Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

‘West-Europa hotspot voor 3D-printing’

Met zijn bedrijf Additive Industries bouwde Jonas Wintermans een industriële 3D-metaalprinter.

De techniek van het driedimensionaal printen staat wereldwijd nog in de kinderschoenen. Een van de pioniers bevindt zich echter in Nederland, om precies te zijn in Eindhoven: Additive Industries. Na een ontwikkelperiode van slechts 2,5 jaar introduceerde het eind 2012 opgerichte bedrijf vorig jaar de MetalFAB1: een 8 meter lange machine die kant-en-klare metalen onderdelen voortbrengt.

Millimeterwerk

Inmiddels verkochten de Eindhovenaren 4 exemplaren van deze volledig geïntegreerde metaalprinter, vertelt medeoprichter Jonas Wintermans van Additive Industries. ‘Daarbij gaat het nadrukkelijk om bètaversies, inclusief eventuele kinderziektes. Die zijn er als het goed is al zoveel mogelijk uitgehaald, maar samen met onze klanten blijven we kijken waar het eventueel nóg beter kan.’ Groot voordeel van de MetalFAB1 is dat alle stappen van het proces geïntegreerd zijn in één machine, schetst Wintermans. ‘Na het printen verplaatst de interne robot de geproduceerde onderdelen naar de oven, waar ze worden ‘nagegloeid’ om spanningen in het materiaal te verwijderen. Gebruikers kunnen door het dichte ontwerp niet in aanraking komen met de producten; veiligheid staat te allen tijde voorop. Bovendien werkt onze printer uiterst snel. Maar het belangrijkste kenmerk is vooral de nauwkeurigheid ervan: waar andere metaalprinters nog wel eens kleine afwijkingen laten zien, levert de MetalFAB1 altijd exáct hetzelfde product af, tot op een tiende millimeter nauwkeurig. Voor onze klanten is dat een belangrijke eis.’

Luchtvaartindustrie

Die klanten bevinden zich nu nog vooral in de ruimte- en luchtvaartindustrie. ‘Airbus was afgelopen jaar onze eerste klant’, blikt Wintermans terug. ‘3D-metaalprinten is een zich snel ontwikkelende markt. Niet voor niets zijn het nu nog vooral kapitaalintensieve sectoren als de luchtvaart- en auto-industrie die zich investeringen in deze nieuwe techniek kunnen veroorloven. Dat de luchtvaartindustrie zo geïnteresseerd is in 3D-printing is op zich niet verwonderlijk; de technologie stelt vliegtuigbouwers in staat om onderdelen voor grote straalmotoren helemaal opnieuw te ontwerpen, zonder beperkingen van het bewerkingsproces. In principe kun je elke vorm die je op papier bedenkt, ook daadwerkelijk tot leven wekken. Samengestelde onderdelen die eerst uit misschien wel 20 componenten bestonden, bestaan nu – dankzij de uitgebreide ontwerpmogelijkheden – soms nog maar uit 3 onderdelen. Dat betekent minder verbindingen, en daarmee een sterker en veiliger eindresultaat.’

Ontwerpvrijheid

Grootste obstakel is volgens Wintermans vooralsnog vooral het gebrek aan ontwerpers dat met de nieuwe technologie uit de voeten kan. ‘We missen nog designers die de enorme ontwerpvrijheid kunnen omzetten in goede ontwerpen. Binnen Nederland is er nog maar een handjevol opleidingen dat 3D-printing een substantiële plek in het curriculum heeft gegeven. Daar ligt voor de nabije toekomst zeker nog een uitdaging.’ Naast het gebrek aan gekwalificeerde designers is het nu nog vooral de hoge kostprijs die een brede acceptatie van 3D-printing in de weg staat, stelt Wintermans. ‘Zoals ik al zei zijn het vooral bedrijven in de lucht- en ruimtevaartindustrie die – dankzij de hoge budgetten – deze nieuwe technologie inzetten. Tegelijkertijd beseffen steeds meer bedrijven dat tegenover de nu nog hoge aanschafwaarde van de industriële 3D-printer ook veel voordelen staan. Neem een boorplatform of een olietanker: als daar een onderdeel vervangen moet worden, vergt het vaak een hele logistieke operatie om dat op de plek van bestemming te krijgen – met alle kosten van dien. Veel gemakkelijker en goedkoper is het om zo’n onderdeel ter plekke uit de printer te laten rollen.’

Hotspot

Het idee voor Additive Industries ontstaat eind 2012, als Wintermans en diens businesspartner Daan Kersten in Frankfurt ’s werelds grootste 3D-printbeurs bezoeken. De twee raken bij die gelegenheid zo overtuigd van de mogelijkheden van 3D-printing, dat ze besluiten om zélf een industriële 3D-metaalprinter te bouwen. Enkele maanden later is Additive Industries een feit, en medio 2015 is het zover: het eerste driedimensionaal geprinte voorwerp rolt uit de printer. West-Europa groeit langzaam uit tot een ware hotspot op het gebied van 3D-printing, schetst Wintermans. ‘Binnen Nederland zijn wij vooralsnog de enige bouwer van metaalprinters. Andere producenten bevinden zich in Frankrijk, Engeland en – vooral – Duitsland. Wereldwijd gaat het om 6 of 7 partijen die hier serieus mee bezig zijn.’

Kop-staart

Complimenten kreeg Additive Industries voor de enorme snelheid waarmee het bedrijf in slechts enkele jaren tijd tot concreet resultaat kwam. Dat heeft volgens Wintermans alles te maken met de gekozen productievorm. ‘Additive Industries is een typische ‘kop-staart-OEM’: de productie van de machine hebben we voor het overgrote deel in de keten uitbesteed aan gespecialiseerde bedrijven. Daardoor konden wij ons vanaf het begin volledig focussen op de ontwikkeling en vermarkting van de printer. Groot voordeel van de Brainport-regio rond Eindhoven is dat we hier de beschikking hebben over een kant-en-klare, hightech supply chain. Het aantal geleverde exemplaren is nu nog beperkt, maar als de vraag plotseling flink toeneemt kunnen we snel opschalen in de keten.’

Technisch talent

Ander voordeel van de regio Eindhoven is de aanwezigheid van ervaren technisch talent, vertelt Wintermans. ‘We hadden weinig moeite met het vinden van enthousiaste engineers: er waren er genoeg die wel in waren voor een avontuur bij een pionierend bedrijf als het onze. Wat onverlet laat dat we, zeker nu we steeds verder doorgroeien, nog altijd goede technici kunnen gebruiken. De ontwikkelingen in deze piepjonge branche staan niet stil, en ook voor ons blijft er dus volop werk aan de winkel. Een innovatief product als het onze is nooit helemaal af.’

Dit artikel is onderdeel van het dossier Made in NL. Bij MT vinden we dat Nederland trotser mag zijn op zijn maakbedrijven. Met Made in NL wil MT de kennisdeling binnen én over de sector bevorderen en maakbedrijven een podium bieden. Opdat we terecht trots zijn op de hidden champions van de maakindustrie. In deze missie wordt MT vergezeld door de volgende partners: Centraal Beheer Achmea, MBCF, NIBC, Salesforce en TNO.

Meer Made in NL?

 

 

 

Wekelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.