future Mobility Park.

Robots in bestaand werkproces

Het voertuig voert dus zelfstandig een taak uit, zoals het bezorgen of transporteren van middelen. ‘De missie van het bedrijf is eigenlijk om de hoge serviceniveaus in het openbaar vervoer en de logistiek op peil te houden, ondanks een krimpende arbeidsmarkt’, zegt Linders.

‘Wij fungeren eigenlijk als strategische partner voor openbare én regionale vervoersautoriteiten en andere eindgebruikers om robots te implementeren in bestaande werkprocessen. Omdat dat ingewikkelder is dan zomaar een nieuw systeem of een nieuwe computer, verzorgen wij de kennis, service, implementatie én exploitatie.’

Geautomatiseerd beddengoed

De belangrijkste usecase van het bedrijf loopt momenteel nog. Samen met Landal-Roompot werkt DAM aan de inzet van autonome voertuigen voor het transport van beddengoed. ‘Zij hebben iedere maandag en vrijdag de uitdaging om ál het beddengoed op te halen en het nieuwe ernaartoe te brengen. Het is een enorme logistieke operatie, die eigenlijk maar weinig meerwaarde levert aan de bezoekers. Die willen gewoon dat er beddengoed is, meer niet.’

Daarom reisde Linders, samen met collega’s van DAM, af naar het Landal-Roompot-landgoed in ’t Loo-Oldebroek. ‘We wilden twee dagen meelopen om écht grip te krijgen op het vraagstuk. Wat voor iets kunnen we ontwikkelen dat daadwerkelijk een bijdrage levert aan de doelstellingen van de organisatie?’

‘Mogelijkheden zijn eindeloos’

Zo werd de recreatielocatie ’t Loo-Oldebroek de eerste proeftuin voor een zelfrijdende robot gedoopt als ‘Lotte’. Lotte is 100 procent elektrisch en werkt vijf uur op één batterijlading. ‘Ze kan in die tijd 70 kilometer afleggen’, zegt Linders. ‘Er rijden wereldwijd slechts 25 van deze robots en dit is de eerste in Nederland. Op het vakantiepark hield de robot zich aan de maximumsnelheid van 10 kilometer per uur, maar Lotte kan een maximale snelheid van 25 kilometer per uur bereiken.’

‘De mogelijkheden zijn eindeloos’, zegt Linders. ‘Landal gebruikte al robots voor bepaalde restaurants, waardoor personeel dagelijks 30 procent minder hoefde te lopen.’ Het resultaat? Meer klantcontact én een betere verkoop. Toch blijft in iedere vorm van technologische ontwikkelingen de vraag ontstaan: wordt het personeel dan niet gewoon, al dan niet op lange termijn, vervangen?

‘Automatisering is een middel, geen doel’

‘Mensen denken bij robots nog steeds aan Terminator-achtige taferelen’, antwoordt Linders. ‘Dat is meteen het dystopische scenario, maar een robot kan simpelweg praktisch werk doen waar mensen niet altijd blij van worden. Denk aan het dweilen van een hal of het rondbrengen van medicatie. Als je daarover nadenkt, is het erg saai werk, waar ook nog eens lastig personeel voor te vinden is.’

‘Door logistieke processen te stroomlijnen, kunnen medewerkers zich richten op taken met een hogere toegevoegde waarde. We zien automatisering als een middel, niet als doel. We willen bedrijven uiteindelijk helpen om mensen in te zetten waar ze de meeste meerwaarde bieden. Robotisering is wat dat betreft een prachtig middel van automatisering. Het hoeft mensen dus niet te vervangen.’

Belang van connectiviteit

Of het nu de sensor-, radar óf de cameratechnologie is: álles draait om connectiviteit, zegt Linders. ‘De robot moet op 2 centimeter nauwkeurig kunnen weten waar ze is, met een maximale latency van 100 milliseconden. Om goed te kunnen functioneren hebben we een connectiviteit nodig die minimaal 99,9 procent van de tijd werkt.’

Daarin vonden Linders en DAM een oplossing in het 5G-netwerk van Vodafone. ‘We zijn nog steeds samen aan het leren’, zegt hij. ‘Het is soms gemakkelijk om achter de tekentafel allerlei zaken te bedenken, maar je moet blijven leren. De komende twee jaar moeten we opschalen, dus de technologie die we inzetten moét robuust zijn. Het knopje van het licht moet het altijd blijven doen, daar hebben we de juiste samenwerking voor nodig.’

Ideale test

DAM werkt nauw samen met RDW en CBR, om gezamenlijk te leren en daarmee de juiste gegevens te verzamelen voor regelgeving én certificering. Want de missie van DAM is duidelijk: de robots moeten uiteindelijk in groten getale de weg op kunnen.

‘Over een jaar of vier, om precies te zijn’, zegt Linders. ‘Als ik nu kijk naar het momentum van onze usecase op een privéterrein, dan zien we een duidelijke vraag om dit meer toe te passen. Ik denk dat Nederland er zeker klaar voor is, in ieder geval op afgesloten terreinen.’

Maar ook op de publieke weg? ‘Dat mag volgens de regelgeving nu nog niet’, zegt Linders. ‘Je ziet ook dat de volwassenheid van de technologie nu pas begint te komen. Er is geruime tijd veel geklungeld. Nu zien we dat we de vruchten plukken van alle testen die we in opdracht van vakantieparken doen. Buitenwijken van dorpen en steden zijn in grote mate vergelijkbaar met vakantieparken. Niet alleen qua oppervlakte, maar ook in wegbreedte, de hoeveelheid verkeer, het type verkeer én toegang tot de woning of bungalow.’

‘Acceptatieniveau is hoog’

Maar zoals vaak gebeurt met technologie: regelgeving loopt er nog een beetje achteraan, ziet Linders. ‘Ik snap het wel, want instanties als de RDW en het ministerie van Infrastructuur en Water moeten gewoon kunnen garanderen dat het veilig is, maar dat is tegelijkertijd ook een eis van onze opdrachtgevers. Dat is voor ons allemaal een zoektocht. Gelukkig leren wij nu een hoop op afgesloten terreinen, waardoor je continu wijzer wordt over risicomanagement.’

‘Het acceptatieniveau is inmiddels wel hoger dan ooit tevoren. Iedereen wil gewoon verzekerd zijn van het feit dat de technologie veilig is en te allen tijde stopt als er iemand plots oversteekt. Daar is de wegbeheerder voor verantwoordelijk. We zien nu vooral dat steeds meer mensen de voordelen zien. Verandering is áltijd spannend, maar alles staat op groen voor een bredere implementatie.’

Lees ook:

Bezoek ons Experience Centre

Benieuwd  naar de werkplek van de toekomst? Ontdek het tijdens een persoonlijke en kleinschalige workshop in ons Experience Center op 20 maart.

Inschrijven
/

Angelsyndicaat Arches Capital komt met eerste fonds van 20 miljoen

Arches Capital, de investeerder die geld van zo'n honderd aangesloten angels inzet op startups in de allervroegste fase, komt met een 'echt' fonds van 20 miljoen euro. Het geld is vooral bedoeld om door te kunnen investeren in het bestaande portfolio. 'Wij geloven dat in de allervroegste fase de grootste kansen liggen.'

arches capital fund
Frank Appeldoorn, Lotte Smit van Ditshuizen en Diederik Stolk. Foto: Arches Capital

Dinsdag maakt Arches Capital een ‘first close’ bekend van 17,5 miljoen euro voor een nieuw fonds waarmee het 20 miljoen wil ophalen. Het is het eerste venture capital-fonds voor de investeerder, die tot nu toe met geld van angel investors op ‘deal by deal’-basis startups aan kapitaal hielp.

Het Arches Capital Fund is bedoeld voor pre-seed en seed-investeringen in startups van 250K tot 1 miljoen, maar ook voor vervolgrondes tot vele (tientallen) miljoenen. De komende jaren wil het nieuwe fonds op die manier in twintig nieuwe startups investeren en meerdere vervolgrondes doen, onder leiding van partners Frank Appeldoorn, Diederik Stolk en Lotte Smit van Ditshuizen.

Drie pitches op een dag

Sinds de start in 2018 richt Arches Capital zich op pre-seed investeringen en daarvan heeft het al handenvol gedaan. Eco-movement, The Selection Lab en recenter RUNNR.ai zijn willekeurige voorbeelden van de startups waarop Arches zich in de Benelux richt. Wat ze verbindt, is b2b-software met daarachter ambitieuze ondernemers. De branches waarin ze actief zijn lopen sterk uiteen.

Het team van Arches Capital selecteert de meest veelbelovende startups en laat die pitchen voor angels die het best passen bij hun business. ‘Dat doen we telkens in groepjes, zodat de startups op één dag vaker moeten pitchen’, zegt partner Lotte Smit van Ditshuizen.

‘Dat lijkt vooraf pittig: drie keer je verhaal doen, maar het is altijd verrassend met welke vragen angels komen. Een groot deel heeft zelf een softwarebedrijf opgezet, ze zijn van alle leeftijden en hebben diverse technische en commerciële rollen. We krijgen vaak achteraf te horen dat het heel nuttig was voor de pitchers, ook als we ze uiteindelijk afwijzen.’

Lees ook: Deze 11 angel-investeerders maken van Nederlandse startups wereldspelers

Betrokken angels met ervaring

Als de ondernemer de term sheet tekent, is dat met Arches Capital zelf. De funding komt in de regel van een groep angels. De angels betalen als lid van Arches Capital contributie om een deel van de kosten te dekken, daarnaast vraagt Arches een fee over het geïnvesteerd vermogen.

Diederik Stolk: ‘We doen dus niet aan matchmaking tussen ondernemers en individuele angels. Onze angels zijn wel echt betrokken bij de startups en met het netwerk ondersteunen we actief de portfoliobedrijven.’ Elke startup krijgt een angel toegewezen als non-executive board member. Smit van Ditshuizen: ‘Onze angels zitten zelf in de b2b-software en je haalt iemand met een geweldige ervaring aan boord.’

Doorinvesteren in startups

Op deze manier hebben de inmiddels rond de honderd angels achter Arches Capital al achttien portfoliobedrijven ondersteund. Niet alleen een eerste keer, maar ook in vervolgrondes. Smit van Ditshuizen: ‘Gerenommeerde partijen als Kleiner Perkins, 20VC en EQT Ventures weten onze startups goed te vinden.’ Meer dan de helft van de startups waarin Arches investeerde, heeft zo’n vervolgronde achter de rug.

Half maart nog haalde TheyDo, specialist in customer journey management, 34 miljoen dollar op in een C-ronde. Investeerder van het eerste uur Arches was niet in de lead, maar lapte wel weer bij. ‘We hebben het commitment om door te investeren tot desnoods Series C en willen in elk geval niet verwateren. Daardoor lopen we ook mee met rondes van soms wel 3 miljoen euro.’

Lees ook: Zo kies je tussen een business angel en een venture capital-fonds

Meer slagkracht

En daarmee is het nut van het nieuwe fonds gegeven: meer slagkracht, waarmee de investeerder snel kan inspelen op de behoefte van portfoliobedrijven aan extra kapitaal. Maar ook: alle angels én de buitenwereld toegang geven tot het portfolio van Arches. Stolk: ‘Het fonds investeert altijd mee met de angels tijdens de pre-seed rondes. Dankzij het fonds kunnen angels in feite hun risico spreiden over ons hele portfolio.’

 Volg MT/Sprout nu ook op WhatsApp

Het heet ook wel een sidecar fund: als een ‘bijwagen’ stapt het fonds bij alle eerste rondes in, telkens voor een vast percentage. Smit van Ditshuizen: ‘We zien onze angels als onze grootste kracht, wij kunnen dankzij hen beter valideren. Als onze angels niets niets zien in een startup, moet je je afvragen hoe dat komt.’

‘In plaats van de vragen te stellen, moesten wij nu met antwoorden komen. De lastigste vragen? Waarom we volledig privaat gefinancierd zijn en geen RVO- of andere overheidsfondsen aanhaken. We hebben het tot nu toe zonder gedaan en dat ging goed. Investeren met eigen geld is echt anders. Het praat makkelijker van ondernemer tot ondernemer, ze hebben sneller ergens een goed gevoel bij als de antwoorden kloppen. Maar de regionale investeerders zijn wel vaak co-investeerder in onze portfoliobedrijven’, aldus Smit van Ditshuizen.

Kansen in allervroegste fase

Angels, en zeker angelverbanden als Arches Capital, voorzien in een gat in de kapitaalmarkt dat steeds groter lijkt te worden. Ondanks de activiteiten van pre-seed specialisten als Shamrock Ventures, Lumo Labs en een accelerator als Antler.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Stolk: ‘Je ziet dat het ecosysteem van founders die herinvesteren op gang komt, maar de tendens is dat de bestaande venture capital-fondsen steeds groter worden en ook steeds grotere deals gaan doen. Terwijl wij geloven dat in die allervroegste fase de grootste kansen liggen.’ Smit van Ditshuizen: ‘We willen elke deal onder het miljoen zien langskomen, en dat is tot nu toe gelukt.’

Lees ook: Tommy Hurley (Shamrock Ventures): ‘Al die techfondsen moeten meer aan pre-seed doen’

Scoren op TikTok? ‘Jongeren prikken er zo doorheen als bedrijven zich boomerish gedragen’

Hoe moet je als merk geloofwaardig communiceren op TikTok? Volgens experts Frank de Wit van Team5PM en Twan van Empelen van DUNKD/Positive is het een kwestie van goed onderzoek naar het zoekgedrag. En vooral niet te hip willen doen.

tiktok marketing bedrijven reclame
Foto: Mourizal Zativa/Unsplash

Wil je als merk jonge mensen bereiken, dan is de formule simpel: je moet op plekken zijn waar zij ook komen. Als jongeren massaal klassieke romans zouden inslaan in kathedraalachtige boekwinkels, dan kochten de grote merken daar mediaruimte. En als ze allemaal avondenlang rondhingen in bushokjes, dan belden ze met de mediabureaus voor een rondje billboards.

Zo makkelijk is dat tegenwoordig echter niet. Jongeren zijn overal te vinden. Maar als je toch een gemene deler moet plakken op het mediagedrag van tieners en twintiger, dan kom je uit bij TikTok.

Uit het recent uitgekomen Nationale Social Media Onderzoek van Newcomb blijkt dat TikTok inmiddels 4,3 miljoen Nederlandse gebruikers heeft in 2024, een stijging van zes procent vergeleken met het jaar ervoor. De app is vooral populair onder tieners en twintigers.

Dat is altijd een interessante doelgroep voor merken. In die periode van je leven bouw je een merkvoorkeur op waar je niet snel meer van afwijkt. Bedenk maar eens: wie heeft er nog de bankrekening die jouw ouders openden toen je werd geboren? In onze tienerjaren krijgt onze smaak vorm: je leert wat goede muziek is, op welke jongens of meiden je valt en dus ook welke merken je leuk vindt.

In het hoofd van jongeren

TikTok dus. Dáár moeten de grote merken zijn om in het brein van jongeren te belanden. Maar hoe kunnen ze die jonge mensen bereiken? Welke video’s van bedrijven breken door het algoritme dat TikTok zo zorgvuldig in elkaar heeft gesleuteld?

Frank de Wit, co-founder van Team5PM, heeft daar wel een antwoord op. Zijn bureau ondersteunt bedrijven met het maken van content voor social media. Eerst lag de focus daarbij op YouTube-video’s, maar vandaag de dag doen ze ook veel op TikTok.

‘Ik weet nog goed dat mijn collega op een dag iets bijzonders ontdekte’, zegt De Wit. ‘Wij analyseren data van verschillende platforms en uit zijn cijfers bleek dat mensen steeds vaker ook op zoek gaan naar instructiecontent op TikTok. Dat was een mooie ontdekking, want we hebben een methode van content ontwikkeld die het goed doet op YouTube en Google, maar die we nu ook op TikTok kunnen gebruiken.’

How-to video’s op TikTok

Instructiecontent is jargon voor video’s die mensen ergens bij helpen: afvallen, rijk worden, beleggen, de beste carnavalsoutfits samenstellen of een – iets te goedkope – tent opzetten van Decathlon. De Wit legt uit dat het ondersteunen van bedrijven in het maken van goede video’s begint bij het analyseren naar wat jongeren kijken.

‘How-to video’s doen het heel goed op TikTok. Wij maken video’s op basis van wat mensen zoeken en waar ze naar kijken. Op die manier kan je een video populair maken, want je sluit aan bij het zoekgedrag van jongeren. We kijken altijd goed op welke manier een bedrijf iets toevoegt aan wat jongeren sowieso kijken. Als er al van alles in dat genre is, heeft het niet zoveel zin om iets te maken.’

Een aardig voorbeeld is de TikTok-video van HEMA over hoe je een gordijnrails ophangt. Op YouTube is dat een video van drie minuten, maar in de TikTok-variant is dat een video van iets meer dan dertig seconden met een leuk muziekje eronder. ‘Belangrijk is dat je snel met een clou komt zodat mensen niet afhaken. Wij merken dat je op die manier op een organische manier nog veel bereik kunt binnenhalen.’

Het gevaar van hip doen

Het gevaar voor merken op TikTok is dat ze een beetje hip gaan lopen doen op een medium dat ze niet goed genoeg kennen. Bij de grote merken werken nog steeds veel dertigers en veertigers op de marketingafdelingen. Dat scheelt toch snel een generatie met de echte gebruikers van het medium.

Lees ook: Sla geen flater zoals Hema of de overheid: zo bereik je Gen Z wél

Twan van Empelen van DUNKD/Positive legt uit dat jongeren er zo doorheen prikken als bedrijven zich boomerish gedragen. ‘De laatste trend is dat je in video’s de tekst laat meelopen, maar dat moet je maar net even weten. Als je nu als bedrijf een lipsync-video maakt, dan beweeg je net achter de laatste trend aan. Dan ben je snel klaar voor tieners.’

Ook Van Empelen begint altijd met een analyse van het zoekgedrag van jongeren. ‘Zij zoeken echt niet meer op Google, maar binnen TikTok. Dus moet je goed snappen in welk domein je je begeeft. Als jij een restaurant hebt in de bergen, dan moet je weten dat jongeren zoeken naar ‘beste restaurant skigebied’. Als je dan iets maakt dat in die categorie goed scoort, dan doe je het slim.’

Goede editor maakt het verschil

Het verschil tussen ‘aardig’ en ‘goed bereik’ zit ‘m volgens Van Empelen vooral in de manier van filmen en editen. ‘Een goede editor op TikTok is echt goud waard. Het werkt goed als het snel is gemonteerd met de juiste muziek eronder. Bovendien kan je een video inderdaad niet meer even rustig opbouwen. De clou moet direct duidelijk zijn.’

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Hij legt het belang van een goede edit uit aan de hand van een video van Intertoys. ‘Twee jaar geleden maakten we veel magische video’s, maar nu zijn het drie tips om Monopoly te winnen en dat allemaal snel gemonteerd. Daarmee halen we veel views binnen. En dat zonder de ondersteuning van advertenties, allemaal organisch.’

Lees ook: Dit zijn de 4 mooiste reacties van bedrijven op social media

Pickler berekent milieu-impact van verpakkingen: ‘Iedereen is klaar met slecht onderbouwde verhalen’

Hoe duurzaam zijn de dozen, bioplastic bakjes of gerecyclede tassen die je inkoopt nou écht? 'Niemand kon het ons vertellen', zegt Koen de Beer. Met Pickler willen hij en zijn compagnon Daan van Hal die vraag van bedrijven beantwoorden.

pickler daan van hal koen de beer
Daan van Hal en Koen de Beer, de oprichters van Pickler.

Wat doet Pickler?

Pickler helpt de verpakkingsindustrie antwoord geven op de vraag: wat is duurzaam? ‘Ongeveer 6 procent van de wereldwijde uitstoot wordt veroorzaakt door de verpakkingsindustrie’, legt De Beer uit. Overheden, consumenten en bedrijven willen de milieu-impact van de verpakkingsindustrie verminderen, maar hoe?

