Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Alleen maar werken is slecht voor je werk

Een marathon is trainen én rust nemen voor herstel. Dat geldt ook voor werk: hard werken afwisselen met ontspanning. Pas dan ben je echt creatief.

Iedereen die een marathon wil gaan lopen, komt ze tegen: de trainingsschema’s. Je kunt geen tijdschrift voor hardlopers openslaan, of er zit wel een trainingsschema in. Zo’n marathon is de meest intense fysieke prestatie die de meeste mensen ooit zullen leveren: 42 kilometer en 195 meter rennen is ineens heel wat anders dan hangen op een bureaustoel, dus zo’n schema is een goed idee.

Maar persoonlijk vind ik het meest interessante aan die schema’s: de rustdagen. Voor je het weet, heb je elke week drie rustdagen te pakken. Op één of twee van die dagen mag je nog wel een klein stukje lopen, maar zeker niet te veel.

Een man als Dean Karnazes, die in vijftig dagen vijftig marathons liep, is een bijzonderheid. Dat is een uitzondering, een freak. Elke dag een marathon lopen, staat niet op de lijst met aanbevelingen voor een lang en gelukkig leven. Vandaar dus die rustdagen. Want continu sporten is slecht voor je sport. En continu werken is slecht voor je werk.

Is managen ook topsport?

Nou heb ik er zelf een beetje moeite mee om managen ook topsport te noemen. Het voelt toch als een andere categorie. Leidinggeven bestaat vrijwel honderd procent uit intellectuele, mentale en emotionele vaardigheden. Er is voor de meeste managers vrijwel niets wat je met je lichaam goed moet kunnen.

Maar al dat denkwerk is nog steeds zwaar en uitputtend. Neem prioriteiten stellen, misschien wel het belangrijkste onderdeel van leidinggeven. Zoals David Rock uitlegt in zijn boek Your brain at work, kost prioriteiten stellen bijzonder veel energie. Alle opties in je werkgeheugen houden, ze dan tegen elkaar afwegen, onder druk van soms grote belangen en risico’s — het vreet mentale power. Dat geldt sowieso voor bewust nadenken: het vraagt veel meer van je dan de dingen die je op de automatische piloot kunt doen.

Brein heeft rust nodig

Net als de spieren in je benen heeft je brein dus ook rust nodig. Tijd om te ontspannen, om bij te komen, om even niets te doen. Alleen zijn dat soort momenten van verveling ook ideaal om nog even snel je e-mail te checken op je telefoon. Je leest een mailtje, probeert te begrijpen waar het over gaat en neemt dan een beslissing over wat je ermee gaat doen. In andere woorden: je bent prioriteiten aan het stellen. En dat doe je dus ook ‘s avonds op de bank, als je eigenlijk hard zou moeten ontspannen.

Eigenlijk wil ik voortaan in managementbladen ook van die schema’s zien. Als je je namelijk niet genoeg ontspant, kun je je ook niet meer echt inspannen. Niet alleen raak je je creativiteit kwijt als je te moe bent, het is ook lastig om afstand te nemen en op een hoger niveau na te denken over je werk. Zeker als je continu met je neus in de operaties (lees: je smartphone) zit.

Na zes uur niet meer werken

Misschien moeten we afspreken dat zes uur ’s avonds een harde grens is. Dat je vóór die tijd zo hard mag werken als je wilt, maar dat je daarna geen e-mail meer mag lezen en sowieso niet meer bewust over je werk mag nadenken. Eén van mijn klanten die op die manier stopte met ‘s avonds thuis werken, merkte dat hij opeens veel creatievere ideeën kreeg om de problemen van de dag op te lossen. Eureka-momenten komen nou eenmaal vaak in zo’n periode van rust en er-even-niet-aan-denken.

Henry David Thoreau schreef in 1842 al: ‘The really efficient laborer will be found not to crowd his day with work, but will saunter to his task surrounded by a wide halo of ease and leisure. There will be a wide margin for relaxation to his day.’

Een proftennisser mag van z’n vrouw heus z’n racket niet meenemen naar bed. De volleyballer wordt met de deegroller achterna gezeten als hij probeert om een net op te hangen tussen de piano en de open haard. En runners slepen na een marathon niet hun loopband uit de garage om ’s avonds nog even lekker 20 kilometer te gaan hardlopen. Waarom doen wij dat dan wel?

 

Taco's nieuwe boek: Schaamteloos delegeren

‘Ik kan het zelf beter.’ — ‘Ik kan het sneller.’ — ‘En ze doen het toch niet zoals ik het wil.’ Klinkt bekend? Delegeren is misschien wel de belangrijkste vaardigheid die moderne leiders, directeuren, managers en ondernemers nodig hebben. Maar er wordt nog veel mee geworsteld.

Dat moet anders, dat kan anders, dus lees het nieuwe boek van Taco Oosterkamp: Schaamteloos delegeren. Dan ben je al snel een heel eind op weg naar meer tijd voor belangrijke dingen.

Lees meer van Taco Oosterkamp:

Bekijk groeitips van Taco Oosterkamp:

Bij de collega's van Sprout geeft Taco Oosterkamp tips om je bedrijf sneller te laten groeien. Bekijk de video's: