Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Bob krijgt de meeting ineens efficiënt

Bob is divisiedirecteur bij een groot concern. Hij doet zijn best. Dit keer krijgt hij de mt-vergadering ineens efficiënt.

VAN Bob
AAN allen
ONDERWERP de mt-vergadering van maandag

Beste mensen,
Ik voel me er wat ongemakkelijk bij om dit mailtje te schrijven, maar ik doe dit in het belang van het bedrijf en zeker ook in jullie belang, begrijp dat goed. Jim Reijnders heeft laten weten maandag aanstaande de meeting van het MT bij te willen wonen. Jim werkt sinds kort op Hoofdkantoor en houdt zich bezig met onder meer ‘The Battle for Efficiency’, jullie weten wel, dat plan voor 2013 dat bekijkt of bepaalde zaken nog efficiënter kunnen, overigens niet te verwarren met ‘The War On Ineffiency’, het project dat daaraan parallel loopt. Wat hij precies komt doen heeft hij niet gezegd, maar het laat zich natuurlijk wel raden: ik vermoed dat hij komt kijken of wij wel efficiënt genoeg ­vergaderen. Wij moeten maandag dan ook héél goed voor de dag komen. Ik zou aan jullie daarom het volgende willen vragen:
Of jullie nu vast zaken willen aanbrengen waarover wij kort en krachtig een besluit kunnen nemen. Dat Harm bijvoorbeeld na een korte toelichting over een zaak zegt: ‘We moeten nu ja of nee zeggen tegen die deal, wat denk jij, Bob?’ En dat ik dan zeg: ‘Mijn guts zeggen: dóen.’ En dan knikken jullie. Oké, ik weet ook wel dat het dan een raar toneelstukje wordt, maar het gaat maandag enkel en alleen om de indruk die wij maken op Jim.
Of jullie en dan doel ik eerlijk gezegd vooral op Willem allemaal een beetje een geïnteresseerde indruk willen maken. Ja, geef zelf toe, Willem, meestal zit je ­erbij met een gezicht van: ik heb eigenlijk wel wat beters te doen. Daarom bij deze de vraag: zit maandag alsjeblieft gewoon rechtop en zég voor die ene keer ook eens wat, al is het maar iets als: ‘Geen probleem, jongens, dat punt pak ik op!’
En, dit geldt voor iedereen: staar alsjeblieft niet voortdurend naar jullie smartphones. Dat komt namelijk heel onprofessioneel over.
Nou, meer is het niet. Het gaat er dus om dat we doen alsof we heel snel en ­efficiënt te werk gaan, wat trouwens ook nog een extra voordeel heeft: dan is die Jim alweer na een uurtje weg en ook nog tevreden. Dat lijkt me niet teveel gevraagd, toch?
Bob

Bob,
Ik kan wel die deal met Fortnam op tafel gooien, vind je dat wat? Daar hebben we nu al vier keer over vergaderd en het eigenlijk alleen maar steeds ingewikkelder ­gemaakt. Dus ik zeg: ‘Bob, wat doen we met die Fortnam-deal?’ En dan zeg jij: ‘Mijn guts zeggen: dóen!’ Dan kijken we volgende week wel wat we ermee doen.
Harry

Bob,
Oké, ik begrijp de boodschap. Als het moet kan ik best wel een uurtje veinzen alsof het allemaal reuze-interessant is. En die zin ‘Geen probleem jongens, dat punt pak ik op!’ wil ik ook best zeggen als het moet, hoor. Maar dan moet je wel op tijd een seintje geven, Bob. Kun je iets zeggen als: ‘Wie pakt dit punt op, jongens?’ Dan zal ik mijn vinger opsteken.
Willem

Bob,
Is het ook geen goed idee om iemand zogenaamd te ontslaan? Daar houden types als Reijnders volgens mij nogal van. Dat ik zeg: ‘De Vries heeft weer zijn targets niet gehaald.’ En dat jij me dan streng en strak aankijkt en zegt: ‘De Vries kan zijn spullen pakken. Dat zal ik hem straks persoonlijk meedelen. Hier is alleen plaats voor winnaars.’ Nou ja, die laatste zin is misschien wat overdreven, maar je snapt hopelijk het idee. Doen?
Robert

Bob,
Ik zie die mailtjes allemaal voorbijkomen en ik krijg er nu ook zin in. Laten we die Reijnders helemaal gek maken! Jij zegt op een gegeven moment: ‘Ik wil dat je dit ­eerste kwartaal 6 procent bezuinigt op je afdeling.’ En dat ik dan zogenaamd nog even tegenstribbel: ‘Maar dat kan echt niet, ik zit al krap…’ En jij er dan weer ­direct overheen: ‘Als je maar efficiënt denkt en handelt, kan het altijd. Ik verwacht ­woensdag een uitgewerkt plan.’ Geweldig! Wel moeilijk om mijn lachen in te houden, denk ik, maar dat doen we dan wel na afloop, als die Reijnders eenmaal tevreden is vertrokken.
Jules

Bob,
Ik heb er ook nog eentje, om te gieren, echt! Jij vraagt aan het begin van de vergadering: ‘Hoe was de meeting ­zaterdag?’ Dan zeg ik: ‘Goed, heel goed. We waren ’s avonds om 11 uur al klaar. Ik heb daarna meteen nog maar even de kwartaalcijfers doorgenomen. Zien er goed uit, echt heel goed.’
Dat die Reijnders denkt dat we én in het weekend tot ‘s avonds laat doorwerken én dat de kwartaalcijfers goed zijn! Wat vind je daarvan? Een giller toch?
Harry

Beste mensen,
Ik krijg hier gewoon een warm gevoel van, mannen. Ik weet dat er best wel eens getwijfeld wordt aan de daadkracht van het MT, maar nu blijkt toch maar weer dat als het erop aankomt we heel goed als een hecht team kunnen opereren. Ik kijk nu al uit naar de vergadering van aanstaande maandag.
Bob

Meer Bob de manager?