Volgens Pickler heeft slechts 2 procent van de verpakkingsgroothandels het vereiste bewijs om duurzaamheidsclaims voor hun producten te ondersteunen. De Beer: ‘Bedrijven zijn niet in staat om dat op zo’n grote schaal zelf uit te rekenen. Zij lopen het risico te gaan greenwashen, waardoor klanten niet de juiste informatie krijgen om hun eigen duurzame keuzes te maken.’

Op het online platform van Pickler kunnen resellers de impact van hun verpakkingen berekenen. Daarvoor werkt het bedrijf steeds meer samen met de klant: groothandels leveren ruwe data aan om het platform beter te maken. Een samenwerking die van belang is, willen we als maatschappij de noodzakelijke reductiedoelstelling van 55 procent CO2 in 2030 volgens de Europese klimaatwet bereiken.

De Beer: ‘Wij zijn op dit moment de enige die dit op grote schaal kan aanbieden. We hebben het nu over 40.000 verschillende artikelen in ons systeem en we groeien dit jaar naar verwachting naar 100.000 à 200.000 verschillende type verpakkingen. Dat zijn honderden miljoenen kilo’s die op de markt komen.’

‘De tijd dat we als maatschappij aannames deden over duurzaamheid moeten we echt achter ons laten. Iedereen is klaar met slecht onderbouwde verhalen over wat nou duurzaam is. Is dat voor hun specifieke klant of product bijvoorbeeld papier of plastic?’ vertelt de oprichter. ‘Ondernemers geven bij ons aan: het maakt me helemaal niet uit hoe mijn producten uit het onderzoek komen, ik wil gewoon weten wat onze CO2-impact is.’

Naast het delen van cijfers over milieu-impact, biedt het bedrijf ook QR-codes aan groothandels om op hun verpakkingen te zetten. Consumenten kunnen deze vervolgens scannen om te zien wat de milieu-impact van het product is en wat ze kunnen doen om het item te recyclen. ‘We willen alle partijen aan elkaar verbinden en motiveren om een zo groot mogelijk effect te bewerkstelligen.’

Lees ook: Inkopen met impact: ‘Voor ons zijn sociale ondernemers een bron van inspiratie’

Wie zitten erachter?

Koen de Beer en compagnon Daan van Hal leerden elkaar kennen bij een accelerator van de Amsterdamse startup-studio Aim for the Moon. Daar bouwden ze samen startups voor grote corporaties. Ervaring was er dus volop. ‘We wilden samen een bedrijf opzetten en zijn in de markt gaan kijken: kunnen we iets overnemen? We kwamen uit bij een duurzaam verpakkingsbedrijf. Aan de eigenaar vroegen we: ‘’Je vraagt drie keer zoveel voor je verpakkingen, zijn ze dan ook drie keer beter voor het milieu?”

Zijn reactie bracht De Beer en Van Hal op een ander spoor. ‘Tja, het is biologisch of afbreekbaar materiaal’, antwoordde de ondernemer. ‘Het komt uit de Verenigde Staten en wordt verscheept naar China om vervolgens naar Rotterdam te gaan. Hier in Nederland breng ik de tasjes op de markt.’

‘Oké, composteren die tasjes uiteindelijk ergens?’, vroeg De Beer. ‘Nou’, zei de eigenaar, ‘dat weet ik dus niet.’ De Beer: ‘Bij navraag bleken de tasjes standaard verbrand te worden. Dat klinkt niet heel duurzaam, toch? We zijn met diverse partijen in Europa gaan praten en iedereen liep tegen dit probleem aan. Niemand kon antwoord geven op de vraag hoe duurzaam hun verpakkingen waren.’

Bestaande oplossingen om milieu-impact in kaart te brengen bleken te duur. De Beer: ‘Wetgeving vraagt ook veel bewijsvoering, dat is totaal niet kostenefficiënt voor het bedrijfsleven. Samen met een professor van de TU Delft zijn we zelf een eerste ‘rekenmachine’ gaan bouwen. Dat is nu anderhalf jaar geleden. Inmiddels bestaat het team uit tien man en zijn we aan het opschalen.’

Wie zitten er op Pickler te wachten?

Distributeurs en producenten van verpakkingen. Zij leveren duizenden artikelen over de hele wereld aan vrijwel alle industrieën. Hun footprint verschilt per regio, waar ze verpakkingen vandaan halen en hoe het wordt geproduceerd, legt de ondernemer uit. Er zijn dus veel factoren van invloed op wat de milieu-impact van een verpakking is.

Zo had een groothandel een klant die ieder jaar een paar honderdduizend kilo aan verpakkingen afnam, met bijbehorende CO2-footprint. De Beer: ‘Wij zeggen op zo’n moment: als je nou overstapt van dít naar dát artikel, levert dat je X-percentage CO2-reductie op. In dit specifieke geval bleek de switch net zoveel CO2 te besparen als een hele woonwijk voorzien van zonnepanelen.’

En volgens De Beer hoeft duurzamer niet duurder te zijn. ‘Voor een Engelse partij kwamen we tot een oplossing die zorgde voor meer marge, met een lagere footprint.’

Ook overheden zijn gebaat bij de aanpak van Pickler. De ondernemer geeft een voorbeeld: ‘Hier in West-Europa verbranden we ons afval, maar in Australië is sprake van landfill (begraven op stortplaatsen, red.). Biologisch afbreekbare verpakkingen gaan bijna allemaal naar West-Europa, waar ze na gebruik worden verbrand. Zonde, want daarbij komt uitstoot vrij, wat slecht is voor het klimaat. Dat soort verpakkingen zouden beter in Australië gebruikt kunnen worden, waar het afval de landfill ingaat. We hopen met Pickler verpakkingen te kunnen afstemmen op de lokale recycling.’

Lees ook: Dayrize berekent de impact van bedrijven: ‘Het blijft een complex proces’

Wat is het verdienmodel?

Als klant sluit je bij Pickler een maandabonnement af. ‘Wil je als bedrijf iets wil zeggen over hoe duurzaam je product is, bijvoorbeeld de CO2-uitstoot, dan staan de cijfers nooit stil. Er komen nieuwe milieu-onderzoeken bij of zaken veranderen in de supplychain. We houden het platform dus continu up-to-date.’

Het maandproduct geldt voor één product. Stel dat je in de media wil zeggen dat je product een duurzame keuze is, of dat de footprint X is, dan zorgt Pickler dat die claim up-to-date blijft. Voor diverse wetgeving mag je geen verouderde claims voeren.

Hoever is Pickler?

‘We zijn op goed weg om onze product-market fit te bereiken’, vertelt De Beer. ‘Het probleem is duidelijk, daar kampen ze wereldwijd mee. Sinds april vorig jaar is de applicatie live en vanuit de hele verpakkingsketen – dus van consument tot aan grondstofproducent – hebben we nu 300 accounts die draaien op ons platform.’

Nog geld nodig?

Afgelopen jaar haalde Pickler 950.000 euro op in twee tranches. Dat deden ze bij Rabo Innovatie Lening, bij de Berlijnse investeerder in b2b-SaaS APX en Shamrock Ventures. Die laatste is actief in climatetech-software.

Lees ook: Tommy Hurley (Shamrock Ventures): ‘Al die techfondsen moeten meer aan pre-seed doen’

Dat, plus nog drie angels. Met het geld wil Pickler het team verder uitbreiden, vooral op development en sales.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

De Beer: ‘De informatie waarmee we werken is erg complex. Je hebt veel data nodig. Met nieuwe technologie als AI en machine learning ontwikkelen we oplossingen om die data sneller en veiliger uit de keten op te halen, te voorspellen en te valideren.’

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Binnen de verpakkingsindustrie wil Pickler de grootste worden, met een marktaandeel boven de 50 procent. ‘Er zijn ongeveer 9.000 bedrijven waar we ons op richten, dus met 300 klanten zijn we aardig op weg. De groei begint te komen.’

Lees ook deze artikelen over startups en financiering: